13 augustus 2012

BRIEFGEHEIMEN

TUUPE VUIR RONSE
VOORBIJ DE RAVAGES VAN LINKS
EN DE RANCUNES VAN RECHTS


Je schrijft me hoe je je nu voelt, jij één van die tweeverdieners die kozen voor een renovatiewoning in Ronse tussen Stadstuin en TIO3.

‘We zijn nu negen maanden na de unieke mars en het dito gevoel voor een geweldig Ronse. En ik voelde toen - zoals zovelen- dat er iets leefde, dat Ronse wakker werd. Dat dit pas het begin was van kritische en constructieve deelname van de Ronsenaar aan het beleid. Maar het burgerlijke engagement en de gebalde vuist van toen, lijken terug plaats te hebben gemaakt voor passivisme. Nu de verkiezingskoorts toeneemt, zetten de politieke partijen terug hun business as usual koers richting gekende bestemming. En niemand lijkt hen een strobreed in de weg te leggen.

Jouw blog en andere vrije denkers geven nochtans een klare kijk op de (on)mogelijke politieke toekomst voor Ronse, alsook op wat zich nu afspeelt in de achterkamertjes van de klassieke partijen. En wat we te zien krijgen, is vaak niet fraai en zou moeten volstaan om de wakkere burger terug uit zijn zomerslaap te halen.


Maar jullie kritische vinger aan de pols van Ronse is blijkbaar niet voldoende. En verder dan hoofdschuddend (al dan ja of nee) knikken, kwam ik voorlopig ook niet bij het lezen van de vele opiniestukken. Ik samen met vele anderen me dunkt. Ik wil me alvast engageren op welke manier dan ook. Ik droom even Stef. Maar dat doe je ook vaak in je blog, lees ik. Aan jou om me terug naar beneden te halen.’


Tot zover enkele citaten uit de mail die je me schreef.

Vorige week zijn we naar mekaar toe gefiest. We ontmoetten mekaar in één van de allermooiste binnentuinen van Ronse, achter de markt waar ik wel vaker afspreek met mensen die het goed menen met ons geliefd Ronse. Jij kwam vanuit je schitterend gerestaureerde woning. Je fietste dwars door de prachtige kerf van de Stadstuin, ik kwam als gewoonlijk door het Bruulpark. Wat me in jouw verhaal raakte, is hoezeer je van deze stad bent gaan houden. Sterker klonk het dan de nochtans mooie woorden van Marcel Van Thilt. Van dieper kwam het dan het toch al deugddoend statement van Pascale Platel in Libelle. Jouw respect voor alle mensen van deze stad en jouw liefde voor Ronse. Het klonk in mijn oren als een song van Springsteen.

Voorbij de ravages van links en de rancunes van rechts zullen we hier als Ronsenaars van onze geliefde stad blijven houden. Van Ronse dromen zoals Ronse morgen worden zal.

Dit alles stelt me vandaag zo hoopvol. Dit geeft kracht. Dat jonge mensen van buiten Ronse zoveel schoonheid in en zoveel mogelijkheden voor Ronse zien. Daar waar wij als vijfde generatie -Ronsenaars al te vaak enkel nog de achteruitgang, de pech, de minpunten en de missers gaan uitvergroten.

Van Ronse houden voorbij de politieke afrekening, de overloperij, de machtsspelletjes, de oude en nieuwe vetes, de halve waarheden, de hele leugens. Voorbij de pijnlijke versplintering der zieltogende zuilen en oudgediende uitgediende Ronsiese machten. Voorbij de ravages van links en de rancunes van rechts zullen we hier als Ronsenaars van onze geliefde stad blijven houden. Van Ronse dromen zoals Ronse morgen worden zal. Want ken je anders nog een stad, zo perfect gelegen halverwege Picardië en Vlaanderen?

Ga er dus voor, jonge Ronsenaar, mijn nieuwe strijdbroeder. Ik dank je voor je schrijven. Ik ben er, zoals je inmiddels weet, voor gaan zitten. De waan van de dag, hun rancuneuze petite politique politicienne zal me voor de rest worst met mostaard wezen.

(Aan mijn nieuwe jonge stadsgenoot. En aan allen die er Tuupe Vuir Ronse voor gaan.)