RONSIES RARITEITENBOEK (17)
HET ZOOTENBOEK.
Niet te verwarren met uw trouwboek. Register van alle officiële gekken die zich – in ruil voor verse konijntjes en andere gunsten in natura - hebben laten betoveren met de genezende krachten van Sint-Hermes, door kanunniken van het Kapittel die zelf lang niet zo zot waren.
Het boek, dat misschien daarom doorgaans zorgvuldig achter slot en grendel wordt bewaard en net zoals de ‘Lijkwade van Turijn’ maar zeer uitzonderlijk van dichtbij mag worden bekeken, vertoont een hoge concentratie vlasboeren uit de Leiestreek: zot (geworden) van ’t geld. Er staan ook nogal wat Bonenklakkers in: zot van glorie. Vooral vanaf de periode na de fusie van de prochies Welden, Melden, Bevere, Eine, Ename, Nederename, Volkegem, Kerselare en Edelare tot GROOT OUDENAARDE. Tenslotte prijken er in 'Het Zootenboek' ook een paar Brakelaars: vanwege deerlijk over ’t paard getild. Plus één kerel uit 'La Région des Câlines' die zich 'Le Pape de Frasnes' waande.
'Gek genoeg' staan er géén Ronsenaars in 'Het Zootenboek'. Vandaar het gezegde: ‘Saint-Hermès guérit les fous des environs mais laisse les Renaisiens tels qu’ils sont’ (Puisqu’ils ne sont pas cons, ha bon). Families – van buiten Ronse dus - die wèl zo’n zot in huis hadden (elke familie die zichzelf respecteerde had er boven op kamers wel een weggestopt zitten) lieten die officieel belezen door de Heilige Hermes. Zodat ze bij zijn - hierna verrassend versnelde dood te wijten aan broncho-pneumonie door besprenkeling met ijskoud water het erfdeel van de zot konden opstrijken.
Als de bezwering echter mislukte, ging die erfenis naar ‘Notre Sainte Mère L’Eglise’. Het verklaart waarom ‘Het Zootenboek’ na 1150 jaar Hermesverering zo flinterdun is gebleven. Ofschoon het door Buffetarius Jacobus Baert nochtans zorgvuldig gekalligrafieerd werd met heel grote vette letters. Dat kalligrafisch overschrijven van 'Het Zootenboek' was een straffe Gods die Baert had opgegelegd gekregen door het Kapittel zelf. Dit vanwege zijn handtastelijkheden bij de verkoop van reliekhouders. Toen werd je om zo'n dingen nog berispt. Een gebruik dat bij de Rooms-Katholieke Kerk sinsdien in de vergetelheid is geraakt.
‘RONSIES RARITEITENBOEK’
Handleiding voor Ronse.
Copyright Stef Vancaeneghem.
(Illustratie: Armand Demeulemeester. ‘De Ommegang’).
Niet te verwarren met uw trouwboek. Register van alle officiële gekken die zich – in ruil voor verse konijntjes en andere gunsten in natura - hebben laten betoveren met de genezende krachten van Sint-Hermes, door kanunniken van het Kapittel die zelf lang niet zo zot waren.
Het boek, dat misschien daarom doorgaans zorgvuldig achter slot en grendel wordt bewaard en net zoals de ‘Lijkwade van Turijn’ maar zeer uitzonderlijk van dichtbij mag worden bekeken, vertoont een hoge concentratie vlasboeren uit de Leiestreek: zot (geworden) van ’t geld. Er staan ook nogal wat Bonenklakkers in: zot van glorie. Vooral vanaf de periode na de fusie van de prochies Welden, Melden, Bevere, Eine, Ename, Nederename, Volkegem, Kerselare en Edelare tot GROOT OUDENAARDE. Tenslotte prijken er in 'Het Zootenboek' ook een paar Brakelaars: vanwege deerlijk over ’t paard getild. Plus één kerel uit 'La Région des Câlines' die zich 'Le Pape de Frasnes' waande.
'Gek genoeg' staan er géén Ronsenaars in 'Het Zootenboek'. Vandaar het gezegde: ‘Saint-Hermès guérit les fous des environs mais laisse les Renaisiens tels qu’ils sont’ (Puisqu’ils ne sont pas cons, ha bon). Families – van buiten Ronse dus - die wèl zo’n zot in huis hadden (elke familie die zichzelf respecteerde had er boven op kamers wel een weggestopt zitten) lieten die officieel belezen door de Heilige Hermes. Zodat ze bij zijn - hierna verrassend versnelde dood te wijten aan broncho-pneumonie door besprenkeling met ijskoud water het erfdeel van de zot konden opstrijken.
Als de bezwering echter mislukte, ging die erfenis naar ‘Notre Sainte Mère L’Eglise’. Het verklaart waarom ‘Het Zootenboek’ na 1150 jaar Hermesverering zo flinterdun is gebleven. Ofschoon het door Buffetarius Jacobus Baert nochtans zorgvuldig gekalligrafieerd werd met heel grote vette letters. Dat kalligrafisch overschrijven van 'Het Zootenboek' was een straffe Gods die Baert had opgegelegd gekregen door het Kapittel zelf. Dit vanwege zijn handtastelijkheden bij de verkoop van reliekhouders. Toen werd je om zo'n dingen nog berispt. Een gebruik dat bij de Rooms-Katholieke Kerk sinsdien in de vergetelheid is geraakt.
‘RONSIES RARITEITENBOEK’
Handleiding voor Ronse.
Copyright Stef Vancaeneghem.
(Illustratie: Armand Demeulemeester. ‘De Ommegang’).
<< Home