30 maart 2007

DE BENIEUWDE RONSENAAR (110)


EEN VLAAMSE
IDENTITEIT(SKAART)
VOOR RONSE

VEUILLEZ
PRESENTER
VOS
PAPIERS…..

ERIK TACK BEZIT BEWIJZEN ONWETTELIJKE PRAKTIJKEN

BESTAAN ER JA DAN NEEN TAALREGISTERS TEN STADHUIZE?

HOOGSTE TIJD VOOR KLARE TAAL

BURGEMEESTER BELOOFT GRONDIG ONDERZOEK


Los van de soms hevig oplaaiende discussie over de manier waarop, kan geen enkele Ronsese Vlaming eraan twijfelen dat Vlaams parlementslid en Ronsies oppositieleider Erik Tack zeer consequent ijvert voor het Vlaams karakter van de stad.

Het meningsverschil omtrent de reductiebonnen voor L’Exploration du Monde( Zie DBR 107) mag ons hierbij als Vlamingen vooral niet afwenden van deze essentie: Ronse is een Vlaamse stad. Elk open of verdoken verfransingsmaneuver dient eendrachtig en hard te worden teruggefloten. Dit in het belang van àlle Ronsenaars van morgen.


Op domme, gemakzuchtige, kortzichtige manier bestendigen de hardnekkige fransdolheid en het oudbakken franskiljonisme alleen maar de Vlaamsonkundigheid en de navenante werkloosheid van de nieuwe Ronsenaars.

Al dan niet georganiseerd volgehouden Franstalig unilinguïsme zorgt alleen maar voor meer miserie en sociale achteruitstelling, voor een nog hogere Ronsese werkloosheidsgraad, voor een al te zware instroom van zowel Nederlandsonkundige allochtonen als van Waalse werklozen in deze stad. Het ijveren voor een volwaardig Vlaams Ronse heeft vandaag dan ook alles te maken met bestrijden van nieuwe armoede.

Veuillez présenter vos papiers...

Met zijn volgehouden bevordering van het Vlaams karakter van Ronse werkt Erik Tack volgens ons - wat dat betreft - ‘tuupe vuir Roonse’ mee aan de ‘Renaixance’ van een voluit Vlaams maar daarom niet minder gastvrij en taalhoffelijk Ronse.
Ook deze waarheid heeft haar rechten en we schrijven ze hier volmondig.

Het kan inderdaad totaal niet dat, zoals Erik Tack dit maandag, met spijkerhard bewijsmateriaal achter de hand, op de gemeenteraad naar voren bracht, er tot op vandaag, of toch tot zeer recent nog, vanuit het stadhuis nog steeds Franstalige uitnodigingen worden verstuurd voor de hernieuwing van de identiteitskaarten aan mensen die daar zelf niet om vragen. Dit is tegen alle wettelijke bepalingen terzake.

Burgemeester Luc Dupont beaamt dat. Hij beloofde in zijn antwoord aan Erik Tack dat hij de affaire grondig zou laten onderzoeken.

Luc Dupont:‘Het kan inderdaad niet. Het is in strijd met onze herhaaldelijke instructies terzake én het is inderdaad in strijd met de taalwetgeving’.

Burgemeester Dupont vroeg dan ook dat Erik Tack hem de betrokken bewijsgegevens zou doorspelen. Zo dat hij de betrokken ambtenaar daarover zou kunnen interpelleren. Mits het respect van de nodige privacy van de betrokkenen zegde Erik Tack dit te zullen doen.

Er wordt nu uitgekeken naar de resultaten van het onderzoek ten stadhuize van burgemeester Luc Dupont. Temeer dat Erik Tack zijn vragen ook richtte aan de bevoegde minister Marino Keulen. (Zie zijn brief van 28 maart 2007, hieronder).

Klare taal alstublieft

Dit voorval reikt inmiddels echter verder dan enkele geïsoleerde gevallen. De bewuste praktijken met Franstalige brieven doen Erik Tack immers vermoeden dat de stad Ronse op de één of andere manier toch over een soort talenregister beschikt, waaruit de informatie geput wordt om te bepalen of de oproeping voor hernieuwing van identiteitskaart in het Nederlands dan wel in het Frans gebeurt.

‘In elk geval laat de stad Ronse zich in deze leiden door de taal van de vroegere identiteitskaart of door de vroegere verblijfplaats. Het is duidelijk dat deze handelswijze niet strookt met de wettelijke bepalingen’, aldus Erik Tack in zijn brief aan Keulen..

We delen volkomen het vermoeden van Erik Tack omtrent een talenregister ten stadhuize. De recente verkiezingscampagne heeft ons vermoeden wat dat betreft alleen maar versterkt. Het wordt hoogtijd dat het bestuur hierover volledige duidelijkheid schept.

Bestaan er ja dan neen ten stadhuize taalregisters? Wie heeft en wie had daarover de beschikking? Wie heeft die registers het afgelopen jaar gebezigd, gekopieerd, opgevraagd? Met welke bedoeling? Welke reden is hiervoor opgegeven? Kan het dat verkiezingskandidaten op de één of andere manier de beschikking hadden over taalregisters van Ronsese bewoners? Werden deze registers gebezigd in de afgelopen verkiezingscampagne? Zo ja door wie? Langs welke weg?

DE BRIEF VAN ERIK TACK AAN MINISTER KEULEN


Vraag om uitleg van de Heer Erik Tack aan de Heer Marino Keulen, Vlaams Minister van Binnenlands bestuur, Stedenbeleid, Wonen en Inburgering in verband met de toepassing van de omzendbrieven BA-97/22; WEL 98/01 en B 2005/03 betreffende het taalgebruik in de gemeente- en OCMW besturen en de intergemeentelijke samenwerkingsverbanden


De omzendbrieven BA-97/22; WEL 98/01 en B 2005/03 regelen het taalgebruik in de gemeente- en OCMW besturen en de intergemeentelijke samenwerkingsverbanden.

Het uitgangspunt van de omzendbrief BA-97/22 is dat de bestuurstaal in de gemeenten van het Nederlands taalgebied het Nederlands is. Alleen voor de faciliteitengemeenten geldt de regel dat berichten en mededelingen die uitgaan van de gemeentelijke overheid en gericht zijn aan de inwoners van die gemeenten, tweetalig moeten zijn met voorrang voor het Nederlands. Alle andere individuele contacten met particulieren moeten in het Nederlands verlopen. Op eenvoudig verzoek kunnen de Franstalige inwoners van die gemeenten wel de voor hen bestemde documenten in het Frans verkrijgen. Ze moeten dat verzoek echter telkens opnieuw herhalen.

De Raad van State heeft in vijf arresten van 23 december 2004 de diverse vorderingen tot vernietiging van de omzendbrieven Peeters en Martens ongegrond verklaard. De wettelijkheid van deze omzendbrieven stond daarmee dus vast.

De vroeger toegepaste soepele interpretatie en praktijk waarbij besturen – aan de hand van een of andere vorm van registratie – bestendig het Frans gebruiken ten opzichte van bepaalde rechtsonderhorigen zonder dat voor het gebruik van die taal een uitdrukkelijk herhaald verzoek is uitgebracht, is dus onrechtmatig. Elke registratie van de taalvoorkeur van de inwoners via taalregistratie of bestanden met de bedoeling een automatische taalkeuze te maken, is dus ongrondwettelijk.

Deze omzendbrief wordt echter niet in alle gemeenten correct toegepast. Bij wijze van voorbeeld haal ik stad Ronse aan, waar een deel van de oproepingen voor de hernieuwing van de identiteitskaarten in het Frans verstuurd wordt en dat ondanks het feit dat de burgemeester er in het verleden telkens opnieuw herhaalde dat de faciliteiten correct worden toegepast in Ronse. In bijlage vindt u kopie van een drietal voorbeelden. Het is evident dat ik om reden van privacy de persoonlijke gegevens van deze personen onleesbaar heb gemaakt.

De voorbeelden van Franstalige uitnodiging voor hernieuwing van de identiteitskaarten, waarover ik beschik, betreffen een eerste oproeping en zeker niet een expliciete vraag van de betreffende inwoner voor een Franstalige versie van deze oproeping. Ze tonen aan dat de stad Ronse op een of andere manier haar inwoners wel catalogeert in een Nederlandstalige en een Franstalige groep.

De Franstalige oproepingen, waarover ik beschik, kunnen onderverdeeld worden in 2 categorieën.

Een eerste categorie betreft inwoners van de stad Ronse, waarvan de vorige identiteitskaart door de stad Ronse was uitgereikt in het Frans.

De tweede categorie betreft inwoners van de stad Ronse, die bij de oproeping voor een identiteitskaart nog niet beschikten over een identiteitskaart (en dus ook geen Franstalige) maar die zich door migratie vanuit Wallonië in Ronse hebben gevestigd.

Hieruit blijkt dat de stad Ronse op de één of andere manier toch over een soort talenregister beschikt, waaruit de informatie geput wordt om te bepalen of de oproeping voor hernieuwing van identiteitskaart in het Nederlands dan wel in het Frans gebeurt. In elk geval laat de stad Ronse zich in deze leiden door de taal van de vroegere identiteitskaart of door de vroegere verblijfplaats. Het is duidelijk dat deze handelswijze niet strookt met de wettelijke bepalingen.

Het is niet onmogelijk dat ook andere faciliteitengemeenten een dergelijke (onwettige) manier van werken toepassen.

Daarom volgende vragen:

1.Voert u steekproefsgewijs onderzoek naar de correcte toepassing van de taalwetgeving in de faciliteitengemeenten uit.

2.Zijn deze feiten uit Ronse u bekend?

3.Zijn u uit andere faciliteitengemeenten dergelijke praktijken bekend?

4.Zal u in dit concreet geval een onderzoek bevelen?

5.Welke sancties kan u hiertegen treffen?

Erik Tack