DE BENIEUWDE RONSENAAR
STAD OP WIELTJES
Aan de baxter rechts van mijn bed in de spoed hangt Luc Duponts leven aan een draadje. Zuster Magdaleen heeft ons alle twee een Perdolan opgestoken tegen de pijn van het zijn. Ze hebben ons bijeen gelegd. Zo kunnen we ons klapke doen, als we wakker schieten uit onze 'komma'. Luc snurkt als een schepen in de collegevergaderingen. Zelf tel ik de cupido’s boven mijn bed die me tergend uitnodigen tot onnoemelijke feiten. Voor het moment lig ik met mijn baxter twaalf druppels voor op Luc.
Het is zondagochtend. Onder de foto van paus Benedictus toont de klok halfzeven. Buiten loeit een ambulancier de buurt wakker. Niemand hoort uit te slapen als hij op zondagochtend werkt voor een minimunloon. Onze lotgenoten op de spoed draaien zich reutelend om, in acuut stervensgevaar van ’t verschieten van d’ambulance. Was het niet dat ik er al op lig, ik zou naar de spoed bellen.
We liggen hier proper alle twee. Als zwakke weggebruiker van Ronse had ik de burgemeester uitgedaagd om eens samen zijn stad rond te fietsen. Luc had in de gazetten sussend gesust dat fietsen in Ronse geen probleem is omdat er primo ten eerste overal maar 30 mag gereden worden en primo ten tweede een fietser zich maar assertief moet opstellen. Bijvoorbeeld door op uw doodgemak door de chaos te walsen, rustig ten halven de straat te fietsen, de Wijnstraat beneden te rijden zonder de trottoirs te bezigen en de Peperstraat richting Place te riskeren zonder levensverzekering.
Luc Dupont is vorige vrijdag op mijn uitnodiging ingegaan. We zijn gestart aan de Koeifeeste. Hij op zijn Kettler Cambridge, ik gezeten op mijn Volendamse Gazelle. Nog voor boekhandel Van Stals zijn we al opgeschept door een trucker uit Slovenië met een container vol Chinezen voor Zeebrugge. Luc zijn achterwiel in een accordeon. Mijn voorwiel als de bandoneon van Astor Piazzola. Nog een chance dat Clement Boulaert van Vélos Clement Boulaert ons nieuwe wielen heef geleend of we konden het al vergeten. We zijn doorgereden naar de Elzelestraat. Aan de Paters zijn we opgelepeld door een trucker uit Kroatië met een lading Epo voor de Wielerschool . Luc zijn fourchen geplooid gelijk moeder Theresa op ’t laatst van haar leven. Mijn eigen fourchen zo buiten gebruik een parkeermeter in Ronse.
Nog een chance dat Pol Kerckhove just onderweg was naar een spoedcursus van ’t OCMW waar ze u op speelse wijze het onderscheid leren tussen denigreren en degeneren, tussen incontinentie en incompetentie. Met zijn Jeep bracht Pol ons tot bij bij Velos Cyriel Vanderkimpen. Luc kreeg een Kettler Oxford, ik een Torck Deinze.
Vandaar zijn we naar de Zonnestraat gereden. Op de Steenbrugge zijn we opgeschept door Uitzonderlijk Vervoer met erop een deeltjesversneller voor Iran. Onze velos waren goed voor de Kringloop. Nog een chance dat Jacky van Jacky Sport just passeerde. Die gaf ons twee City Bikes met erop de stickers: ‘Ronse Stad op Wieltjes’. Wij door naar de Saint-Sauveurstraat. Aan Pessemiersbrug zijn we opgeschept door een Moldaviër met een container vol Birmanezen. Luc lachte maar groen. Nog een chance dat Cyriel Van Hauwaert van Velos Cyriel Van Hauwaert just passeerde. Hij gaf ons twee Country Bikes met de stickers: ‘Ronse, genieten midden in het groen’.
Het zag ernaar uit dat we onze tocht toch zouden kunnen beëindigen op de Markt alwaar de Fietsersbond ons opwachtte voor een gastoptreden van de Gepluide Guidounks. Zover is het echter nooit gekomen. Aan de Rooseveltplaats zijn we opgeschept door vier auto’s met een L erop vanachter die allemaal dachten dat ze voorrang hadden en lagen we in de vitrine van de pittazaak. En vervolgens zijn we… maar ik merk dat Luc ontwaakt uit zijn velodroom.
‘Ook genoten van ons fietstochtje, burgemeester?’
‘AFFERTIEF FIETTEN IN RONFE! HET IF NOCHTANF FIMPEL!
VEKER VETEN! FRIJF HET OP VOOR IN DE PAF-PARTOUT’ Walter Ego.
Tekst: Copyright Stef Vancaeneghem & Passe-Partout.
(Illustratie: 'Wielerpeloton de Kruissens op'. 'Mijn geklieder met penseel'.)
<< Home