03 februari 2006

DE SCHRIJFHEREN (6.2)

Roman

In zijn kantoor had hoofdredacteur Tonijn bekers op de kast staan van regata’s die hij gewonnen had met zijn maat Jacques Rogge. Het Belgian Team Rogge-Tonijn. Ooit zat hij bij de Belgische Olympische Zeil-selectie. Al bleef hij erg stil over zijn resultaten. Hij pronkte graag met ‘zijn compagnon’ Rogge die een actief promotor was gebleven van de Olympische gedachte.

‘Die ‘n zal niet rusten eer hij de lakens uitdeelt in Lausanne.’
‘Ik ken Jacques van binnen en van buiten.’
‘Dat is zo als ge samen in de touwen hangt.’
‘Die wil aan het roer staan, altijd.’

Misschien moesten we maar eens een verhaal brengen over Jacques Rogge.

‘De zeiltocht naar de top.’

Tonijns deelnames aan dure races waren gesponsord door bedrijven die geleid werden door goede vrienden van de familie.

‘Vader speelde golf met die mannen.’
‘In Beauvallon, Saint-Maxime.’

Wat betekende dat hij iedereen kende. De voorzitter van de Belgische Voetbalbond, de Hockeyfederatie. De weerman, de ombudsman. We moesten het hem maar vragen, zijn adresboekje stond vol. Niemand die een interview zou weigeren.

‘Doe ze mijn groeten.’

We deden ze, kregen een verveeld gemompel retour.

‘Dat blaadje van Tonijn? Nee liever niet.’
‘De klasse van zijn pere heeft hij toch niet.’

Na de dood van zijn vader en de erfenis was Tonijn al snel bezitter geworden van de nieuwste zeilboot aan de havenkant.

‘Het water vloeit naar de Schelde.’
‘De Schelde vloeit naar de zee.’
‘En ik zit op mijn boot, op de zee.’

Eindelijk kon hij zijn passie voluit etaleren. Dat deed hij met de meest begeerde exemplaren van de verfijnde scheepsbouw. Zo ontving hij graag zijn gasten op de Hyannis Port One. Hij had de meeuwgrijze twaalf meter speciaal laten vervaardigen in Southampton. Als familiaal embleem stond op vlag en wimpel een zilveren tonijn.

‘Ontworpen door Octave Landuyt.’

Hadden we al een verhaal over Landuyt ? Neen? Hoog tijd..

De kunstredactrice keek de andere kant op, werkte voort aan haar verhaal over Edward Hopper.

De Hyannis Port One was, zo te zien op de foto’s die hij ons toonde, een droom van de duurste glimmende houtsoorten. Luxecabine, badkamer, eetruimte, zithoek, kaartendesk. Een drijvende flat.

‘Ge moet het hout ruiken.’
‘Ge moet de deining voelen.’


Oh Kathy Khaty
l’air frais de la mer
les rumeurs du port,
dispensaient à la mer
bien plus de charme
encore…


Als Tonijn begon te zeiken, dan zeikte hij door.

(Vervolgt).

Uit : ‘De Schrijfheren’. Roman. Copyright Stef Vancaeneghem.