DE BENIEUWDE RONSENAAR
BAUVENOOP DEN HUTOND
Aan de ene kant is er champ Mario De Clercq. Heeft het veldrijden met de paplepel mee. Schopt het tot drievoudig wereldkampioen. Ups en dan: downs. Ook wielerkampioenen zijn mensen. Vecht mooi terug. Herwint in zijn tweede leven (eenieder heeft recht op herkansing) respect als gewaardeerd lesgever in de Wielerschool van Ronse. Kiest na wat omwegen voor zijn eigen ‘Super Trophy Mario De Clercq’ consequent voor Ronse. Wielerhoofstad van België, tot spijt van wie het benijdt. Schenkt Ronse op een natte en kille herfstzondag het beste wat zijn sport ons te bieden heeft. Slaagt hij er wonderwel in de Hotondomgeving maximaal te valoriseren voor zijn sport. Schenkt ons het veldrijden op zijn allermooist. Keihard sportief spektakel. Met een superwinnaar Sven Nijs. Bescheiden in de zoveelste triomf. Met grote rivaal Niels Albert na een droomduel als eerlijk en sportief verliezer. Met een paar opgevers, rillend van de kou. Bart Wellens deemoedig toegevend dat moeder natuur hem bovenop de Hootond de baas is. Welgeteld negen gladiatoren van de velo die De Hel van de Hootond trotseren. Duizenden enthousiaste wielerliefhebbers. De cijfers die ik opvang schommelen tussen de 5.000 à 6.000. In elk geval een pak meer dan de minimaal verwachte 4.000. Met zijn allen in de ochtendkranten unaniem vol lof. Voor de organisatie. Voor het schitterend gekozen, overzichtelijk en spectaculair parcours.
Aan de andere kant is er organisator Luc Vandenabeele. Alombekend als ex-keeper van Club & KSK-Ronse. Wielerfanaat in hart en nieren. Aanvankelijk door het wielermilieu ietwat afstandelijk bekeken als ‘de kaasmarchank uit Ronse’. Zoals elk milieu blijft ook de wielrennerij een besloten kringetje waarin elke stek eerst duur bevochten, dan hermetisch beschermd wordt.
Daar niet voor gelaten. Want onderschat Luc Vandenabeele vooral niet. Misschien als marktkramer geboren, maar veel meer in de sacoche dan je vermoedt. Kan incasseren. Waagt zich vooruit als de raskeeper die hij ooit was. Duikt desnoods over krijtlijnen heen. Durft om de kassa van de vzw te spijzen bijvoorbeeld wel eens het aloude sacrale Fiertelgebeuren verwarren met de zweetgeur van sport. Het weze hem vergeven, want wie niks doet. Heeft de koppige kop en het harde karakter van de Flandrien. Mikt Ronse, na dat bewogen WK‘88 met in de hoofdrol Claudy Criquielion- Steve Bauer en als winnaar Maurizio Fondriest weer helemaal op de wielerkaart. Met Belgisch Kampioenschap en Enecotour. En nu dit. Ronse heeft er geen zwaar verlieslatend ‘Wielercentrum van de Ronde van Vlaanderen’ voor nodig.
Luc Vandenabeele koppelt vakmanschap en sportervaring aan gedrevenheid en passie. Liefde voor de velo en voor Ronse. Organisatietalent. Voeling voor volks spektakel en neus voor VIP's-verlangens en sponsoring. Bijzondere feeling voor ‘public relations’. Desnoods met aanvoer van exquise wijnen voor de efemere sterren van het wereldje. Dit alles, al die kleine en grote stapstenen dag in dag uit maken dat Vandenabeele er vandaag voor zorgt dat Ronse con brio en langs de grote poort dik zijn entreeticket heeft verdiend in het internationale veldritcircuit. En het zal Ronsenaar Tom Van Damme, de voorzitter van de Belgische Wielrijdersbond niet zijn die dit zal tegenspreken. Het resultaat is er. Niemand die er nu nog naast kijken kan. Van Vosselaar tot Middelkerke niet. Op naar de internationalisering van de Hotond.
Ik ken de geheime droom van Luc Vandenabeele. Hij heeft hem mij ooit verteld achter het stuur van zijn wagen. Toen we samen ten huize Van Petegem trokken, met het oog op dat Belgisch Kampioenschap. Eerst had hij me zijn zware motor getoond die hij koestert als een reliek. 't Ees de mautau van Beheyt, Steef.
Benoni Beheyt die Keizer Rik Van Looy klopt op het vals plat van de Glorieux. Wiergeschiedenis. Luc Vandenabeele mixt aldus mooi het beste van Ronse van vroeger met dat van nu en dat van morgen. Ik ken zijn grote droom. Ik begin te geloven dat hij hem, bij leven en welzijn, op een dag nog wel eens zou kunnen gaan waarmaken ook: ‘jamais deux sans trois’.
Dat Belgisch Kampioenschap, die Enecoritten blijken alvast stapstenen te zijn geweest naar het grote werk dat Ronse vandaag andermaal herbevestigt als Wielerhoofdstad van het land. Met om te beginnen een te verwachten vaste stek op de internationale veldritkalender. Kijk, dit alles schrijf je als Ronsenaar zoveel liever dan weer een rampverhaal over een leegstaand huis dat ontploft en vijftig diefstallen in de maand september.
Aan de ene kant is er champ Mario De Clercq. Heeft het veldrijden met de paplepel mee. Schopt het tot drievoudig wereldkampioen. Ups en dan: downs. Ook wielerkampioenen zijn mensen. Vecht mooi terug. Herwint in zijn tweede leven (eenieder heeft recht op herkansing) respect als gewaardeerd lesgever in de Wielerschool van Ronse. Kiest na wat omwegen voor zijn eigen ‘Super Trophy Mario De Clercq’ consequent voor Ronse. Wielerhoofstad van België, tot spijt van wie het benijdt. Schenkt Ronse op een natte en kille herfstzondag het beste wat zijn sport ons te bieden heeft. Slaagt hij er wonderwel in de Hotondomgeving maximaal te valoriseren voor zijn sport. Schenkt ons het veldrijden op zijn allermooist. Keihard sportief spektakel. Met een superwinnaar Sven Nijs. Bescheiden in de zoveelste triomf. Met grote rivaal Niels Albert na een droomduel als eerlijk en sportief verliezer. Met een paar opgevers, rillend van de kou. Bart Wellens deemoedig toegevend dat moeder natuur hem bovenop de Hootond de baas is. Welgeteld negen gladiatoren van de velo die De Hel van de Hootond trotseren. Duizenden enthousiaste wielerliefhebbers. De cijfers die ik opvang schommelen tussen de 5.000 à 6.000. In elk geval een pak meer dan de minimaal verwachte 4.000. Met zijn allen in de ochtendkranten unaniem vol lof. Voor de organisatie. Voor het schitterend gekozen, overzichtelijk en spectaculair parcours.
Aan de andere kant is er organisator Luc Vandenabeele. Alombekend als ex-keeper van Club & KSK-Ronse. Wielerfanaat in hart en nieren. Aanvankelijk door het wielermilieu ietwat afstandelijk bekeken als ‘de kaasmarchank uit Ronse’. Zoals elk milieu blijft ook de wielrennerij een besloten kringetje waarin elke stek eerst duur bevochten, dan hermetisch beschermd wordt.
Daar niet voor gelaten. Want onderschat Luc Vandenabeele vooral niet. Misschien als marktkramer geboren, maar veel meer in de sacoche dan je vermoedt. Kan incasseren. Waagt zich vooruit als de raskeeper die hij ooit was. Duikt desnoods over krijtlijnen heen. Durft om de kassa van de vzw te spijzen bijvoorbeeld wel eens het aloude sacrale Fiertelgebeuren verwarren met de zweetgeur van sport. Het weze hem vergeven, want wie niks doet. Heeft de koppige kop en het harde karakter van de Flandrien. Mikt Ronse, na dat bewogen WK‘88 met in de hoofdrol Claudy Criquielion- Steve Bauer en als winnaar Maurizio Fondriest weer helemaal op de wielerkaart. Met Belgisch Kampioenschap en Enecotour. En nu dit. Ronse heeft er geen zwaar verlieslatend ‘Wielercentrum van de Ronde van Vlaanderen’ voor nodig.
Luc Vandenabeele koppelt vakmanschap en sportervaring aan gedrevenheid en passie. Liefde voor de velo en voor Ronse. Organisatietalent. Voeling voor volks spektakel en neus voor VIP's-verlangens en sponsoring. Bijzondere feeling voor ‘public relations’. Desnoods met aanvoer van exquise wijnen voor de efemere sterren van het wereldje. Dit alles, al die kleine en grote stapstenen dag in dag uit maken dat Vandenabeele er vandaag voor zorgt dat Ronse con brio en langs de grote poort dik zijn entreeticket heeft verdiend in het internationale veldritcircuit. En het zal Ronsenaar Tom Van Damme, de voorzitter van de Belgische Wielrijdersbond niet zijn die dit zal tegenspreken. Het resultaat is er. Niemand die er nu nog naast kijken kan. Van Vosselaar tot Middelkerke niet. Op naar de internationalisering van de Hotond.
Ik ken de geheime droom van Luc Vandenabeele. Hij heeft hem mij ooit verteld achter het stuur van zijn wagen. Toen we samen ten huize Van Petegem trokken, met het oog op dat Belgisch Kampioenschap. Eerst had hij me zijn zware motor getoond die hij koestert als een reliek. 't Ees de mautau van Beheyt, Steef.
Benoni Beheyt die Keizer Rik Van Looy klopt op het vals plat van de Glorieux. Wiergeschiedenis. Luc Vandenabeele mixt aldus mooi het beste van Ronse van vroeger met dat van nu en dat van morgen. Ik ken zijn grote droom. Ik begin te geloven dat hij hem, bij leven en welzijn, op een dag nog wel eens zou kunnen gaan waarmaken ook: ‘jamais deux sans trois’.
Dat Belgisch Kampioenschap, die Enecoritten blijken alvast stapstenen te zijn geweest naar het grote werk dat Ronse vandaag andermaal herbevestigt als Wielerhoofdstad van het land. Met om te beginnen een te verwachten vaste stek op de internationale veldritkalender. Kijk, dit alles schrijf je als Ronsenaar zoveel liever dan weer een rampverhaal over een leegstaand huis dat ontploft en vijftig diefstallen in de maand september.
<< Home