28 januari 2006

DE NIEUWE RONSENAAR (43)

Tweestrijd

Dat ik met één woord
kan zeggen klerestad
en met een ander boerengat
en dat je dat niet stoort.

Dat ik je kan vervloeken,
je gelijkmaken met de grond,
dat ik je judaskus op je huizenloze mond
en je nog niets eens verweer begint te zoeken.

En dat je daar maar ligt en luistert en zelfs lacht,
omdat mijn woorden je niet kunnen raken.
Ik lieg - waarom zou ik anders nog ontwaken -
terwijl je waardig op de waarheid wacht.

Dus ik neem ze terug, stuk voor stuk,
terwijl ik gewillig door je lijf blijf zweven.
Want ook jij weet
dat het hier is, dat ik wil sterven
van geluk.

Johan De Smet

(Inzending voor het Stadsgedicht Ronse 2006.)


Alle inzendingen zijn te lezen in de bundel ‘Stadsgedicht Ronse 2006’.
Een uitgave van de Cultuurraad in samenwerking met Marnixring Ronse Taalgrens.
Deze bundel is voor 2 euro verkrijgbaar op de Cultuurdienst.
Hoge Mote. De Bieststraat 2. (055. 23 28 01) cultuur@ronse.be