26 oktober 2020

 AVONDUREN.

Ronse, een handleiding.


Lieverds van mijn hart,
De Derde Wereldoorlog brengt mijn generatie niet wat we ervan verwacht hadden. Ons leven lang hebben ze ons bang gemaakt met hun kernraketten, voor wie de grootste in hun parades. Vagelijk dreigden ze ook met verraderlijke bacteriƫn uit Vladivostok.
En zie, die Derde Wereldoorlog daagt nu in werkelijkheid op als een venijnig virus vanuit niemandsland, ieder van ons bedreigend. Een nooit geziene massamoordenaar met onzichtbare veelkoppige sluipraket die ons tot overmaat van ramp in de diepste eenzaamheid ook nog belet jullie teder ten afscheid te knuffelen.
Zoals we dat deden na onze vrolijke partijtjes voetbal hier in de tuin. Na het samen jumpen onder de basketring. Na de gekste capriolen van het dansmarieke onder de plataan.
Hieronder vertel ik jullie, in de avonduren van mijn passage in dit dal van vreugde en verdriet , over een voorgoed vergane wereld van voor het virus. Toen samenleven nog een warm weefsel was, geen steriel gaas. Een wereld zonder borden met 'Hou afstand!'


1. Canicule.

De Blote Pompier is ons monument der doden. Hij is geen naakte manspersoon. Noch minder is hij een blote brandweerman. De reputatie van onze gemeenschap blijft zonder kleerscheuren overeind. Onze pompiers staan alom bekend als buitengewoon bekwaam. Alle lopende vuurtjes worden vakkundig door hen gedoofd. Ook familiale wespennesten worden door hen geblust. Hun fanfare schittert op kermis en kiosk, Fiertel en kermis.
De Blote Pompier is de grote verzoener van onze stad. In vele gesprekken wordt knipogend naar hem verwezen. Bij de plotselinge dood van een gefortuneerd. alleenstaande, bij alle andere gevallen van sluipend gif en gefluister.
'Ze is in positie. Het zal van de Blote Pompier zijn zeker?'
Bloedheet. Wel dertig graden celsius is het hier in zijn park aan de Grote Kerk, gepromoveerd tot kleine basiliek. Compleet windstil. Zelfs de koolwitjes ondervinden hier zo te zien geen enkele turbelentie tijdens het vlinderen. Zo zwoel is het dat ik er kietels van krijg. Niet echt kriebels. Het zijn meer tintelingen in het gebied waarvan grootvader zegt dat zijn galstenen hem er hevig steken 's nachts.
'Dat is omdat uw vlees wakker wordt.'
Ik heb liever dat mijn vlees vandaag nog niet wakker wordt. Veel te heet. Mijn vlees gaat sebiet bederven mocht het nu ontwaken..
Als het zo warm is, voelt een mens zich te leeg om iets anders te doen dan hier gewoon naar de Blote Pompier te kijken. Zien of zijn vlees ook wakker wordt onder die vlag. Van de canicule.