03 februari 2006

EGOSTRIP (59)

Straf manneke, Giovanni Pico della Mirandola. Ziet het daglicht in het familiaal kasteel van Mirandola in 1463 en blijkt alles mee te hebben om de erudiete Renaissanceprins van zijn tijd te worden. Noblesse, rijkdom, persoonlijkheid. Pico is superieur intelligent, meer dan vroegrijp en bijzonder rad van tong.

Op zijn veertiende studeert hij rechten in Bologna, Ferrara, Florence en Padua. Hij verdiept zich daarnaast in Averroës en Aristoteles, magie, kabbala, het Arabisch, het Hebreeuws en het Chaldees. Hij probeert Plato te verzoenen met Aristoteles(twee werelden nochtans) en gebruikt daarvoor zowel elementen uit de joodse kabbala als de Arabische filosofie. Een soort magiër in de wereld van het denken.

Pico gelooft in één universele waarheid die volgens hem evenwel ligt verbrokkeld over diverse denksystemen. De basis voor zijn tolerantie ligt daar. En als het voor u niet geeft: de mijne ook.

In de kosmos ziet hij een heel specifieke plaats voor de mens. Een plaats die de mens echter zelf veroveren moet. Want hij kan ontaarden in het dierlijke maar zich ook opheffen in het goddelijke. Als één van de weinige Renaissancefilosofen verzet Pico zich uitdrukkelijk tegen de astrologie omdat deze de mens afhankelijk maakt van sterren, terwijl hij integendeel zijn lot in eigen handen nemen moet.

In 1486 wil hij in Rome 900 stellingen verdedigen vooral bekend van de inleiding als ‘Oratio de dignitate hominis’. Hij wil die voorleggen in een publieke diputatio aan de geleerden van heel Europa. Als seigneur van de Renaissance wil hij zelf de reis naar Rome van elke deelnemer betalen. Hij is dan 23 jaar.

Wat Pico betracht, is niet min. Hij streeft naar overeenstemming tussen alle filosofen en theologen. Hij wil niks minder dan de denkende mensheid van zijn tijd doen overeenkomen. Maar paus Innocentius V ziet er een provocatie in en laat het denkerscongres verbieden. Pico dient zelf dertien van zijn stellingen te herroepen op verdenking van ketterij. In plaats van ze terug te trekken, publiceert hij integendeel een Apologia waarin hij zijn kerkelijke rechters zelf beschuldigt.

Achterna gezeten door de Romeinse Curie vlucht hij naar Parijs. Daar wordt hij in februari 1488 gearresteerd en opgesloten in het slot van Vincennes. Vanwege zijn invloed wordt hij echter weer vrijgelaten en door Lorenzo Il Magnifico naar Florence gehaald. In Florence heeft hij uitvoerig contact met de Platoonse Academie van Ficino en met de felomstreden heetgebakerde Savonarola.

Die zet hem ertoe aan toe te treden tot de dominicanenorde. Een bul van paus Alexander VI heeft hem inmiddels vrijgepleit van ketterij. Dat tweede leven wordt dan iets weer heel anders. Gevuld als het is met amor dei en contemplatie die hij overhoudt aan zijn studie van neo-Platoon Plotinus. Hij wil nu blootsvoets helemaal door Europa trekken om het woord gods te verkondigen maar sterft (gelukkig voor zijn blote voeten) voor die trip in 1494, in zijn eenendertigste levensjaar. Zijn maat Savonarola van zijn kant wordt vier jaar later levend verbrand op de piazza van Florence. Heetgebakerd, letterlijk.

De figuur van Mirandola blijft me boeien. Op je drieëntwintigste alle wijsheid van de wereld willen bijeenbrengen in één disputatio: straf manneke.

(Vervolgt)