07 december 2005

DE NIEUWE RONSENAAR (17)

De vuist en het hart van Ronse

Sedert vorige eeuw stonden de socialisten onafgebroken aan het roer van Ronse. Hun beleid bepaalde het aanzien van de Hermesstad. ‘Ronse, de rode burcht’, zo klonk het ooit. De socialisten waren machtig. Ze konden terugvallen op fidele electorale wingebieden in oude volkse buurten en nieuwe sociale woonwijken. Terwijl het schouderklop-paternalisme van de patroons de gewone man niet eens degelijk sanitair gunde, werkten de kameraden samen met de vrienden van christelijke arbeidersbeweging de sociale achteruitstelling in Ronse weg.

Dit alles nu smalend afdoen als het beefsteaksocialisme van ‘voadere’ ware al te gemakkelijk. Zeker voor wie nooit heeft moeten omzien naar een steak meer of minder. Zonder die arbeiderssolidariteit werden kinderen vandaag nog in de (ge)touwen gestuurd. Zonder die solidariteit was het comfort voor de minstbedeelden beperkt gebleven tot publieke stortbaden in de Zuidstraat. Zonder die vuist naar het onrecht werkten arbeiders vandaag nog voor de willekeur van schone schijn en aalmoes. De socialisten en hun companen van de arbeidsersbeweging hebben Ronse alle essentiële dingen voor het welzijn van eenieder geschonken. Al het basiscomfort dat nu door statuskikkers vol minachting voor 'het kleine grut’, zo vanzelfsprekend wordt gevonden.

Wat is er dan misgegaan met het Ronsese socialistische electoraat? Waarom heeft de SPa van Ronse gaandeweg die zo fidele aanhang zien wegschrompelen ? Van een quasi absolute meerderheid ten tijde van Orphale Crucke naar veel minder. Misschien omdat de nu zo rap misnoegde mensen teveel aan hun (opgeklopte) frustraties werden overgelaten. Misschien omdat het nieuwe witteboordsocialisme de gewone man minder overtuigde. Misschien omdat de al te geletterde Oxfordprofessoren-praat niet werkte. Misschien omdat het al te doorzichtige Steve Stunt en Teletubbiegedoe de kiezer niet belette elders te gaan luisteren naar het verhaal van Het Grote Ongenoegen. Vooral echter omdat niks sneller went dan comfort. Het wordt moeilijker om een vuist te maken wanneer je weinig tekort komt. Het doel was ooit welzijn voor eenieder. De socialisten van Ronse zijn daar schitterend in geslaagd. Er kwam veel comfort. Er kwam betaalbaar en beter wonen. Kinderen werden niet langer naar de fabriek gestuurd maar naar de universiteit. Het waren niet langer alleen de rijkemanskinderen die de kans kregen om via onderwijs en persoonlijke ontwikkeling een stek te veroveren in de jungle van het bestaan. Tot dan voorbehouden paradijs voor rijken en machtigen. Misschien is het na dat ‘arrivisme’ in die betere wereld voor iedereen dat de harteklop van de solidariteit tegelijk minder hoorbaar is geworden. Ook door diegenen die nochtans aan de oude stevige mooie idealen van hun ouders alles te danken hebben. Misschien is de vuist voor sociale rechtvaardigheid de gestrekte middenvinger geworden van de elitaire parvenu.

En nu ? Nooit was het voor de Ronsese socialisten van groter belang om de weg naar de solidariteit onverminderd verder in te slaan. De Ronsese socialisten verrichten nog steeds ondankbaar maar mooi werk. Het is veel moeilijker maar ook veel moediger om, zoals schepen van Integratie Suzy Arijs, dag na dag voort te werken aan het positieve verhaal voor alle Ronsenaars, dan mee te huilen met de wolven en te schreeuwen dat het allemaal de schuld is van de anderen. Nooit was het voor de Ronsese socialisten belangrijker om de nieuwe sociale en maatschappelijke kloof in deze stad te dichten. Als het van hen en van de vrienden in de arbeiderswereld niet komt, gaat Ronse finaal de toer op van een zelfzuchtig egoïstisch provincienest van kleine gefrustreerde petit-bourgeois die zich inmetselen in hun grote gelijk en verschansen achter hun bekrompenheid. Een snelle fortuinmachine bovendien voor lepe geldwolven, huisjesmelkers en speculanten.

In het verdraagzame democratische Ronse waarvan we - tuupe vuir Ronse - dromen, hebben socialistische kopstukken Gunther Deriemaeker, Suzy Arijs, Pol Kerckhove, Christophe Stockman, Lesly Van Wijnen, Leander De Cauter, Rina Van Moorleghem een hoogst belangrijke taak. Zij moeten eindelijk eens onvervaard de strijd durven aanbinden tegen het verkapte racisme en kryptofascime. Tegen de dodelijke verbittering, het contra-productieve negativisme. Ze laten zich wat dat betreft veel te weinig horen. Leander De Cauter heeft het eventjes geprobeerd met zijn mooie oproep. Maar van zijn nobele poging om het Ronsese doemverhaal te counteren is verder niks meer gehoord. Zij, de socialisten, moeten de Ronsenaars ook nog eens duven tonen wat ze zoal gerealiseerd hebben. Al dat mooie, waarop ze trouwens terecht fier mogen op zijn. Al die mooie rusthuizen, moedige integratieprojecten, publieke diensten en voorzieningen. Zij moeten de Ronsenaars bewijzen dat het hart van Ronse nog altijd op dezelfde juiste plek ligt.

Het zal geen gemakkelijk verhaal zijn. Want de permanent volgehouden intoxicatie van de doemdenkers werkt als een sluipend gif. Maar moeilijk gaat ook. Tenslotte heeft de sociale strijd andere barricaden getrotseerd. Wat moeten de nieuwe generaties Ronsenaars met een harteloos Ronse? Het enige wat hen in het andere geval rest is : plaatsvervangende schaamte.