22 december 2005

DE SCHRIJFHEREN (1.3)

Roman

Voor wie de advertentiewereld niet kende, leek het orderboek ‘Grote Aankondigingen’ van De Wakkere Toeter belachelijk klein. Vergeleken bij het volumineus register voor ‘Kleine Annoncen’. Van grote advertenties werden de cliché’s in lood echter door de reclamebureaus drukklaar toegestuurd. In omslagen, met erop mooi in reliëf :

‘D’Houwaert D’Hollander & De Neef’. Advertising.
‘Young and Rubicam’. Publicity.
‘Lintas’. Brussels Communications.
‘Agence Havas’. Publicité.

Als ik de inhoud van deze cliché’s tegen de spiegel hield, vernam ik wat de lezer ter kennis zou worden gebracht :

‘BONUX. NU MET SURPRISEN!
‘ENGLEBERT VOOR ALLE WEDERS’
‘COLGATE KOPEN.UW MOND VALT ERVAN OPEN’

De prijs per millimeterruimte hadden ze in hun Brusselse kantoortorens ook al voorgerekend. Doorgaans ging het om een stevige 270 mm x 4 kolommer. Dit zou de radeloze drukker van De Wakkere Toeter ertoe verplichten de resterende ruimte vol te smijten met overlijdensberichten, wachtdiensten 'en andere brol'. Ongelooflijk hoeveel geld klanten als General Motors, Fiat Belgio en Ford mikten in een blaadje als De Wakkere Toeter. Doelgroepgerichte reclame gaf echter een nieuw elan aan het bedrijfsleven.Meneer Waldo Vastepan, nieuwbakken president van de Union Belge Des Entreprises,was dit komen beklemtonen op een debatavond van de Handelskamer. Vastepan kwam de succesformule toelichten die hem weelde had gebracht.Die boodschap wenste hij over te brengen aan alle dynamische Belgische ondernemers:

‘Savoir!’
‘Savoir-faire!’
‘Faire savoir!’

De voertaal van succes in België was Frans. Wie het als Vlaming maken wou, kon het proberen als tabaksplanter in Canada. Of als boer in die ouw Transvaal. Daar waar me Sarie Marijs woon. De sleutel van alle succes heette voortaan hoe dan ook : reclame. De spinazie van Frima. De fish-sticks van Findus. De garnaalkroketjes van Igloo. De snijbonen van Marie Thumas. De bosbessenconfituur van De Betuwe. De melkchocolade van Banania. De poets wederom poets van Negrita. Waar hadden ze gestaan zonder reclame? In de rekken van de Grand Bazar waren ze blijven staan. En dus niet bij de ‘consommator’, aldus meneer Vastepan.

Op blauwe maandagen werd ik geprikkeld door een zwellend verlangen om de brocanteurs en de boeren, Madame Rachel en de Zwitserse koekoek vaarwel te zeggen en het zelf te wagen in de reclame. Dat kon nu net bij Pub&Partners, een agentschap dat copywriters zocht ‘vanwege opstijgend succes’:

Kunt u zoals Jacques Prévert een hele wereld imagineren
vanop een feuille morte?
Misschien bent u dan de Creatieve kracht die we zoeken!
Onze honorificaties zijn excellent.
Laat uw imaginatie omhoog borrelen.
Spring op deze occasie!
Redigeer een origineel concept rond de Bonhommes Michelin.
Stuur ons vandaag nog uw originele Creatie.
Misschien engageren we u met immediate ingang.

Ik droomde mezelf al weg in dat nieuwe bestaan. Je vertoefde de hele week bij die meneer Prévert op de twintigste verdieping van de Martinibuilding. Je leunde er aan tegen een Italiaans bureau van plexi en mica. Je zat er hele middagen creatief na te denken onder een exclusieve designlamp met kleurrijke vrouwentongen die je naar believen in alle richtingen draaien kon.(De uitdrukking ‘een tong draaien’ komt uit de designwereld). Plotseling zag je het licht. Het volgende moment noteerde je driftig met je blauwe Bic in je rood Atomicschriftje:

Lieverd beetje koud in het hart?
Vlug ‘n onderlijveke van Damart!

Meneer Prévert zei je dan ‘Charlie jongen, daar zit wat in. Mogelijks doen we er een kleinschalige campagne mee. Op de buiten voor de landelijken. Maar in het francone landgedeelte marcheert het dus niet uw rijmpke. Daar zeggen ze Damààr en niet Damart.’

Ze zouden me een salaris betalen dat een veelvoud was van wat ik verdiende bij De Wakkere Toeter. Ik zou gratis hun events meemaken met alle wereldsterren. La Loren by Sunlight. La Lollobrigida by Lux. La Cardinale by Max Factor. La Esterella by Poeders Mann. Mij wachtte rechtstreeks contact met Jacky Brichant, Jacky Ickx, Jacky Stockman, Jacky Stewart, Jacky van Petits Suisses. Ik zou op mijn Vespa rond het Collosseum toeren, dan in de Trevifontijn te duiken, tenslotte Anita Ekberg in de armen drukken. Ik zou bij Yves Montand fluisterend informeren of Marilyn echt zo’n hete was dat ze de twee Kennedy’s zot maakte. Ik zou de vertrouwensman worden van Ray Coniff, Ray Ventura, Ray Goethals, Ray Ceulemans, Jean Ray , Ray Ban, Raimu en Rainier.

Waarop wachtte ik ? Ik moest meer durven. Zoals Marilyn gedurfd had toen ze in opwaaiende zomerjurk over de vloerventilatie van de Hollywoodstudio liep en schokgolven veroorzaakte tot diep in de binnenlanden van Tijuana, alwaar Herp Albert zijn schuiftrombone inslikte : het definitieve einde van Herb Alperts Tijuana Brass. Ik moest mijn leven kneden zoals Jack Kerouac, mijn beatheld die papierrollen vol pende over de drang van ‘t leven. Ik moest verse stierenkloten nuttigen in Granada, op Kodiacberen jagen in Alaska, slangenbloed slurpen in Mongolië. Ik moest Jayne Mansfield meegraaien op mijn Harley Fat Boy voor een rondje Beverly Hills, daarover dan een onverbiddelijke bestseller schrijven : ‘Ik Charlie Puis.’
Ik moest de minnaar worden van Marina Vlady, Virna Lisi, Laura Antonelli. Ik moest de memoires optekenen van Greta Garbo en Marlène Dietrich, naar Skorpios vliegen bij Jacky Kennedy Onassis. Ik moest met de Che rondtoeren in Bolivië, de kerker van Papillon bezoeken in Frans Guyana, net als Albert Camus in de Facel Vega van mijn uitgever Gallimard tegen een plataan knallen op de weg van Lourmarin naar Villeblevin. Daarbij als wonderboy het manuscript van mijn magnum opus achterlatend, middenin de zonnebloemen:
‘Nagelaten Notities. Door Charlie Puis.’

(Vervolgt)

Uit : ‘De Schrijfheren’. Roman. Copyright Stef Vancaeneghem