29 maart 2013

DE BINNENTUIN

CINEMA



‘Tu sais bien…
tous ces vieux films
de quand nous étions
enfin du temps de…’


Of ik ze wil herbekijken, in haar ouderlijke huis aan de Hoogstraat? Voor de gelegenheid zal ze haar broer uitnodigen. Kilometers glinsterende pellicule zal hij voor ons uit de metalen rollen selecteren, om ze als Best Of op zijn intacte Cinématographe voor onze ogen te doen dansen.

‘Le cliquetis des ancêtres?
Pourquoi Pas?’


Zeg ik, zijdelings verwijzend naar het ter ziele gegane Brussels weekblad dat gretig gelezen werd in het deel van de familie dat zich intensief bezighield met het behoud van de Eenheid Der Belgen.

Ik verheug me op het blij weerzien, natuurlijk. Ook op de geluiden die ik uit duizende herkennen zou. Dat horten van de filmrollen, zoals op zondagse filmmiddagen in het College van Sint-Antonius die later met Maria fusioneren zal tot eenieder finaal de weg naar de hemel kwijt geraakt.

(‘Marcelino Panevino!’ Met op het programma die zondag de verschijning van God zelf op het witte doek. Helaas knalt de filmrol eraf op het moment dat ik Hem eindelijk eens zal zien God, achter zijn cumulo nimbussen. Met wie weet op een heel klein alto-cirrusje aan zijn rechterhand: mijn eigen dode vader. In de plaats ervan krijg ik alleen maar snel weg flitsende Chinese tekens te zien. Zoals op tussenplaatjes in Kuifje wanneer Kapitein Haddock ‘Duizend Bommen en Granaten ! &!* schreeuwt omdat Bobby weer eens zijn whisky van de salontafel in Molensloot heeft gekwispeld).

Tussen de laatste keer dat ik meemag, schuchter weggestopt achter de rechterarm van mama (haar linkerarm steekt strak in de plooi voor de sacoche in croco ) naar het huis van wijlen Tante Yvonne en dit hartelijke weerzien met haar dochter en zoon, ligt het hele Atlantis van de Verzonken Illusies. Een middag lang passeert die volkomen verdwenen wereld de revue, licht de herinnering op in nevels van vergetelheid, vergeving en mededogen.

Het is eens wat anders dan de cinemavertoningen thuis op de Steenbrugge, op Beloken Pasen. Charlie Chaplin met zijn wereldbol. Buster Keaton, bengelend aan zijn torenhorloge. De Drie Varkentjes. De Dikke en de Dunne. De Zeven Dwergen. Een processie door de Wijnstraat met mijn tweede broer als kindje Jezus: de twee vingers half geplooid de hoogte in, net de oren van ons dwergkonijn. Mijn vader die met de oudste voetbalt in de fabriek aan de Olifantstraat, in zijn uniformpje van Engelse soldaat. Het moet dan al duidelijk geweest zijn wie de oorlog gewonnen had. Eindeloze processies. Veelbelovende verlovingen. Stijve huwelijken. Al te plechtige communies. De gruwel van nieuwjaarsbrieven voor de hele familie. Heiho, je krijgt het niet cadeau.

De zin om hard weg te hollen uit dat Dorp der Mirakelen haalt het niet van het verlangen om toch maar te blijven kijken hoe al die doden uit hun cinemarol komen gekropen en hun eigen rol weer opnemen. Die van dynamische nonkel. Die van lanterfanter en flierenfluiter. Die van bon vivant. Die van gehaaid zakenman. Die van parlementair. Die van muziekmaker. Die van toneelregisseur. Die van Mater Dolorosa. Die van tantes, zo weggelopen uit een verhaal van Cyriel Buysse. Die van veelbelovende neven. Die van het kakkernestje. Die van Stormvogel. Die van Paimpolaisetje. Hoe ze me weer allemaal toelachen. Hoe wij, de neven en de nichtjes als stijve harken een na een voor de camera de revue dienen te passeren, in het huis van de grote Pater Familias boven de Kwaremont.



Cinema is altijd een familiale passie geweest. Soms figuurlijk, bij erfeniskwesties of wanneer er aan politiek werd gedaan. Elke gelegenheid was goed om salons, veranda's, keukens, zolders en beste kamers te verduisteren en om te toveren tot Cinema Pathé. Ze zaten in de Ciné Club. Ze daagden op met hun camera op drie pikkels bij ballonvaarten en Fiertelommegangen. Ze zeefden hun dagen op zwarte rollen.

Hun filmpassie is blijven duren tot aan het huwelijk van Prinses Margret met Tony Armstrong. Dan werd er een Telefunken in huis gehaald, verdween hun cinematograaf op zolder. Voortaan lagen de rollen die ze tegelijk zelf gedraaid en gespeeld hadden overal in de weg. Net als de bitterzoete herinnering die je doet verlangen naar al de grote en kleine sterren op de kilometers pellicule in je hoofd en in je hart.

Michel Provost exposeert vanaf 6 april
in Galerij Beukenhof Kwaremont
Foto: Opname 'De Schietspoeldynastie'
Mijn scenario naar de roman 'Zonde van Nini'
(VRT. Reeks Made in Vlaanderen)