08 december 2005

DE NIEUWE RONSENAAR (18)

De loge in Ronse : licht in de duisternis ?

Op zomerzonnewendes zie je ze vanuit hun wagen discreet bij valavond naar hun loge-atelier stappen : bovenop de Ommegang. Met hun aktentas en erin hun schortje, hun passertje, de hele loge-zwik. Want zo discreet zijn ze nu ook weer niet. Hoeft niet ook. We leven tenslotte in een vrije maatschappij waar eenieder komt en gaat waar het hem uitkomt. Soms herken je dan iemand en is het even opkijken. Ah tiens, die ook ? Had ik niet meteen verwacht. Wat gebeurt daar dan ‘behind closed doors’ ? Zwarte missen ? Papenvreterijen ? Zwarte magie ? Zwevende tafelen. Oproeping der doden ? Vergeet het. In de stapels interessante literatuur die daarover voor niet-logebroeders ter beschikking staat (ondermeer ‘De kinderen van Hiram’ van Dries Van Den Abeele) lees je dat ze weer een of ander ‘bouwstuk’ of steen toevoegen aan hun persoonlijke ontwikkeling. In de praktijk betekent het dat ze iemand uitnodigen om te praten over pakweg genetische manipulatie. Of over levensbeëindiging. Ze luisteren geboeid. Ze laten eenieder zeggen wat hij te zeggen heeft. Ze leren wat bij. Ze stellen vragen. Ze wisselen van gedachten. Ze werken wat ritualia af.

Een logebroeder mag alleen van zichzelf zeggen dat hij broeder is. Als je geluk en veel geduld hebt, komt zo iemand je dat uiteindelijk wel eens vertellen. Je moet echter wel uitkijken. Er zijn er ook die pronken met vermeend logebroederschap en je daar alleen maar mee willen imponeren. Je weet het dus nooit helemaal zeker. Tenzij je zelf broeder bent. Een logebroeder heeft overigens absolute zwijgplicht omtrent de identiteit van zijn medebroeders.
Er zijn verschillende obediënties, lees verschillende soorten loges. De belangrijkste en machtigste is die van het Grootoosten met ‘ateliers’ in de meeste steden. Het vrije denken loopt er vaak nauw samen met hard beleden vrijzinnigheid. De vrijzinnige vlam vlamt hevig op bij vele broeders. Het geloof in ‘De Grote Architect’ (vergelijk hem met de Onbewogen Beweger van Aristoteles) komt in het beste geval neer op een soort agnosticisme. ‘Ik weet dat ik niets weet.’
Socrates in de praktijk. Of simpeler, dat liedje van Jean Gabin : ‘Je sais que je ne sais rien mais ça je le sais.’ Een harde scepticus zal die agnosticus meteen terugfluiten en eraan toevoegen : ‘Et encore.’

Logebroeders die zich outen, zullen je vertellen dat ze geen andere keuze hebben dan zich weg te stoppen. Ze zijn doorheen hun hele bestaansgeschiedenis vaak achtervolgd en gebroodroofd omwille van de broederschap. Valt wat voor te zeggen. Daartegen over staat dat over de loge inmiddels wel het odium van secrete selfserviceclub is gaan hangen. Een ons-kent-onsgezelschap waar, anders dan in Rotary of Lions, niet het ideaal de andere te dienen voorop staat, maar wel de vordering van de eigen carrière. Of hulp in noodsituaties. Daar bestaan mooie verhalen over. Logebroeders in moeilijkheden die mekaar SOS-signalen zouden geven met geheime tekens. Zelfs rond het proces Jespers zijn dergelijke verhalen toen opgedoken.

Logebroeders zullen hun macht vandaag echter vooral graag relativeren. Ze zullen je hard tegenspreken wanneer je volhoudt dat nogal wat benoemingen in onderwijs, ambtenarij, magistratuur en andere overheidsdiensten beslist en erdoor gedrukt worden met de welwillende steun van de broeders op de juiste posities om dat te doen. Niet dat ze onbekwamen zullen steunen. Maar tussen twee gelijke geschikte kandidaten is de logebroeder dan een ietsepietsje gelijker dan de ander. Of ze zullen zichzelf meteen weer tegenspreken door eraan toe te voegen dat elke machtszuil - ook de katholieke, de historische vijand – tenslotte zijn verdoken cenakels kent waar alles bedisseld wordt.

Is er eigenlijk wat mis met de loge ? Wat zou het. Eenieder mag in dit vrije land bij avond en bij nachte naar de kookvoorstelling van Libelle, naar de Weight Watchers, naar de bloemschikclub van Maardedal of naar het Loge-atelier van Ronse. Niks mis mee. Het gaat er niet om of het mag of kan. Natuurlijk mag het en moet het kunnen. Waar het schoentje wringt, is dat al die zo verstandige, ruimdenkende logebroeders samen het licht zoeken in…de duisternis.
Ofwel is de loge, anders dan ze zelf volhoudt, een geheim machtsinstrument van een atelier vol geprivilegieerde broeders. Ofwel stelt ze niks voor. En dan vraag je je af waarom ze zich zo moeten wegstoppen. Hier klopt dus iets niet. Laat er ons dus maar vanuit gaan dat de loge in wezen nog altijd een tegenmacht is. Een macht van wie tegen wie ? Gelovigen versus vrijzinnigen. Rijksonderwijs versus katholiek net. Vrije Universiteit versus katholieke universiteit. Guimardstraat versus Gemeenschapsonderwijs. Katholieke ziekenhuizen versus niet-confessionele verzorginscentra. Euthanasie versus palliatief. Enzovoort. Tot in de kleinste raders en tentakels van deze nog immer verzuilde maatschappij.

Het heeft me altijd verbaasd dat de loge ook zoveel belang hecht aan die hele symboliek. Wordt de santeboetiek van Rome verworpen, dan is hij tegelijk vervangen door die aandoenlijke hang naar mythe, rites en bombastisch decorum. En dan dat vrijblijvend hoogstaand geëmmer over de geavanceerde beschaafde maatschappij van morgen. Wijlen Leo Apostel is ooit ‘in slaap gesteld’, lees op non-actief gezet door zijn loge. De Gentse logicaprof kon het (terecht) niet hebben dat zijn atelier geen standpunt innam over de installatie van Amerikaanse raketten op Belgisch grondgebied. En tot op vandaag geven al die verstandige mannen (er bestaan ook wel vrouwenloges maar ze zijn minder talrijk) die zo hoog oplopen met de verheven gemeenschap aller broeders geen kik als het erop aankomt racisme, fascisme, onverdraagzaamheid in Ronse in woord en daad te bestrijden.

Of ze zijn belangrijk en toch doen ze het niet. Of ze stellen niks voor. Dan vraag je je wel af wat notoire geleerden als Apostel daar dan verloren hebben. Of ze willen het gewoon niet. Omdat ze teveel met hun eigen persoontje bezig zijn. Met de zelfgenoegzame zoethouder dat zij, in hun geheime clubje, erbij horen. Bij de top. De crème de la crème. Better than all the rest. Vervolgt. Ongetwijfeld in - anonieme - commentaar. Dat spreekt.