01 mei 2006

EGOSTRIP (81)

Tegen de ochtend zit onze ommegang van alles wat voorbijgaat erop. Onze zoveelste praatmarathon. De inventaris van alles wat we anders wilden. De relativering van wat ons min of meer lukte. Het is zo en niet anders. Wat achter ons ligt, kunnen we nu niet meer veranderen. Wat nog komen moet, is zeer onzeker. Maar nu zijn we hier weer bijeen. Vrienden voor het leven. Het is niet zozeer dat we mekaar willen overtroeven met argumenten. Het gaat ons meer om het zeldzame intense genoegen samen in hoge vernelling met alles wat we onderweg hebben opgeraapt te blijven zoeken naar het ongrijpbare goede, ware, schone.


Het is telkens weer net niet. Zijn we te veeleisend? Weer ontvouwen we nieuwe plannen. We gaan dit, we zullen dat. Dit deden we fout, daarin zaten we goed. Dat kon beter. Daar lag het aan. Jawel, nu weten we het. Toen niet. Tegen de ochtend daagt de conclusie. Geen van ons beiden wil de ander ooit zien doodgaan. De winnaar wordt degene die eerst gaat. De andere moet de ommegang dan alleen verder. Geen van ons beiden wil de ander zijn.

Sancta Maria. Jurylid spelen in het JCI-jongerendebat. Er is een dame van Jaycees uit Finland - of was het Noorwegen – helemaal naar hier komen afzakken en uit wat beleefdheden. Door de ramen van de Sanctarefter droom ik weg naar vroeger, toen we hier in het inmiddels verschwunden zwembad de meerminnen achterna plonsden. Heerlijk not done, toen.

De burgemeester schenkt de Finse of was het de Noorse een boek over Ronse met de foto erin van zijn voorganger. Veel te braaf gekweekt voor deze tijd is hij. Benieuwd welk portret van hem er in de hall van het stadhuis komt te hangen. Trots of veeleer discreet, zoals toen al in de scoutspatrouille.

De chauffeur van nummer A1 komt de wagen van Herman De Croo voorrijden. Soms lijkt die man wel een handenschuddende automaat. Ik vraag me af hoeveel exemplaren ervan bestaan. Hij is overal tegelijk.

De debatterende jongeren meten zich met mekaar in verbaal geweld. Vanop mijn stoel ontwaar ik her en der toekomstige Jean-Marie Dedeckertjes, uitpakkend met hun arrogantie in wording. De Jerry Springertjes van morgen. Jaja, flink zo,scoren, winnen, Het Helemaal Maken Later...Ik nok af na de tweede ronde, een doosje Leonidaspralines in de hand. Wat is Sint-Hermes mooi. Zo bekeken vanuit de Sanctatuin.

Je rêvais d’un autre monde
où la lune serait blonde
et la terre serait féconde.

Wat Marnic Torcque op het Cultuurtreffen met mossels, haarborstel en afgedankte tanden vermag, verzoent me snel weer met de algehele lichtheid van het bestaan.