DOOD EN (ROCK)WELL IN RONSE
BEGEESTEREND!
Volgens de Ronsese ‘Buurtkrant’ die u misschien ook in de bus kreeg deze week ben ik op 1 maart in ’t Wijksken gaan spreken over mijn jongste boek ‘De Nalatenschap’ ‘voor een groep mensen die er de leesmicrobe te pakken hebben en maandelijks samenkomen om een boek te lezen en te bespreken’. Volgens die Buurtkrant ‘werd het een inspirerende namiddag’. De bibliotheek van Ronse wordt dan ook ‘bedankt voor de leuke surplus.’ Mooi. Zo verneemt een mens nog iets over zijn eigen. Alleen: ik ben daar nooit geweest. Die boekenbabbel is namelijk nooit doorgegaan. Er waren een paar mensen van de bibliotheek ziek. Zodus werd de lezing te elfder ure afgebeld. Moet kunnen. Non habemus problem.
Allicht werd mijn lezing dus door de Buurtkrant al bij voorbaat ‘begeesterend’ gevonden nog voor ze de geest gaf. Merci. Zo hoef ik ze zelf al niet meer te begeesteren. Op een bepaald moment in je leven zorgen percepties omtrent jezelf ervoor dat je je kan laten informeren door anderen om te weten hoe het met je gaat.
Laatst hoorde een dierbare van me op het schoolfeestje met grote stelligheid verkondigen dat ik deel uitmaak van de Nieuwe Vlaamse Alliantie. Ik ken er een paar op het feest van de Klijpe die daar not amused mee zullen zijn. Laat het vooral hun parochiepret niet bederven.
Percepties en media. Mij krijgen ze er niet gek mee. Niet meer sedert ik volgens een of andere boekensite een Vlaams journalist en auteur ‘was’ die in romans en toneelstukken het Flandre Profonde-gevoel in de vroege en late sixties in kaart heb gebracht. Einde verhaal. Het mijne, ik ben dood.
Ik schrijf u hier dus vanuit het hiernamaals. Ik hoef alleen nog echt dood te gaan. Al heb ik daar voorlopig geen zin in. Ik wil nog een en ander via het lettertype Rockwell in deze digitale doos mikken.
Percepties. Een populaire Vlaamse krant heeft het ooit klaar gespeeld om me paginabreed te interviewen over‘De Gok van Hermes’ zonder me ook maar één woord te hebben gevraagd, laat staan te hebben opgebeld of aangesproken. Nochtans: Vraag en antwoord, paginabreed.
Het grappigste wat ik heb meegemaakt is dat ik meende Luc Dupont op te bellen, een ander aan de lijn kreeg die jawel antwoordde , waardoor ik dus zijn bevestigend antwoord voor waar in mijn blog mikte. Dupont belt me nooit over mijn geschrijf, die keer prompt en terecht dus wel. Grondig onderzoek van mijn telefoonnummers wees uit dat ik bij Nieuwsbladcorrespondent Fernard Devos was terechtgekomen…
Percepties. Ik heb lang genoeg voor magazines en kranten geschreven om te weten hoe het werkt. Het - vriendelijke - meisje van de Buurtkrant weze dus bij deze alles vergeven.
Het In Memoriam van Minister van State Gust Cool, toenmalig allemachtig patron van de Christelijke Arbeidersbeweging en dus ook voorzitter van de krant ‘Het Volk’ heeft jarenlang klaar op ‘de steen van de Forelstraat gelegen. Elk jaar dienden de jongens van het atelier het verhaal weer in de loodbak te schuiven. Cool was een taaie. Hij bleef maar leven.
Om eerlijk te zijn: het verhaal dat ik zelf vooraf voor die krant schreef over de toekenning van de Nobelprijs Literatuur aan Hugo Claus heb ik jaar na jaar bijgespijkerd met zijn nieuwste geruchten, geschriften en gedichten. Het nobele feest is echter nooit doorgegaan. Een ander,zelf door hem geregisseerd afscheidsfeestje wel. Dat in memoriam hoefde ik echter niet meer te schrijven. Het Volk was namelijk veel eerder wijlen dan Claus hemzelve. Zo dood als een opgekochte en dood gefusioneerde, gesynergieteerde gazet…
Op gevaar af sommige van mijn lezers eens te meer te ontgoochelen: ik ben vooralsnog niet overleden. Ik werk er wel hard aan. Vanochtend heb ik bijvoorbeeld een voor mijn ver gevorderde leeftijd véél te zwaar joggingparcours afgewerkt dwars doorheen de hoogten en laagten van het Kluisbos. Born to run.
(Isn’t it, champ of Ronse Run Aaron Deliveyne? We liepen daar behoorlijk alleen en de wind stond strakker dan strak. Jij dan wel zo’n honderd keer rapper dan ik).
In afwachting timmer ik dus naarstig voort aan deze blog en schrijf ik opgewekt en vrolijk voort aan ‘De Binnentuin’, mijn bijna ultieme roman (c’est le cas de le dire) waarvan u al een paar geuten las. Voor de rest van de dag beoog ik bij verder leven en welzijn nog voort te genieten van de lezing van ‘Suikerspin’ (Erik Vlaminck) en ‘The Paris Wife’ van Paula McLain (‘Madame Hemingway’).
Het ga u allen goed! Heb nog een ‘begeesterende’ zondag! Dood of levend! Wie mijn doen en laten wil volgen, noch op Twitter noch via mijn posts op Facebook maar voortaan: in de Ronsese Buurtkrant. Ien Roonse ee dat iet.
(Illustratie: begeesterend fragment uit'Fanfares', de schitterende postzegelserie van Michel Provost voor de Belgische Posterijen)
Volgens de Ronsese ‘Buurtkrant’ die u misschien ook in de bus kreeg deze week ben ik op 1 maart in ’t Wijksken gaan spreken over mijn jongste boek ‘De Nalatenschap’ ‘voor een groep mensen die er de leesmicrobe te pakken hebben en maandelijks samenkomen om een boek te lezen en te bespreken’. Volgens die Buurtkrant ‘werd het een inspirerende namiddag’. De bibliotheek van Ronse wordt dan ook ‘bedankt voor de leuke surplus.’ Mooi. Zo verneemt een mens nog iets over zijn eigen. Alleen: ik ben daar nooit geweest. Die boekenbabbel is namelijk nooit doorgegaan. Er waren een paar mensen van de bibliotheek ziek. Zodus werd de lezing te elfder ure afgebeld. Moet kunnen. Non habemus problem.
Allicht werd mijn lezing dus door de Buurtkrant al bij voorbaat ‘begeesterend’ gevonden nog voor ze de geest gaf. Merci. Zo hoef ik ze zelf al niet meer te begeesteren. Op een bepaald moment in je leven zorgen percepties omtrent jezelf ervoor dat je je kan laten informeren door anderen om te weten hoe het met je gaat.
Laatst hoorde een dierbare van me op het schoolfeestje met grote stelligheid verkondigen dat ik deel uitmaak van de Nieuwe Vlaamse Alliantie. Ik ken er een paar op het feest van de Klijpe die daar not amused mee zullen zijn. Laat het vooral hun parochiepret niet bederven.
Percepties en media. Mij krijgen ze er niet gek mee. Niet meer sedert ik volgens een of andere boekensite een Vlaams journalist en auteur ‘was’ die in romans en toneelstukken het Flandre Profonde-gevoel in de vroege en late sixties in kaart heb gebracht. Einde verhaal. Het mijne, ik ben dood.
Ik schrijf u hier dus vanuit het hiernamaals. Ik hoef alleen nog echt dood te gaan. Al heb ik daar voorlopig geen zin in. Ik wil nog een en ander via het lettertype Rockwell in deze digitale doos mikken.
Percepties. Een populaire Vlaamse krant heeft het ooit klaar gespeeld om me paginabreed te interviewen over‘De Gok van Hermes’ zonder me ook maar één woord te hebben gevraagd, laat staan te hebben opgebeld of aangesproken. Nochtans: Vraag en antwoord, paginabreed.
Het grappigste wat ik heb meegemaakt is dat ik meende Luc Dupont op te bellen, een ander aan de lijn kreeg die jawel antwoordde , waardoor ik dus zijn bevestigend antwoord voor waar in mijn blog mikte. Dupont belt me nooit over mijn geschrijf, die keer prompt en terecht dus wel. Grondig onderzoek van mijn telefoonnummers wees uit dat ik bij Nieuwsbladcorrespondent Fernard Devos was terechtgekomen…
Percepties. Ik heb lang genoeg voor magazines en kranten geschreven om te weten hoe het werkt. Het - vriendelijke - meisje van de Buurtkrant weze dus bij deze alles vergeven.
Het In Memoriam van Minister van State Gust Cool, toenmalig allemachtig patron van de Christelijke Arbeidersbeweging en dus ook voorzitter van de krant ‘Het Volk’ heeft jarenlang klaar op ‘de steen van de Forelstraat gelegen. Elk jaar dienden de jongens van het atelier het verhaal weer in de loodbak te schuiven. Cool was een taaie. Hij bleef maar leven.
Om eerlijk te zijn: het verhaal dat ik zelf vooraf voor die krant schreef over de toekenning van de Nobelprijs Literatuur aan Hugo Claus heb ik jaar na jaar bijgespijkerd met zijn nieuwste geruchten, geschriften en gedichten. Het nobele feest is echter nooit doorgegaan. Een ander,zelf door hem geregisseerd afscheidsfeestje wel. Dat in memoriam hoefde ik echter niet meer te schrijven. Het Volk was namelijk veel eerder wijlen dan Claus hemzelve. Zo dood als een opgekochte en dood gefusioneerde, gesynergieteerde gazet…
Op gevaar af sommige van mijn lezers eens te meer te ontgoochelen: ik ben vooralsnog niet overleden. Ik werk er wel hard aan. Vanochtend heb ik bijvoorbeeld een voor mijn ver gevorderde leeftijd véél te zwaar joggingparcours afgewerkt dwars doorheen de hoogten en laagten van het Kluisbos. Born to run.
(Isn’t it, champ of Ronse Run Aaron Deliveyne? We liepen daar behoorlijk alleen en de wind stond strakker dan strak. Jij dan wel zo’n honderd keer rapper dan ik).
In afwachting timmer ik dus naarstig voort aan deze blog en schrijf ik opgewekt en vrolijk voort aan ‘De Binnentuin’, mijn bijna ultieme roman (c’est le cas de le dire) waarvan u al een paar geuten las. Voor de rest van de dag beoog ik bij verder leven en welzijn nog voort te genieten van de lezing van ‘Suikerspin’ (Erik Vlaminck) en ‘The Paris Wife’ van Paula McLain (‘Madame Hemingway’).
Het ga u allen goed! Heb nog een ‘begeesterende’ zondag! Dood of levend! Wie mijn doen en laten wil volgen, noch op Twitter noch via mijn posts op Facebook maar voortaan: in de Ronsese Buurtkrant. Ien Roonse ee dat iet.
(Illustratie: begeesterend fragment uit'Fanfares', de schitterende postzegelserie van Michel Provost voor de Belgische Posterijen)
<< Home