RONSIES RARITEITENBOEK (6)
'T WOETERMUILIESTROETSE.
Als gepatenteerde statuskikker van de derde generatie voel je je op gezette tijden totaal teruggesmeten naar de voorspelbare verleiders die je bestaan vernauwen tot eindeloze tantaluskwelling. Je bent nu eenmaal een babyboomer. Al heeft het tweede deel van dat nieuwe woord het laten afweten. Boomer weg. Baby blijft achter. Bang. Bang.
De herwonnen gulzige consumptievrijheid van de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal komt je al frontaal in het gezichtje gekletst. Als een boomerang, van uranium en mangaan. De gebraden kiekens van Marshall vliegen door de lucht maar de kostwinner is verdwenen met het grote noodlot. Geld dwarrelt overal om je heen van de daken. Garages worden fabriekjes. Je stapt met je maats door de straten van je stad, op de kadans van weefgetouwen. Het hart op zak, de rest als in een lied van Brel, zanger voor padvinders die het pad zoek zijn. Kongo is de exotische moestuin van je land en je woont in het paradijs op aarde. De Expo heeft het bewezen. Witte paters zorgen ervoor dat Gods oneindige goedheid ook doorstraalt in de ogen van de twee zwarte weesjongens op je school. Op een dag in september zijn ze met de stoomboot komen aanmeren om samen met jou de Peloponnesische oorlog uit het Grieks te ontcijferen. Voor hun ouders, in de tropen achtergebleven in de klauwen van de Belgische koloniale Assistent-Resident wordt in de collegekapel op dinsdag, donderdag en zaterdag gebeden tot God.
Als een High School-boy die uit de rolverdeling van ‘Papa weet het beter’ is getuimeld, kick je in die beste van alle denkbare werelden op de Triumph Herald van je leraar Frans. Dag na dag uitdagend geparkeerd pal voor de schoolpoort. Pure klasse. Anthony Perkins. Laurent Terzieff. Jean-Claude Brialy. James Dean komt zo doorheen de tunnel de collegekoer oprijden. In een Cobra GT.
Als een zegegeile wielersupporter bij de aankomst kijk je na school reikhalzend uit naar de verplichte passage van de lerares wiskunde uit de meisjesschool. Een en al gratie aan het stuur van haar flesgroene MG. Hoe ze in haar eentje de saaie stadskom omtovert tot stomende scène uit de nieuwste Sagan. Het laadt je op, voor alweer urenlang getob op je vraagstukken meetkunde. Bonjour Tristesse.
Je ziet jezelf pronken aan de zijde van mevrouw Robinson. Je stuurt niks minder dan de bloedrode Alfa Romeo Spider van Dustin Hoffman. Je schenkt haar onderwijl achteloos een vuurtje met je vrije hand uit je glimmende Zippo.
Je vlamt rond in de Mustang van Steve Mc Queen. Je hebt er na lang zoeken de juiste daimlederen jas voor gevonden, in de Stock Américain. Als held van je eigen verhalen raas je aldus door de straten van San Francisco, terwijl de bullits je om de oren suizen. In de haven wordt onderwijl een ton drugs van The French Connection vescheept, diep vermomd in katoenbalen uit Louisiana. Je ziet het gebeuren maar je geeft geen kik, je blaast 'Dock of The Bay' door je versleten Blues Harp Hohner. Boven je hoofd hangt het blauw dat eindelijk de mist in je leven en om je heen komt verdrijven. In de diepte, tussen twee stratenblokken wacht de eindeloze belofte van een onwaarschijnlijk wilde oceaan en verre eilanden. Je rookt een Lucky Strike, slaat een praatje met je ouwe maat Otis Reding, blaast in een ballad van Dylan je weemoed weg, luistert naar verhalen van een oude man en de zee.
Je vindt die nieuwe Panhard van de buren maar een koffiemolen. Je fietst drie blokken om, op zoek naar de vlinders die vannacht je buik kwamen strelen. Ze kleven tegen de ramen van een Peugeot 404, met binnenin op de achterbank het onbereikbare meisje uit het witte kasteel aan de overkant.
De local hero met het Gene Vincent-kapsel komt langs de oude watermolen rijden in de Citroën DS 19 van zijn vaderfiguur. Je vindt hem wel wat hebben, zo met de arm los langs de linkerflank. De rechterhand met enkel de middenvinger over het designstuur dat oogt als de cirkel van een Franse luchtbel, zich zo te zien gewillig laat berijden. Als de vrouw van Roger Vadim, op het strand van de Baie des Canoubiers.
Je overhaalt de algemene financiële directie van het thuisfront om eindelijk maar eens de vele malen gereviseerde Kapitan te ruilen voor een minuscule bloednerveuze Glass. Winnaar van de ‘Boucles de Spa’. Eigenlijk droom je van een Morgan, dit is een tussenstap. Je zit gevangen in je wereld van onredelijke verlangens, grenzeloze ambitie en eindeloze hebzucht. Na je collectie Dinky Toys in het zand op het strand wil je als verwend nest nu echte bolides, liefst elk jaar het nieuwste model. Je denkt dat je Jacky Ickx bent. Of Steve Warson.
Gaandeweg verglijdt je domme verwondering voor De Dingen in walging. Daarachter wacht al het woord dat je leven voorgoed veranderen zal. Je draait er nog omheen. Maar je kent het al. Het zal je nooit meer loslaten. Het tekent je al vanaf je eerste levensjaar, maar je kan en wil het nog niet geweten hebben. Je sluit jezelf op in de gouden kooi van het burgerlijke domdenken en de gemakkelijke zelfgenoegzaamheid. Je houdt teveel van het leven, dit overbeschermd bestaan, om het zomaar te vergooien in nausée.
Maar steeds vaker is je weemoed niet meer te harden. Het leven lacht je nochtans toe vanuit gitzwarte, hemelsblauwe, jade-groene ogen. Je weet al dat vrijwel niemand zichzelf achter die ogen ooit echt tonen zal want aan jezelf, leer je een ander kennen. Je ogen vluchten weg naar nergens. Je zoekt de ene ware ultieme. In afwachting stort je je gretig en rusteloos op nieuwe andere eclectische kennis. Ze voert je steeds weer terug tot het ene woord waar je nog geen blijf mee weet. Absurd. Het leven is absurd. En het spel begint pas.
RONSIES RARITEITENBOEK
HANDLEIDING VOOR RONSE
Copyright Stef Vancaeneghem.
Als gepatenteerde statuskikker van de derde generatie voel je je op gezette tijden totaal teruggesmeten naar de voorspelbare verleiders die je bestaan vernauwen tot eindeloze tantaluskwelling. Je bent nu eenmaal een babyboomer. Al heeft het tweede deel van dat nieuwe woord het laten afweten. Boomer weg. Baby blijft achter. Bang. Bang.
De herwonnen gulzige consumptievrijheid van de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal komt je al frontaal in het gezichtje gekletst. Als een boomerang, van uranium en mangaan. De gebraden kiekens van Marshall vliegen door de lucht maar de kostwinner is verdwenen met het grote noodlot. Geld dwarrelt overal om je heen van de daken. Garages worden fabriekjes. Je stapt met je maats door de straten van je stad, op de kadans van weefgetouwen. Het hart op zak, de rest als in een lied van Brel, zanger voor padvinders die het pad zoek zijn. Kongo is de exotische moestuin van je land en je woont in het paradijs op aarde. De Expo heeft het bewezen. Witte paters zorgen ervoor dat Gods oneindige goedheid ook doorstraalt in de ogen van de twee zwarte weesjongens op je school. Op een dag in september zijn ze met de stoomboot komen aanmeren om samen met jou de Peloponnesische oorlog uit het Grieks te ontcijferen. Voor hun ouders, in de tropen achtergebleven in de klauwen van de Belgische koloniale Assistent-Resident wordt in de collegekapel op dinsdag, donderdag en zaterdag gebeden tot God.
Als een High School-boy die uit de rolverdeling van ‘Papa weet het beter’ is getuimeld, kick je in die beste van alle denkbare werelden op de Triumph Herald van je leraar Frans. Dag na dag uitdagend geparkeerd pal voor de schoolpoort. Pure klasse. Anthony Perkins. Laurent Terzieff. Jean-Claude Brialy. James Dean komt zo doorheen de tunnel de collegekoer oprijden. In een Cobra GT.
Als een zegegeile wielersupporter bij de aankomst kijk je na school reikhalzend uit naar de verplichte passage van de lerares wiskunde uit de meisjesschool. Een en al gratie aan het stuur van haar flesgroene MG. Hoe ze in haar eentje de saaie stadskom omtovert tot stomende scène uit de nieuwste Sagan. Het laadt je op, voor alweer urenlang getob op je vraagstukken meetkunde. Bonjour Tristesse.
Je ziet jezelf pronken aan de zijde van mevrouw Robinson. Je stuurt niks minder dan de bloedrode Alfa Romeo Spider van Dustin Hoffman. Je schenkt haar onderwijl achteloos een vuurtje met je vrije hand uit je glimmende Zippo.
Je vlamt rond in de Mustang van Steve Mc Queen. Je hebt er na lang zoeken de juiste daimlederen jas voor gevonden, in de Stock Américain. Als held van je eigen verhalen raas je aldus door de straten van San Francisco, terwijl de bullits je om de oren suizen. In de haven wordt onderwijl een ton drugs van The French Connection vescheept, diep vermomd in katoenbalen uit Louisiana. Je ziet het gebeuren maar je geeft geen kik, je blaast 'Dock of The Bay' door je versleten Blues Harp Hohner. Boven je hoofd hangt het blauw dat eindelijk de mist in je leven en om je heen komt verdrijven. In de diepte, tussen twee stratenblokken wacht de eindeloze belofte van een onwaarschijnlijk wilde oceaan en verre eilanden. Je rookt een Lucky Strike, slaat een praatje met je ouwe maat Otis Reding, blaast in een ballad van Dylan je weemoed weg, luistert naar verhalen van een oude man en de zee.
Je vindt die nieuwe Panhard van de buren maar een koffiemolen. Je fietst drie blokken om, op zoek naar de vlinders die vannacht je buik kwamen strelen. Ze kleven tegen de ramen van een Peugeot 404, met binnenin op de achterbank het onbereikbare meisje uit het witte kasteel aan de overkant.
De local hero met het Gene Vincent-kapsel komt langs de oude watermolen rijden in de Citroën DS 19 van zijn vaderfiguur. Je vindt hem wel wat hebben, zo met de arm los langs de linkerflank. De rechterhand met enkel de middenvinger over het designstuur dat oogt als de cirkel van een Franse luchtbel, zich zo te zien gewillig laat berijden. Als de vrouw van Roger Vadim, op het strand van de Baie des Canoubiers.
Je overhaalt de algemene financiële directie van het thuisfront om eindelijk maar eens de vele malen gereviseerde Kapitan te ruilen voor een minuscule bloednerveuze Glass. Winnaar van de ‘Boucles de Spa’. Eigenlijk droom je van een Morgan, dit is een tussenstap. Je zit gevangen in je wereld van onredelijke verlangens, grenzeloze ambitie en eindeloze hebzucht. Na je collectie Dinky Toys in het zand op het strand wil je als verwend nest nu echte bolides, liefst elk jaar het nieuwste model. Je denkt dat je Jacky Ickx bent. Of Steve Warson.
Gaandeweg verglijdt je domme verwondering voor De Dingen in walging. Daarachter wacht al het woord dat je leven voorgoed veranderen zal. Je draait er nog omheen. Maar je kent het al. Het zal je nooit meer loslaten. Het tekent je al vanaf je eerste levensjaar, maar je kan en wil het nog niet geweten hebben. Je sluit jezelf op in de gouden kooi van het burgerlijke domdenken en de gemakkelijke zelfgenoegzaamheid. Je houdt teveel van het leven, dit overbeschermd bestaan, om het zomaar te vergooien in nausée.
Maar steeds vaker is je weemoed niet meer te harden. Het leven lacht je nochtans toe vanuit gitzwarte, hemelsblauwe, jade-groene ogen. Je weet al dat vrijwel niemand zichzelf achter die ogen ooit echt tonen zal want aan jezelf, leer je een ander kennen. Je ogen vluchten weg naar nergens. Je zoekt de ene ware ultieme. In afwachting stort je je gretig en rusteloos op nieuwe andere eclectische kennis. Ze voert je steeds weer terug tot het ene woord waar je nog geen blijf mee weet. Absurd. Het leven is absurd. En het spel begint pas.
RONSIES RARITEITENBOEK
HANDLEIDING VOOR RONSE
Copyright Stef Vancaeneghem.
<< Home