05 maart 2006

EGOSTRIP (66)

Veertig jaar heeft Ulrich Libbrecht hardnekkig gezocht naar de filosofie van Boeddha. Die ervaring heeft hem geleerd dat literatuur over het boeddhisme vaak verwarrend en tegenstrijdig is. Zelfs in die mate dat talloze geïnteresseerden moeten toegeven dat ze het niet begrijpen.
Ulrich Libbrecht: ‘Hoe meer ik over het boeddhhisme las, hoe rommeliger het allemaal voor mij werd. En des te meer geraakte ik ervan overtuigd dat het tenslotte een toonbeeld was van oosterse irrationaliteit.’

Zulzekenaar Libbrecht spreekt als hoogleraar Chinese filosofie en Boeddhologie aan de faculteit Letteren en Wijsbegeerte in Leuven en Comparative Philosophy aan het Hoger Instituut voor Wijsbegeerte met enige kennis van zaken.

Hij stopte met zijn jarenlange zoektocht doorheen de complexe boeddhistische literatuur en probeerde veeleer te achterhalen welke logica er in het boeddhistisch systeem verborgen zat.
Ulrich Libbrecht: ‘Ik begon te begrijpen dat we een onderscheid moeten maken tussen het boeddhisme als religie en het boeddhisme als filosofie. Volksreligies beantwoorden aan de existentiële nood van de kleine man en vinden hierin hun bestaansreden. Maar men mag ze niet identificeren met religie als zodanig. Ik ben alleen geïnteresseerd in de dieptestructuur. Ik beschouw het boeddhisme dan ook niet als een religie, maar als een filosofie.’

Het resultaat van zijn zoektocht staat te lezen in ‘Boeddha en ik’, een razend interessant boek dat zich vlot laat lezen en bijwijlen uitpakt met schitterende vergelijkingen zoals deze van de oceaan waaruit onze levens als golven opkomen, uitdeinen, weer oceaan worden. Libbrecht zet ook mooi uiteen hoe het boeddhisme perfect in overeenstemming te brengen is met de wetenschap en tegelijk plaats geeft aan de emotionaliteit der zachtmoedigen. Liefde voor het al, mededogen voor mens plant en dier en de voor boeddhisten spreekwoordelijke tolerantie zijn nooit ver weg. Ze maken van dit boek een pareltje van geavanceerd comparatief denken. Een aanrader. Hierna even deze passage om op smaak te komen.

‘Geen enkele mens kan zuiver wetenschappelijk leven. Er is in het leven zoveel spontaniteit die men niet moet proberen te duiden in rationele schema’s. Zen ziet het als volgt. Een duizendpoot is aan het wandelen. Iemand vraagt hem hoe hij dat toch voor elkaar krijgt, met al die poten. De duizendpoot zegt: ‘Daar heb ik nog nooit over nagedacht, maar ik zal er eens op letten.’ Terwijl hij dit doet, slaan al zijn poten door elkaar – in feite was zijn verstand tussen zijn poten geslagen.’

Boeddha en ik.’ ‘Ontmoeting in de diepte.’ Ulrich Libbrecht. Lannoo.