30 oktober 2005

EGOSTRIP (29)

Ronse. Al bij al een (onverwacht) leuke signeersessie van mijn ‘Roonsies Beurooboekskie’ in de Standaardboekhandel. Prettige kennismaking met de lezer. Ik ontmoet er fijne mensen van alle slag in een aangename relaxe sfeer en omgeving. Jong, oud, bekenden, onbekenden. Rond die liedjes in het Ronsese dialect zijn we een mooie grote Ronsese familie aan het vormen. Tuupe vuir Roonse. Allemaal mensen die van Ronse houden. Die al dat chagrijn beu zijn. Die simpelweg hun liefde voor de stad willen uitzingen in een lach en een traan. Eén lezer legt me prompt drie exemplaren voor. Zijn zoons hebben Ronse verlaten, de band blijft. Voor altijd.
Ik signeer achter twee Belgische vlaggetjes. Er blijkt een actie aan de gang van boeken rond België. Ik laat me verleiden tot de aankoop van ‘s Lands Glorie, met de prachtige Artis Historia prentkaarttekeningen van Jean-Léon Huens die de Hall of Fame Award kreeg van de New Yorkse Society of illustrators.

Pure jeugdnostalgie, die prentkaartengeschiedenis van België. Volksverhuizing in boerenkarren.
‘In de dertiende eeuw ontstond een emigratiebeweging naar het Oosten, namelijk naar Duitsland, Hongarije, Polen. Deze beweging wordt de ‘drang naar het Oosten’ genoemd. De haven van Bremen is van Belgische oorsprong. Wij hebben Vlaamse dorpen in Saksen gesticht. Nog lang leefden Waalse gebruiken in Hongarije voort.’
Tiens tiens. L’histoire se répète. Nu omgekeerd.
Dramatiek à la Diana aan de Pont de l’Alma, avant la lettre. Tijdens een jachtpartij in het bos van Wijnendaele bij Brugge valt Maria van Bourgondië van haar paard.. Het wicht laat twee bloedjes van kinderen na van amper twee en vier. Pech heeft haar bestaan getekend. Voordien was ze er al in geslaagd zowel Bourgondië, Picardië als de Elzas en Lotharingen kwijt te spelen aan Jan en alleman. En wanneer de Gentenaars in opstand komen en zich klaarhouden om Hugenot en Humbercourt twee koppen (elk een) kleiner te maken, komt het schaap persoonlijk om genade smeken voor haar twee beste ministers. Tevergeefs. Als een Gentenaar iets in zijn hoofd heeft, dan heeft hij het niet waar een blaas als pakweg Jacques de Chatillon de nulmeridiaan meent te weten liggen.

Geschiedenis. Boeiend. Een jongen uit de streek fietst elke ochtend voorbij Veevoeders Clovis Matton in Kluisbergen. Wanneer hem gevraagd wordt wie de Alemannen versloeg bij Tolbiac en zich door Remigius in Reims liet bekeren als koning der Franken is het antwoord vlotjes : Clovis Matton.

Paus Urbanus II, die heeft het ons gelapt. Hij is ermee begonnen, de spelmaker. Op het Concilie van Clermont in de Auvergne. Daar roept hij voor het eerst alle christelijke ridders op om het graf van Christus in Jeruzalem te gaan bevrijden.Volgens hem mishandelen Mohammedaanse Turken de pelgrims die er de Heilige plaatsen bezoeken. We schrijven 1095. Het zal nooit meer goed komen.

Bernard-Henri Lévy brengt me in zijn turf ‘De eeuw van Sartre’ op het spoor van André Gide.

‘Je ne souhaite pas d’autre repos que celui du sommeil de la mort. J’ai peur que tout désir, toute énergie que je n’aurais pas satisfaits durant ma vie, pour leur survie ne me tourmentent.’ (‘Les nourritures terrestres’)