24 september 2010

RONSIES RARITEITENBOEK (13)

SNARIE BLOEDSOSSIESSE.

Legendarisch wielerkampioen. De grootste die Ronse ooit telde. Won - naar eigen zeggen - zeven keer de wielerwedstrijd Toulouse-Lautrec. Werd ‘grovo modo’ acht keer wereldkampioen. Won elk jaar het criterium van Hogerlucht, voor de Italiaan Gelatti Motta.

Eindigde ondanks dat glorieus palmares in diepe armoede. De enige nagel die hij nog bezat om te krabben waar het jeukte, haalde hij uit zijn platte tube bij de laatste koers waarin hij tot opgave werd gedwongen, vanwege een ‘lumbalo aan ziene reuge’.

Zijn naam dankte hij volgens de enen aan een geheim bloedworstrecept met pastis. Volgens de anderen veeleer aan een mythologisch onderdeel van zijn anatomie.

Schonk jaar na jaar zijn zegebloemen aan Soeur Tirelire. Die nam ze dankbaar aan met woorden die zouden worden geboekstaafd in de ‘Anthologie de La Poésie Française’ (de vermaarde zegebloemlezing van Patrick Poivre d’Arvor):

‘Snari bel ami
ouvre ton coeur
c’est toujours
le bonheur.’

Waarop hij niet enkel zijn hart opende en derhalve met chronisch priapisme werd opgenomen en afgezonderd in de dienst Necrologie. Stierf miskend en onbegrepen. Doch omringd door goede zorgen: in de armen van zijn vriendin Soeur Tirelire.


RONSIES RARITEITENBOEK.
'Handleiding voor Ronse'.
Copyright Stef Vancaeneghem.
Illustratie: Michel Provost.