DE BENIEUWDE RONSENAAR
EXCLUSIEF: UITBATER DOET ONS ZIJN VERHAAL
DE VERGANE GLORIE VAN VILLA CARPENTIER
In bijzonder scherpe bewoordingen reageert Daniel Deprez, gewezen zaakvoerder van BVBA Urtica op artikelen die 'Het Nieuwsblad' publiceerde over de teleurgang van Villa Carpentier. Deprez wil - op eigen initiatief - langs deze weg hierover ook eens zijn eigen verhaal kwijt, 'ten einde zijn naam reputatie en integriteit te vrijwaren.’
Zonder ons te willen mengen in deze blijkbaar bikkelhard oplaaiende controverse tussen de betrokkene en de krant (bij uitbreiding zo te lezen ook het stadsbestuur van Ronse), hierna ingekort en ontdaan van al te persoonlijke 'ingrediënten' enkele relevante fragmenten uit deze wanhoopskreet.
We laten dit relaas voor alle duidelijkheid volledig voor rekening van de briefschrijver zelf en zullen alle (niet anonieme) comments hierover graag acteren voor zover ze constructief kunnen bijdragen tot het debat over de redding van Villa Carpentier. De passages die we hierna publiceren schetsen alvast een pijnlijk beeld van de saga rond de vergane glorie van dit ‘stenen mysterie'. Ze werpen tegelijk een licht op de zware uitdaging die een redding van dit kostbaar Ronsese erfgoed nog te wachten staat.
De Voorgeschiedenis
Daniel Deprez: ‘In 2005 is er een huurovereenkomst afgesloten tussen BVBA URTICA (huurder) en INVEST IMMO BELGIUM (verhuurder), maandelijkse huursom 5300 euro per maand. Met dit contract op zak is de nieuwe eigenaar overgegaan tot de aankoop van Villa Carpentier. Zelf hebben wij de gesmaakte inrichting - zoals zo vaak gepubliceerd in diverse media - op ons genomen. In de zomermaanden hebben wij deze huursom zonder noemenswaardige problemen kunnen betalen. Doch in de wintermaanden vormde deze hoge huurprijs een cruciaal probleem. Temeer daar de energiekosten voor een dergelijk zomerverblijf de pan uit swingen. Daarenboven dateert de verwarmingsinstallatie van 1983, is deze sterk verouderd en zéér hoog qua verbruik.
Het probleem van de hoge huurprijs en energiekosten is ook voorgelegd aan het stadsbestuur. Om de openstelling van Villa Carpentier te vrijwaren, heb ik toen voorgesteld om in ruil voor een deel van de huursom, het pand voor een groot deel in bruikleen te geven aan de stadsdiensten. Men is hier niet op ingegaan, want dit neigde naar publiek-private vermenging en daar kon de oppositie commentaar op hebben.
Wat de Vlaamse gemeenschap betreft: Het kabinet van Bert Anciaux kon geen ondersteuning verlenen, gezien het een 'commerciële activiteit' inhield (BVBA). Voor het nieuwe project "cultuurinvest" waren we dan net weer te weinig commercieel.
De problemen om de huur te betalen, keerden uiteraard de volgende winter terug. Vreemd genoeg heeft de eigenaar toen niet ingegrepen, maar heeft ons in tegendeel uitstel van betaling verleend. Tot de economische crisis haar intrede doet en de eigenaar zijn Horta - eigendommen te koop stelt. Daarop worden wij verplicht via het vredegerecht het pand te verlaten en de achterstallige huurgelden te betalen. BVBA URTICA beschikt daartoe niet over voldoende middelen en legt hierna de boeken neer.
Niks geen frauduleus faillissement
Van een frauduleus faillissement of - nog beter - van een stiekem onderduiken is hier geenszins sprake. Het is met heel veel pijn in het hart dat ik gedwongen ben dit project te verliezen, en dit om puur economische en financiële redenen. Niet door een gebrek aan slaagkansen of initiatieven. Ik heb mijzelf absoluut niets te verwijten en kan met een gerust geweten op dit project terugblikken. Het stoot mij ook absoluut tegen het hart dat mensen die geen recht hebben van spreken mij via loze artikels proberen in een negatief daglicht te plaatsen. Hoe komt het dat een krant dergelijke laster en eerroof durft te publiceren zonder degelijke research? Ik ben al die tijd bereikbaar gebleven maar niemand heeft contact opgenomen met mij? Op welke bron is dit artikel gebaseerd?
Schone Schijn...
De eigenaar, zo beweert hij per mail, heeft geen enkele andere keuze dan het gebouw te verkopen omwille van de financiële crisis. Hij heeft Villa Carpentier gekocht en grotendeels afbetaald met onze huurgelden maar de broodnodige restauratie is uitgebleven: niet-gekeurde elektriciteit, kapotte ramen, afbrokkelende asbest in de kelder, slecht functionerend sanitair en een lekkend dak vol houtworm.
Het stadsbestuur heeft gedurende de hele periode het belang van Villa Carpentier voor de stad blijven afwimpelen. Ik heb het stadsbestuur gesmeekt dat ze de villa zouden aankopen, zodat het gebouw voor het grote publiek zou gevrijwaard blijven. Behalve veel excuses is er weinig uit de bus gekomen.
Dat het Horta museum in gesprek zou zijn met het stadsbestuur is werkelijk te gek voor woorden. Het Hortamuseum kan met moeite zijn eigen museumwerking volbrengen, laat staan dat ze gesprekken zouden aanknopen voor een aankoop van Villa Carpentier.
Wat die zogenaamde gesprekken betreft met de provincie: de verschillende gedeputeerden van de provincie hebben mij al lang laten weten dat ze geen budget vrij willen of kunnen maken voor Villa Carpentier. Geen enkele eurocent is er naar dit monument gegaan. Nooit heeft iemand het belangrijk genoeg gevonden om enige daadwerkelijke steun te bieden en het project, met of zonder ons, te redden. Iedereen die eerlijk is, weet dat wij hart en ziel hebben gegeven aan dit monument.
Ik kijk met veel emotie en gemengde gevoelens terug op de voorbije periode in Villa Carpentier. Met een zeker wrang gevoel omdat het verhaal niet af is en klaarblijkelijk niemand dit verhaal belangrijk vindt. Maar ook met een goed gevoel, wetende wat ik betekend heb voor dit monument. Misschien had ik er, zoals de eigenaar van meet af aan suggereerde, een restaurant of feestzaal moeten in onder brengen. Maar dan wel met een publiek die de jas aan houdt in de winter.
Eén ding kan niemand ontkennen, opnieuw ligt Villa Carpentier er verwaarloosd en troosteloos bij. En daar treft iedereen schuld aan. Zowel privé als overheid vinden dit monument tot op vandaag niet belangrijk genoeg om een serieus beleid aan vast te knopen.
Daniël Deprez
DE VERGANE GLORIE VAN VILLA CARPENTIER
In bijzonder scherpe bewoordingen reageert Daniel Deprez, gewezen zaakvoerder van BVBA Urtica op artikelen die 'Het Nieuwsblad' publiceerde over de teleurgang van Villa Carpentier. Deprez wil - op eigen initiatief - langs deze weg hierover ook eens zijn eigen verhaal kwijt, 'ten einde zijn naam reputatie en integriteit te vrijwaren.’
Zonder ons te willen mengen in deze blijkbaar bikkelhard oplaaiende controverse tussen de betrokkene en de krant (bij uitbreiding zo te lezen ook het stadsbestuur van Ronse), hierna ingekort en ontdaan van al te persoonlijke 'ingrediënten' enkele relevante fragmenten uit deze wanhoopskreet.
We laten dit relaas voor alle duidelijkheid volledig voor rekening van de briefschrijver zelf en zullen alle (niet anonieme) comments hierover graag acteren voor zover ze constructief kunnen bijdragen tot het debat over de redding van Villa Carpentier. De passages die we hierna publiceren schetsen alvast een pijnlijk beeld van de saga rond de vergane glorie van dit ‘stenen mysterie'. Ze werpen tegelijk een licht op de zware uitdaging die een redding van dit kostbaar Ronsese erfgoed nog te wachten staat.
De Voorgeschiedenis
Daniel Deprez: ‘In 2005 is er een huurovereenkomst afgesloten tussen BVBA URTICA (huurder) en INVEST IMMO BELGIUM (verhuurder), maandelijkse huursom 5300 euro per maand. Met dit contract op zak is de nieuwe eigenaar overgegaan tot de aankoop van Villa Carpentier. Zelf hebben wij de gesmaakte inrichting - zoals zo vaak gepubliceerd in diverse media - op ons genomen. In de zomermaanden hebben wij deze huursom zonder noemenswaardige problemen kunnen betalen. Doch in de wintermaanden vormde deze hoge huurprijs een cruciaal probleem. Temeer daar de energiekosten voor een dergelijk zomerverblijf de pan uit swingen. Daarenboven dateert de verwarmingsinstallatie van 1983, is deze sterk verouderd en zéér hoog qua verbruik.
Het probleem van de hoge huurprijs en energiekosten is ook voorgelegd aan het stadsbestuur. Om de openstelling van Villa Carpentier te vrijwaren, heb ik toen voorgesteld om in ruil voor een deel van de huursom, het pand voor een groot deel in bruikleen te geven aan de stadsdiensten. Men is hier niet op ingegaan, want dit neigde naar publiek-private vermenging en daar kon de oppositie commentaar op hebben.
Wat de Vlaamse gemeenschap betreft: Het kabinet van Bert Anciaux kon geen ondersteuning verlenen, gezien het een 'commerciële activiteit' inhield (BVBA). Voor het nieuwe project "cultuurinvest" waren we dan net weer te weinig commercieel.
De problemen om de huur te betalen, keerden uiteraard de volgende winter terug. Vreemd genoeg heeft de eigenaar toen niet ingegrepen, maar heeft ons in tegendeel uitstel van betaling verleend. Tot de economische crisis haar intrede doet en de eigenaar zijn Horta - eigendommen te koop stelt. Daarop worden wij verplicht via het vredegerecht het pand te verlaten en de achterstallige huurgelden te betalen. BVBA URTICA beschikt daartoe niet over voldoende middelen en legt hierna de boeken neer.
Niks geen frauduleus faillissement
Van een frauduleus faillissement of - nog beter - van een stiekem onderduiken is hier geenszins sprake. Het is met heel veel pijn in het hart dat ik gedwongen ben dit project te verliezen, en dit om puur economische en financiële redenen. Niet door een gebrek aan slaagkansen of initiatieven. Ik heb mijzelf absoluut niets te verwijten en kan met een gerust geweten op dit project terugblikken. Het stoot mij ook absoluut tegen het hart dat mensen die geen recht hebben van spreken mij via loze artikels proberen in een negatief daglicht te plaatsen. Hoe komt het dat een krant dergelijke laster en eerroof durft te publiceren zonder degelijke research? Ik ben al die tijd bereikbaar gebleven maar niemand heeft contact opgenomen met mij? Op welke bron is dit artikel gebaseerd?
Schone Schijn...
De eigenaar, zo beweert hij per mail, heeft geen enkele andere keuze dan het gebouw te verkopen omwille van de financiële crisis. Hij heeft Villa Carpentier gekocht en grotendeels afbetaald met onze huurgelden maar de broodnodige restauratie is uitgebleven: niet-gekeurde elektriciteit, kapotte ramen, afbrokkelende asbest in de kelder, slecht functionerend sanitair en een lekkend dak vol houtworm.
Het stadsbestuur heeft gedurende de hele periode het belang van Villa Carpentier voor de stad blijven afwimpelen. Ik heb het stadsbestuur gesmeekt dat ze de villa zouden aankopen, zodat het gebouw voor het grote publiek zou gevrijwaard blijven. Behalve veel excuses is er weinig uit de bus gekomen.
Dat het Horta museum in gesprek zou zijn met het stadsbestuur is werkelijk te gek voor woorden. Het Hortamuseum kan met moeite zijn eigen museumwerking volbrengen, laat staan dat ze gesprekken zouden aanknopen voor een aankoop van Villa Carpentier.
Wat die zogenaamde gesprekken betreft met de provincie: de verschillende gedeputeerden van de provincie hebben mij al lang laten weten dat ze geen budget vrij willen of kunnen maken voor Villa Carpentier. Geen enkele eurocent is er naar dit monument gegaan. Nooit heeft iemand het belangrijk genoeg gevonden om enige daadwerkelijke steun te bieden en het project, met of zonder ons, te redden. Iedereen die eerlijk is, weet dat wij hart en ziel hebben gegeven aan dit monument.
Ik kijk met veel emotie en gemengde gevoelens terug op de voorbije periode in Villa Carpentier. Met een zeker wrang gevoel omdat het verhaal niet af is en klaarblijkelijk niemand dit verhaal belangrijk vindt. Maar ook met een goed gevoel, wetende wat ik betekend heb voor dit monument. Misschien had ik er, zoals de eigenaar van meet af aan suggereerde, een restaurant of feestzaal moeten in onder brengen. Maar dan wel met een publiek die de jas aan houdt in de winter.
Eén ding kan niemand ontkennen, opnieuw ligt Villa Carpentier er verwaarloosd en troosteloos bij. En daar treft iedereen schuld aan. Zowel privé als overheid vinden dit monument tot op vandaag niet belangrijk genoeg om een serieus beleid aan vast te knopen.
Daniël Deprez
<< Home