RONSIES RARITEITENBOEK (35)
OES MADAM
Haar Frans is zo vlekkeloos als dat van wijlen d’Académicienne Marguerite de Crayencour. Bij niet-kookboeklezers beter bekend als Marguerite Yourcenar, auteur van Hadrianus' gedenkschriften en Het Hermetisch Zwart, maar dan in het Frans. Haar Nederlands is Salade Ronsoise,vergelijkbaar met de ratatouille die wielrenner Frank Vandenbroucke in de mond nam. Schoon Beschaafd gelardeerd met hier en daar 'n skeute Vlomsch. ‘Me zoem hiere bekanste verghetene hoe skuene da Ronsche tooch es newoor’.
Haar Noblesse du Coeur overstijgt met ballonhoogte de chichi van de Petites Précieuses Renaisiennes die de nulmeridiaan situeren ter hoogte van hun bilspleet. Het ware ongepast hier de leeftijd van Oes Madam te dévoileren. Maakt niet uit, ze is hoe dan ook forever young. Als je weet dat het aantal eeuwelingen de jongste jaren verdrievoudigd is, mag er voor de tolérance van Ronse gehoopt worden dat ze nog ettelijke decennia voort werkt aan haar oeuvre. Haar oeuvre? Minzaam om zich heen zalven. Altijd en overal. Zij is de doyenne, de zorgmama van 'Den Alouden Ronsiese Perschbond'. (De eerste dag stichtte Amandus Ronse, de volgende dag de Ronsiese Perschbond. Van dan af werd hier overal ingebroken).
Oes Madam ‘n praat niet of ze zalft. Ze verzoent en verdient zoenen van ons, oenen om haar heen. Ze is onze Françoise Giroud. Onze Simonne de Beauvoir. Onze Benoîte Groult. Onze Madame Oui. Haar encyclopedische kennis van Renaix à travers Ses Mirages dwingt respect af. Zelfs in het benepen kringetje van Ronsiese Pers & Politiek waarin het niet enkel de puiten van Broeke zijn die kwaken. Haar persknipselarchief is als een Fa(r)cebook avant-la-lettre met duizend profielen en tienduizend prikborden. Je moet haar scheve Papieren Torentjes aanschouwen om te doorgronden hoe geordend de chaotiek wel is die ervan afstraalt. Haar heiligdom is als een papieren Mont Blanc vol faits divers van waaruit ze met veel mededogen naar het gedoe in dit groene dal kijkt. Zelden is ze te zien op foto. Het verklaart waarom haar 'portret' hierboven zo kleintjes uitvalt. (Wij, bende mediageile mosquito’s om haar heen op alweer zo'n mooie Fiertel, hebben onszelf voor een keer weggeshopt).
Ze observeert Ronse-Renaix. Ze nuanceert. Ze begrijpt. Ze behoudt de verwondering van de eerste dag als een Jeune Fille en Fleur du Côté (de la Rue) du Château. Haar bescheidenheid tilt haar hoog boven ons uit in dit gejaagd wereldje waarin iedereen wil scoren (in de krant welteverstaan ) met zijn exclusieve lijntjes ... voor de neus van de ander.
Op Drievuldigheidszondag wacht Oes Madam ons op aan de Kruiskengod van Wattripont, vrijwel onzichtbaar doch waardig gezeten op haar plooistoeltje in de schaduw van de graspollen. Met een fris glaasje Cabernet d’Anjou uit haar frigobox. Geduldig wachtend tot de macho’s achter de Chasse komen aangestapt. Nooit is ze moe, onze moe. Enfin, ze heeft alvast de delicatesse om het nooit te laten blijken. Maar in de punthoekjes van haar mooie glimlach ontwaar ik soms iets van de diepe Ronsiese melancholie die we tuupe delen. Dan lijkt ze eventjes ...à la recherche du temps perdu. Toen er nog kerels waren die hun leven zouden hebben gegeven pour l'Union van al wat nu met Force aan flarden wordt genegocieerd. In de Galerij van ware Ronsiese Grandeur verdient ze bij leven al haar erezit. Marie-Mathilde Ketels. Oes Madam.
RONSIES RARITEITENBOEK
Handleiding voor Ronse.
Copyright Stef Vancaeneghem.
Haar Frans is zo vlekkeloos als dat van wijlen d’Académicienne Marguerite de Crayencour. Bij niet-kookboeklezers beter bekend als Marguerite Yourcenar, auteur van Hadrianus' gedenkschriften en Het Hermetisch Zwart, maar dan in het Frans. Haar Nederlands is Salade Ronsoise,vergelijkbaar met de ratatouille die wielrenner Frank Vandenbroucke in de mond nam. Schoon Beschaafd gelardeerd met hier en daar 'n skeute Vlomsch. ‘Me zoem hiere bekanste verghetene hoe skuene da Ronsche tooch es newoor’.
Haar Noblesse du Coeur overstijgt met ballonhoogte de chichi van de Petites Précieuses Renaisiennes die de nulmeridiaan situeren ter hoogte van hun bilspleet. Het ware ongepast hier de leeftijd van Oes Madam te dévoileren. Maakt niet uit, ze is hoe dan ook forever young. Als je weet dat het aantal eeuwelingen de jongste jaren verdrievoudigd is, mag er voor de tolérance van Ronse gehoopt worden dat ze nog ettelijke decennia voort werkt aan haar oeuvre. Haar oeuvre? Minzaam om zich heen zalven. Altijd en overal. Zij is de doyenne, de zorgmama van 'Den Alouden Ronsiese Perschbond'. (De eerste dag stichtte Amandus Ronse, de volgende dag de Ronsiese Perschbond. Van dan af werd hier overal ingebroken).
Oes Madam ‘n praat niet of ze zalft. Ze verzoent en verdient zoenen van ons, oenen om haar heen. Ze is onze Françoise Giroud. Onze Simonne de Beauvoir. Onze Benoîte Groult. Onze Madame Oui. Haar encyclopedische kennis van Renaix à travers Ses Mirages dwingt respect af. Zelfs in het benepen kringetje van Ronsiese Pers & Politiek waarin het niet enkel de puiten van Broeke zijn die kwaken. Haar persknipselarchief is als een Fa(r)cebook avant-la-lettre met duizend profielen en tienduizend prikborden. Je moet haar scheve Papieren Torentjes aanschouwen om te doorgronden hoe geordend de chaotiek wel is die ervan afstraalt. Haar heiligdom is als een papieren Mont Blanc vol faits divers van waaruit ze met veel mededogen naar het gedoe in dit groene dal kijkt. Zelden is ze te zien op foto. Het verklaart waarom haar 'portret' hierboven zo kleintjes uitvalt. (Wij, bende mediageile mosquito’s om haar heen op alweer zo'n mooie Fiertel, hebben onszelf voor een keer weggeshopt).
Ze observeert Ronse-Renaix. Ze nuanceert. Ze begrijpt. Ze behoudt de verwondering van de eerste dag als een Jeune Fille en Fleur du Côté (de la Rue) du Château. Haar bescheidenheid tilt haar hoog boven ons uit in dit gejaagd wereldje waarin iedereen wil scoren (in de krant welteverstaan ) met zijn exclusieve lijntjes ... voor de neus van de ander.
Op Drievuldigheidszondag wacht Oes Madam ons op aan de Kruiskengod van Wattripont, vrijwel onzichtbaar doch waardig gezeten op haar plooistoeltje in de schaduw van de graspollen. Met een fris glaasje Cabernet d’Anjou uit haar frigobox. Geduldig wachtend tot de macho’s achter de Chasse komen aangestapt. Nooit is ze moe, onze moe. Enfin, ze heeft alvast de delicatesse om het nooit te laten blijken. Maar in de punthoekjes van haar mooie glimlach ontwaar ik soms iets van de diepe Ronsiese melancholie die we tuupe delen. Dan lijkt ze eventjes ...à la recherche du temps perdu. Toen er nog kerels waren die hun leven zouden hebben gegeven pour l'Union van al wat nu met Force aan flarden wordt genegocieerd. In de Galerij van ware Ronsiese Grandeur verdient ze bij leven al haar erezit. Marie-Mathilde Ketels. Oes Madam.
RONSIES RARITEITENBOEK
Handleiding voor Ronse.
Copyright Stef Vancaeneghem.
<< Home