10 april 2006

EGOSTRIP (73)

Burgemeester Philippe Willequet van Kluisbergen zegt dat ze mijzelf en mijn vier familieleden gerust mogen doodschieten. Twee jaar geleden liepen we hier nog met zijn drieën. Nu zijn we met vijf. We kweken gelijk konijnen ofschoon we damherten zijn. Naar het schijnt maken we het bos onveilig. Wandelaars en fietsers zijn zo te horen niet meer op hun gemak. Welwelwel. Een boer is bang dat we op zijn land lopen en zijn gewassen beschadigen.
Daar is iets voor te zeggen. Daar kan over gepraat worden.

Burgemeester Willequet heeft zich met zijn gemeenteraad over ons beraden. Veel omhanden hebben ze daar blijkbaar niet in die raad. Dat ze zich met ons moeten bezighouden. Ten einde raad heeft de gemeenteraad …raad gevraagd aan de afdeling Bos en Groen van het ministerie van de Vlaamse Gemeenschap. Ze willen eens weten hoe ze ons probleem proper kunnen oplossen. De Afdeling Bos en Groen heeft hen laten weten dat we gerust mogen afgeschoten worden. Ooit al eens een lading zware hagel tussen je ogen gehad? Proper is anders.

Burgemeester Willequet zegt dat hij ‘met spijt in zijn hart’ de jager die de pachtrechten heeft voor het Kluisbos, al heeft laten weten dat we alle vijf gerust mogen worden afgeschoten. De boer zegt dat hij niks persoonlijks heeft tegen ons. Maar hij kan ook niet accepteren dat we aan zijn gewassen zitten. Als we niet sebiet worden doodgeschoten, zullen zijn gewassen alleen maar dienen om onze magen te vullen. En daar doet hij het niet voor. We kunnen die mens begrijpen. Maar bekijk het ook eens van onze kant.

Als damherten zijn we ooit gekocht door een of andere stadsmus die hier aan het Kluisbos een vette villa wou met in zijn domein errond een typisch landelijk damhert of twee. Vooral om ermee te pronken bij zijn vrienden die tussen de taart en de Trappist elk jaar eens naar de Ronde van Vlaanderen komen kijken op zijn erf. Op een hete zomervakantiedag dat die stadsmus in zijn villa in Marbella zat en verder niet meer naar ons omkeek, zijn we er vandoor gemuisd. Richting Vierschaar alwaar een paar van onze vrienden zitten en gelukkig zijn. We wilden daar ook wel blijven, maar we zijn sebiet weggejaagd door twaalf Quadders die ons met hun zware motoren en hun razend geschreeuw de daver op het damhertlijf jaagden.

Zo zijn we beginnen ronddolen. We zouden nog geen vlieg kwaad doen, laat staan een jogger of een mountainbiker. Van bikers gesproken: zij zijn het die soms wel met tienduizend al onze vriendjes de fazanten en patrijzen verpletteren en die de blauwe kouskes vertrappelen onder hun wielergeweld.

Luister, wij dieren, zijn geprogrameerd om te doen wat we doen vanaf onze geboorte en daar blijft het bij. Kijk naar waterschildpadbabies. Ze komen uit het ei, niemand leert hen lopen of zwemmen. Toch waggelen ze meteen het water in en trekken ze hun plan. Wij dieren hebben geen persoonlijke ontwikkeling. Jullie mensen hebben wel een persoonlijke ontwikkeling. Jullie zijn slim, worden normaal gesproken met de jaren zelfs slimmer en slimmer.
Als jullie het zelf niet meer te goed weten, komen jullie bijeen in een gemeenteraad. Als die raad het ook niet meer weet, schrijven jullie een brief naar de afdeling Bos en Groen van het Ministerie. Een ambtenaar vraagt het daar eens aan de chef van de chef van de chef van zijn chef. Die kijkt op van zijn Knack, kantelt zijn stressless achterover en zegt: ‘Met spijt in het hart mogen de damherten van het Kluisbos worden afgeschoten.’

Die spijt in het hart, dat is vanwege jullie geweten. Jullie mensen hebben vanwege die persoonlijke ontwikkeling een geweten. Dat wil wel eens aan jullie hart knagen. Zoals wij knagen aan de boer zijn gewassen. Alleen is het knagen bij ons puur van de honger omdat een statuskikker die damherten in zijn tuin wou ons heeft laten stikken en ons nu niet meer durft terughalen omdat hij bang is dat hij schadevergoeding gaat moeten betalen aan de boer en misschien zelfs een vergoeding aan de chef van de chef van de chef zijn chef en aan de jager die ons gerust mag doodschieten om zijn kogels te vergoeden. Ha bon.

Als damherten die gerust mogen neergeschoten worden, hebben we nog een afscheidsbriefke voor Lucie Van Wittenberghe, van de Dierenbescherming afdeling Vlaamse Ardennen.

Lieve Lucie,

Op het moment dat ge dit leest, zijn we hoogstwaarschijnlijk al alle vijf doodgeschoten. Toch bedankt dat ge onze levens nog hebt willen redden.
Ge begrijpt zo’n drastische beslissing niet, zegt ge. Wij ook niet, Lucie. Wij ook niet. Volgens Darwin hebben de mensen zowel een historische evolutie naar verfijning, als een persoonlijke ontwikkeling naar verslimming. Blijkbaar is er wat dat laatste betreft nog ontwikkelingswerk aan de winkel.

Ge zegt dat er andere oplossingen zijn dan ons gewoon maar dood te schieten. Bijvoorbeeld ons vangen en ons dan onderbrengen in een natuurgebied. Dat was een mooi idee, lieve Lucie. Nu en dan keken we vanuit het bos door het raam van die statuskikker die ons heeft achtergelaten naar zijn superscreentelevisie. We hebben genoten van die serie over Planckendael. Daar wilden we ook wel naartoe, Lucie! Dat ware fantastisch geweest. .

Adieu, lieve Lucie. Laat u niet doen. Laat u vooral niet ontmoedigen. We sterven met geheven hoofd en kijken die jager eerst nog eens goed recht in de ogen.

Van herte,

De vijf terdoodveroordeelden van het Kluisbos.