30 december 2005

DE SCHRIJFHEREN (2.4)

Roman

Poulain zei dat er te weinig geduld was in het new journalism dat zich nu vanuit de States aanmeldde.

‘Met al hun korte frasen.’
‘Hun style saccadé.’
‘Niks geen patience voor ne schonen exposé.’
‘Ze willen sebiet de superstory.’
‘Héla, minuutje.’

Bescheiden beginnen met korte berichtjes. Dan al eens een stuk. Een persconferentie. Een reisje. Een lichte reportage. Een sober doch sterk dossier. De eerste maanden moest ik vooral goed rondkijken. Pink op de naad uitvoeren wat hij van mij verlangde. Ik moest er niet zomaar op los gaan schrijven. Ik moest de techniek van het schrijven leren beheersen.

Het interview: subtiele technieken.
Het ooggetuigeverslag : feeling.
Het profiel: grondig, gevat en compleet.
Het portret: ruimte voor menselijkheid.
Het dossier: harde feiten.
De serie: smeuïge details.

‘Het interview. Gaandeweg. Beetje bij beetje. Naar die ene ultieme vraag toe. Wachten tot je goed zit. Dan toeslaan. De prooi in slaap wiegen met vriendelijke niemendalletjes. Tussendoor hier en daar een prik. Dan erop of eronder. Pas op, ze willen altijd de tekst zien. Nooit aan toegeven. Schermen met de deadlines. Zeggen dat er geen tijd meer is. Verwijzen naar de hoofdredactie die het niet toelaat vanwege tijdsdruk.’

Uren zaten we al in de refter. Poulain zei dat hij vers bloed vandoen had op zijn redactie. Hij had net een paar medewerkers bedankt.

‘Schouwgarnituren. Ze vinden dat je de hele dag stukken moet afschrijven uit L’Echo de la Bourse. Mijn journalisten moeten met de drive zitten. Het vuur. De bezetenheid van schrijven. Stille ploeteraars die het kleine eren. Weg met al die breedsmoelkikkers die de stiel telkens weer heruitvinden op eindeloze perslunches, dan komen indommelen op mijn redactie.'

Poulain had nog nooit van De Wakkere Toeter gehoord. Ik dankte Sainte Gudule.

‘De Wakkere… wat was het ook weer ? Ik hou van de harde leerschool te velde. Alles nog zelf aanpakken. Niks geen archivaris die het vooraf voor je uitzoekt. Niks geen documentatiedienst met voorgekauwde mapjes. Je vastbijten in elk onderwerp hoe bescheiden ook. Leren structureren. Vlotte doch veelzeggende inleiding. Stevige body. Sterke conclusie. Dan een goeie kop. Aantrekkelijke tussentitels. Veelzeggende bijschriften. Zelf toezien op de fotokeuze en de opmaak. Proeven opvragen en corrigeren. De geur van verse inkt. Toch kunnen boeien met een ogenschijnlijk saaie story over de regionale huurprijzen. Langslopen bij notarissen, immobilières, wooncentrales. Je te pletter schrijven, knippen, plakken. Alles scheuren. Herbeginnen tot het klikt.’

Hoofdredacteuren luisteren alleen naar zichzelf, als het moet naar hun broodheer en nog het liefst naar hun eigen commentaar in het radiopersoverzicht. Een hoofdredacteur weet wat goed is voor de krant. Zolang de oplage stijgt, is zijn verhaal waar. Zakt ze, dan vliegt hij er zelf uit en wordt zijn opvolger weggeplukt bij de concurrentie.

‘Zelfs met de duivenuitslagen moet je kunnen boeien..’

Specialist Pol Jacquemijns bellen om zijn mening. Maar evengoed Louis van om de hoek met zijn vijf prijsbeesten. Gouden bruiloften. Achiel Savooie die zijn eigen oorlog vertelt. Diens Waalse echtgenote Mimie die général Patton nog heeft zien binnen donderen op zijn jeep in Bastogne.

‘Un général comme on n’en fait plus ce Patton.’

Met wel vijftig medailles op de buik. En een chiclette tussen de molaires. Kleur geven aan je stuk. Schrijven zoals je het aan je moeder vertellen zou.

Hem, Poulain moesten ze niks meer leren. Ooit verzorgde hij de horoscoop in de Bataclan, een toutes-boîtes van Brussel. Zijn vrouw dicteerde hem ‘s avonds de toekomst van de sterrenbeelden in bed.

Weegschaal: Sta erop.
Stier: Wees jezelf in bed.
Ram : Ram erin als een Leeuw.
Leeuw : Waterloo wacht op jou.

'Het betaalde goed. Waar ben ik gebleven ?’

Bij de melding dat zijn beleid bij Targets Magazine volkomen toekomstgericht was.

(Vervolgt).

Uit : ‘De Schrijfheren’. Roman. Copyright Stef Vancaeneghem.