TOEVALLIG HEDEN
RESTLETSELS VAN JEROEN BROUWERS
PEES IN DE POLS LICHT DOOR DE KOKER
Heerlijke Jeroen Brouwers, met zijn Restletsels. Maanden prutsen esculapen aan zijn schrijfhand, houden ze vol dat er wat scheelt aan de pees in de pols, steken ze hem in de scantunnel, snijden ze hem open, beloven ze beterschap. Een peesje, ach meneer pure routine. Al die tijd weet hij zelf wel beter. Bij een zoektocht naar scharreleieren (in de Delhaize) wordt hij getroffen door een lichtflits, hangt de rechterhand verlamd aan het karretje. Maar ze luisteren niet. Niemand luistert. In de wereld van witte kielen ben je Vers Inlands Vlees dat wordt voorgeschoven ter snijding. En daarbij de dokter heeft geen tijd. Moet naar Sharm el Sheik. En hij is de beste dokter van het hele Instituut toch? Weet u het beter misschien. U bent schrijver zegt u? Wat schrijft u zoal, dan? ‘Vijftig Tinten Grijs’ niet nee.
Wie nog wil luisteren naar de patiënt weet het meteen. Hoef je geen arts voor te zijn. Niks geen vast geschreven pees in de koker. Twee herseninfarcten. Eén gesprekje met de nieuwe vrouwelijke arts volstaat. Het heeft zich allemaal afgespeeld in die andere koker van waaruit Brouwers ons zijn magistraal oeuvre schenkt.
Hoe hij Jan Siebelink, nieuwe Gollandse Messias, knielend op een bed van euro’s aan …het kruis prikt bij middel van de schoenen van 1000 euro die de Maserati-pedalen strelen onderweg naar aardse scharen goedgelovige lezers. Met één herinnering ten huize Brouwers blaast hij Saulus Siebelink van zijn paardenkracht en van zijn blue suède shoes. Welgeteld twee (2) woorden heeft hij vandoen om de hele schimpschrijverijwinkel van Brusselmans onderuit te halen, nu maar een keer zelf vast te pinnen op uitschuivers. ‘Mannelijke roede?' Alsof roede niet volstaat. Van sommige auteurs hoop je dat ze eeuwig blijven doorgaan. Met of zonder pees in de pols, licht door de koker.
Jeroen Brouwers schrijft een boek. Hij weet verdomd nog altijd goed hoe je dat doet.
PEES IN DE POLS LICHT DOOR DE KOKER
Heerlijke Jeroen Brouwers, met zijn Restletsels. Maanden prutsen esculapen aan zijn schrijfhand, houden ze vol dat er wat scheelt aan de pees in de pols, steken ze hem in de scantunnel, snijden ze hem open, beloven ze beterschap. Een peesje, ach meneer pure routine. Al die tijd weet hij zelf wel beter. Bij een zoektocht naar scharreleieren (in de Delhaize) wordt hij getroffen door een lichtflits, hangt de rechterhand verlamd aan het karretje. Maar ze luisteren niet. Niemand luistert. In de wereld van witte kielen ben je Vers Inlands Vlees dat wordt voorgeschoven ter snijding. En daarbij de dokter heeft geen tijd. Moet naar Sharm el Sheik. En hij is de beste dokter van het hele Instituut toch? Weet u het beter misschien. U bent schrijver zegt u? Wat schrijft u zoal, dan? ‘Vijftig Tinten Grijs’ niet nee.
Wie nog wil luisteren naar de patiënt weet het meteen. Hoef je geen arts voor te zijn. Niks geen vast geschreven pees in de koker. Twee herseninfarcten. Eén gesprekje met de nieuwe vrouwelijke arts volstaat. Het heeft zich allemaal afgespeeld in die andere koker van waaruit Brouwers ons zijn magistraal oeuvre schenkt.
Hoe hij Jan Siebelink, nieuwe Gollandse Messias, knielend op een bed van euro’s aan …het kruis prikt bij middel van de schoenen van 1000 euro die de Maserati-pedalen strelen onderweg naar aardse scharen goedgelovige lezers. Met één herinnering ten huize Brouwers blaast hij Saulus Siebelink van zijn paardenkracht en van zijn blue suède shoes. Welgeteld twee (2) woorden heeft hij vandoen om de hele schimpschrijverijwinkel van Brusselmans onderuit te halen, nu maar een keer zelf vast te pinnen op uitschuivers. ‘Mannelijke roede?' Alsof roede niet volstaat. Van sommige auteurs hoop je dat ze eeuwig blijven doorgaan. Met of zonder pees in de pols, licht door de koker.
Jeroen Brouwers schrijft een boek. Hij weet verdomd nog altijd goed hoe je dat doet.
<< Home