BLOGSTUKKEN
BASILIEK VERSUS GEKTE
Van Keulen naar Boulogne langs de handelsroute van de Baltische Zee naar de Noordzee en zo verderop naar Engeland zet Hermes Rothnacum op de kaart van het Oude Europa. Alle tijden trekt hij door. Donkere middeleeuwen, beeldenstorm, revoluties, bezetting, voogdij. Hij, de vrijgelaten Helleense slaaf en latere stadsprefect van Rome. Overheen zijn dood maakt hij van zijn postume adoptiestad Ronse een parel in het hart van het mooiste dal van Vlaanderen.
Jaar na jaar torsen we als Ronsenaars behalve het schrijn met zijn relieken ook alle ontsporingen van het donkerste zelotische doemdenken met ons mee. Wat onze tocht dwars doorheen die eeuwen van duistere dogmatiek vol vervolging marteling dood en vernieling daarbij zo bijzonder maakt is datgene wat we overhouden aan mysterie en schoonheid, zingeving en betekenis. Dat alles bij de klank van twee eenvoudige bellen.
Pint Ludwig Wittgenstein ons vast op de grenzen van taal bij de evolutionaire verkenning van de diepste werkelijkheid, doet Thomas Kuhn hetzelfde met de limieten van de over elkaar schuivende wetenschappelijke paradigma’s, dan blijft in de ommegang de verwondering van De Kleine Prins helemaal overeind en ongeschonden.
De Ommegang bewandelt al eeuwen diezelfde wonderbare sacrale cirkel rond Ronse ter reflectie. In die eindeloze trektocht overstijgt Hermes de waan van de tijd, houden bellenmannen en dragers van het schrijn onverstoorbaar sereen de kaap op het sublieme, het wonderbare en het onzegbare. Er zijn geen woorden voor om dàt gevoel te beschrijven.
In een wereld vol haat en gebakken lucht is kijken met het hart de enige optie die ons rest. Want je gooit bij je levenslange trektocht vanuit de duisternis naar het licht het paradigma van je eigen tijd niet zomaar hoogmoedig overboord.
Vol hoop en vertrouwen in de generaties van morgen koester je integendeel als mens van deze tijd de schoonheid van de natuur om je heen als je eigen deus ex machina. Met in het hart die ongerepte verwondering voor het al. Deus sive natura, jawel dus waarde Spinoza.
Dàt is de pure meerwaarde van Hermes. Met of zonder basiliek en wondermooie crypte als toevlucht tegen de gekte alom.
Met zijn subliem zwerfgoed door dat uniek landschap maakt Hermes vanuit zijn Oude Vrijheid - en vanaf morgen meer dan ooit - van Ronse een open hartelijke stad op de grens van oude en nieuwe werelden en culturen.
Een kostbaar werelderfgoed dat we als Ronsenaars tot onze laatste stap trots zullen blijven koesteren.
Van Keulen naar Boulogne langs de handelsroute van de Baltische Zee naar de Noordzee en zo verderop naar Engeland zet Hermes Rothnacum op de kaart van het Oude Europa. Alle tijden trekt hij door. Donkere middeleeuwen, beeldenstorm, revoluties, bezetting, voogdij. Hij, de vrijgelaten Helleense slaaf en latere stadsprefect van Rome. Overheen zijn dood maakt hij van zijn postume adoptiestad Ronse een parel in het hart van het mooiste dal van Vlaanderen.
Jaar na jaar torsen we als Ronsenaars behalve het schrijn met zijn relieken ook alle ontsporingen van het donkerste zelotische doemdenken met ons mee. Wat onze tocht dwars doorheen die eeuwen van duistere dogmatiek vol vervolging marteling dood en vernieling daarbij zo bijzonder maakt is datgene wat we overhouden aan mysterie en schoonheid, zingeving en betekenis. Dat alles bij de klank van twee eenvoudige bellen.
Pint Ludwig Wittgenstein ons vast op de grenzen van taal bij de evolutionaire verkenning van de diepste werkelijkheid, doet Thomas Kuhn hetzelfde met de limieten van de over elkaar schuivende wetenschappelijke paradigma’s, dan blijft in de ommegang de verwondering van De Kleine Prins helemaal overeind en ongeschonden.
Want het hart
heeft redenen
die de rede niet kent.
De Ommegang bewandelt al eeuwen diezelfde wonderbare sacrale cirkel rond Ronse ter reflectie. In die eindeloze trektocht overstijgt Hermes de waan van de tijd, houden bellenmannen en dragers van het schrijn onverstoorbaar sereen de kaap op het sublieme, het wonderbare en het onzegbare. Er zijn geen woorden voor om dàt gevoel te beschrijven.
In een wereld vol haat en gebakken lucht is kijken met het hart de enige optie die ons rest. Want je gooit bij je levenslange trektocht vanuit de duisternis naar het licht het paradigma van je eigen tijd niet zomaar hoogmoedig overboord.
Vol hoop en vertrouwen in de generaties van morgen koester je integendeel als mens van deze tijd de schoonheid van de natuur om je heen als je eigen deus ex machina. Met in het hart die ongerepte verwondering voor het al. Deus sive natura, jawel dus waarde Spinoza.
Dàt is de pure meerwaarde van Hermes. Met of zonder basiliek en wondermooie crypte als toevlucht tegen de gekte alom.
Met zijn subliem zwerfgoed door dat uniek landschap maakt Hermes vanuit zijn Oude Vrijheid - en vanaf morgen meer dan ooit - van Ronse een open hartelijke stad op de grens van oude en nieuwe werelden en culturen.
Een kostbaar werelderfgoed dat we als Ronsenaars tot onze laatste stap trots zullen blijven koesteren.
<< Home