BRIEFGEHEIMEN
Dag Jan. Dat ze me nooit nog vertellen dat het boek zo passé is als papyrus, miniaturen of Dode Zeerollen. Dat de boekhandels dra als het water van het Donkmeer onder de hitte van opwaaiende zomerjurken in de bosjes alom verdampen zouden tot gebakken luchtboetieks. Dat je schitterend hernieuwde boektempel Beatrijs te Oudenaarde Stad, la cité d’Oudenaerde overmorgen verworden zoude tot een filiaal van Video-Hifi-Electro-Keten-Heeft-U-Wel-Goed-Gekozen?
Ik weiger zomaar die meneer van Boek.be te geloven die ons in je vernieuwde heiligdom heeft willen wijsmaken dat de ka(r)pers van het papieren boek al aan onze kusten zitten. Dat ze dra ook ons Scheldeland veroveren zullen met achterin hun Drakars de hele digitale bibliotheek van Alexandrië.
De opgeklopte hype rond e-Readers die de media ons opdringen in hun gestuurde prefab-bijlagen onder druk van de gulzige Moloch van bytes en pixels: ik draai ze door mijn papierversnipperaar. De afgelopen jaren heb ik ook al hun vinylplaten, cassettes, walkmen, videos en andere cd-rommel in de container gemikt om op mijn immer te schaarse boekenrekken meer plaats te maken voor alweer een nieuw goed boek.
Jan, je boekhandel Beatrijs stond natuurlijk al langer gequoteerd bij de beste van Vlaanderen. Zo vonden jij en ik op een dag malkander vanuit onze gedeelde passie voor het goede boek, vandaag ben je zelfs mijn uitgever. Bij quoteringen was het voor de boekenfreak die ik ben altijd een geruststelling je telkens weer geciteerd te zien bij de toppers naast de Gentse Walry, de Brugse Reyger, de Kortrijkse Theoria, de Oostends Corman. Het bespaarde me verre verplaatsingen wanneer ik me na de lectuur van de letterenbijlagen op woensdag en vrijdag weer eventjes zwaar wou laten gaan met mijn boekenverslaving.
Op de opening van je nieuwe zaak vorige week maakte ik kennis met Luc Vander Velpen, de man die met zijn Co-Libro boekhandelsalliantie Vlaanderen de afgelopen jaren veilige eilanden van kwaliteit heeft geschonken. Dit middenin een zee van vervlakking en eenheidsworst waarin je dan misschien wel pulpgazetten en het nieuwste kookboek voor dummies vinden kan, maar daarom nog niet het boek dat ik zoek en jij dan altijd wél liggen hebt. Exact dàt ene boek dus. Die ene (misschien niet zo bekende) auteur. Die ene titel die het hele verschil maakt tussen een warenhuis met alle shit van Jackie Collins en een meesterwerk genaamd 'Hart der Duisternis' van Joseph Conrad dat honderd jaar na publicatie nog altijd overeind blijft als literair meesterwerk.
Ik schrijf je dat laatste niet zomaar. Lang heb ik dat boek namelijk nièt willen lezen. Eén omdat het me ten alle kanten iets te vaak was aangeprezen en ik, zoals je al weet, een onverbeterlijke dwarsligger ben. Twee omdat ik in 'Meneer Kurtz' (‘he dead!’) meer nog dan T.S. Eliots moto van ‘The Hollow men’ vooral dat onnavolgbare personage van Marlon Brando bleef zien in 'Apocalypse now'.
Maar kijk, terwijl mijn ietwat prettig gestoord schrijfzusje Minne Brigitte als het dartele eentje 'Rosalie' uit haar kinderboeken ons haar boeiend schrijversparcours etaleerde en ons tussendoor ook wel een blikje gunde op de wording van Boekhandel Beatrijs, van mama tot jou, verwende ik mezelve dus eindelijk toch op dat ‘Hart der Duisternis’ dat jij vanzelfsprekend in je nieuwe rekken liggen had.
Jan, jongen: Conrad de kloot zoals de gebroeders Jef, Karel en Johan Anthierens zeggen zouden, hij heeft me de hele nacht wakker gehouden. Recht naar de verborgen inktzwarte krochten van de menselijke natuur ben ik met hem gegaan. De duisternis van Afrikaanse oevers. De duisternis in het hart van Mister Kurtz. De monsterlijke hebzucht (voor ivoor!) van kolonialisme en imperialisme. Het hele mysterie van de donkere menselijke aard, in één machtige novelle. Net als Marlow en 'Mister Kurtz' had Conrad dezelfde reis op de Kongostroom gemaakt voor een Belgische Handelsmaatschappij jawel. Ook op zo’n stoomschuit, vol met klinknagels opgelapte stukken staal. Een fascinerende tocht naar de diepten van de menselijke aard. Een helletocht naar de totale desintegratie van de menselijke ‘ziel’: wanneer alle maatschappelijke controle wegvalt en niemand nog toeziet en waakt.
De kritiek van de Nigeriaanse auteur Chinua Achebe op de racistische hautaine teneur van Conrads geschrijf (‘Uitroeien die beesten!’) begrijp ik volkomen. Achebe valt vooral Conrads arrogantie aan waarmee Afrika wordt herleid tot decor voor de ondergang van een gek geworden Europeaan. Achebe maakt zich daarbij, zoals vertaler Bas Heijne dat zo raak opmerkt, vooral boos om het besef dat de opvatting over Afrika als hopeloos continent zonder gezicht meer dan een eeuw na de publicatie van ‘Hart der Duisternis’ niet verdwenen is, maar integendeel in het Westen bij iedere nieuwe hongersnood of burgeroorlog nog aanhangers wint. Achebe zit er niet zozeer mee dat Conrad (1857-1924) een kind van zijn tijd was, maar dat hij dat ook nog van onze tijd is.
Ik zag onlangs Jef Geeraerts (ooit zaten we samen aan de feestdis in de glooiende tuinen van barones Angèle Manteau)en ik hoorde hem bezig over zijn recente terugkeer naar het land van Matsombo en zijn Black Venus:
'Alles naar de vaantjes.'
'Hopeloos verloren.'
Omdat ik dat definitieve oordeel van de voormalige 'assistent-resident' Geeraerts graag nog ‘s wil toetsen aan andere getuigenissen dan die van een ‘Oude Man en zijn Heimwee’ graaide ik in jouw boekentempel ook ‘Een geschiedenis van Congo’ van David van Reybrouck van de rekken. Zo zie je maar wat E-books niet en nooit vermogen zullen: altijd weer nieuwe stapstenen aanreiken op de eindeloze tocht naar jezelf.
Dat je het mooie Beatrijs-verhaal van je mama, dat nu al veertig jaar duurt, aldus een nieuw leven schenkt, siert je mijn goede boekenmaat. Als redactiechef cultuur bij de krant heb ik 'Mama Beatrijs' jaar na jaar aan het werk gezien op de boekenbeurs van Antwerpen. Strijdend om haar stekje in dat gigantische kluwen. En zie. Haar wilskracht deed me steeds weer denken aan iemand die ik in een roman gemakshalve ‘Madame Valentine’ heb genoemd. Wat je dus met zo’n - papieren- boek al niet kan. Je diepste zieleroerselen neerpennen. En, als je wat geluk hebt één lieve lezeres of één hardnekkige verwoede lezer vinden die zich daarin zelf herkent.
Alle succes gewenst, we zien elkaar volgende week voor alweer een ander nieuw boek: ‘Bruin’. Het ga je goed! Dikke kus aan al de lieve dames daar.
(Aan Jan Van Damme)
‘Ongefrankeerde Correspondentie’
Copyright Stef Vancaeneghem.
Ik weiger zomaar die meneer van Boek.be te geloven die ons in je vernieuwde heiligdom heeft willen wijsmaken dat de ka(r)pers van het papieren boek al aan onze kusten zitten. Dat ze dra ook ons Scheldeland veroveren zullen met achterin hun Drakars de hele digitale bibliotheek van Alexandrië.
De opgeklopte hype rond e-Readers die de media ons opdringen in hun gestuurde prefab-bijlagen onder druk van de gulzige Moloch van bytes en pixels: ik draai ze door mijn papierversnipperaar. De afgelopen jaren heb ik ook al hun vinylplaten, cassettes, walkmen, videos en andere cd-rommel in de container gemikt om op mijn immer te schaarse boekenrekken meer plaats te maken voor alweer een nieuw goed boek.
Jan, je boekhandel Beatrijs stond natuurlijk al langer gequoteerd bij de beste van Vlaanderen. Zo vonden jij en ik op een dag malkander vanuit onze gedeelde passie voor het goede boek, vandaag ben je zelfs mijn uitgever. Bij quoteringen was het voor de boekenfreak die ik ben altijd een geruststelling je telkens weer geciteerd te zien bij de toppers naast de Gentse Walry, de Brugse Reyger, de Kortrijkse Theoria, de Oostends Corman. Het bespaarde me verre verplaatsingen wanneer ik me na de lectuur van de letterenbijlagen op woensdag en vrijdag weer eventjes zwaar wou laten gaan met mijn boekenverslaving.
Op de opening van je nieuwe zaak vorige week maakte ik kennis met Luc Vander Velpen, de man die met zijn Co-Libro boekhandelsalliantie Vlaanderen de afgelopen jaren veilige eilanden van kwaliteit heeft geschonken. Dit middenin een zee van vervlakking en eenheidsworst waarin je dan misschien wel pulpgazetten en het nieuwste kookboek voor dummies vinden kan, maar daarom nog niet het boek dat ik zoek en jij dan altijd wél liggen hebt. Exact dàt ene boek dus. Die ene (misschien niet zo bekende) auteur. Die ene titel die het hele verschil maakt tussen een warenhuis met alle shit van Jackie Collins en een meesterwerk genaamd 'Hart der Duisternis' van Joseph Conrad dat honderd jaar na publicatie nog altijd overeind blijft als literair meesterwerk.
Ik schrijf je dat laatste niet zomaar. Lang heb ik dat boek namelijk nièt willen lezen. Eén omdat het me ten alle kanten iets te vaak was aangeprezen en ik, zoals je al weet, een onverbeterlijke dwarsligger ben. Twee omdat ik in 'Meneer Kurtz' (‘he dead!’) meer nog dan T.S. Eliots moto van ‘The Hollow men’ vooral dat onnavolgbare personage van Marlon Brando bleef zien in 'Apocalypse now'.
Maar kijk, terwijl mijn ietwat prettig gestoord schrijfzusje Minne Brigitte als het dartele eentje 'Rosalie' uit haar kinderboeken ons haar boeiend schrijversparcours etaleerde en ons tussendoor ook wel een blikje gunde op de wording van Boekhandel Beatrijs, van mama tot jou, verwende ik mezelve dus eindelijk toch op dat ‘Hart der Duisternis’ dat jij vanzelfsprekend in je nieuwe rekken liggen had.
Jan, jongen: Conrad de kloot zoals de gebroeders Jef, Karel en Johan Anthierens zeggen zouden, hij heeft me de hele nacht wakker gehouden. Recht naar de verborgen inktzwarte krochten van de menselijke natuur ben ik met hem gegaan. De duisternis van Afrikaanse oevers. De duisternis in het hart van Mister Kurtz. De monsterlijke hebzucht (voor ivoor!) van kolonialisme en imperialisme. Het hele mysterie van de donkere menselijke aard, in één machtige novelle. Net als Marlow en 'Mister Kurtz' had Conrad dezelfde reis op de Kongostroom gemaakt voor een Belgische Handelsmaatschappij jawel. Ook op zo’n stoomschuit, vol met klinknagels opgelapte stukken staal. Een fascinerende tocht naar de diepten van de menselijke aard. Een helletocht naar de totale desintegratie van de menselijke ‘ziel’: wanneer alle maatschappelijke controle wegvalt en niemand nog toeziet en waakt.
De kritiek van de Nigeriaanse auteur Chinua Achebe op de racistische hautaine teneur van Conrads geschrijf (‘Uitroeien die beesten!’) begrijp ik volkomen. Achebe valt vooral Conrads arrogantie aan waarmee Afrika wordt herleid tot decor voor de ondergang van een gek geworden Europeaan. Achebe maakt zich daarbij, zoals vertaler Bas Heijne dat zo raak opmerkt, vooral boos om het besef dat de opvatting over Afrika als hopeloos continent zonder gezicht meer dan een eeuw na de publicatie van ‘Hart der Duisternis’ niet verdwenen is, maar integendeel in het Westen bij iedere nieuwe hongersnood of burgeroorlog nog aanhangers wint. Achebe zit er niet zozeer mee dat Conrad (1857-1924) een kind van zijn tijd was, maar dat hij dat ook nog van onze tijd is.
Ik zag onlangs Jef Geeraerts (ooit zaten we samen aan de feestdis in de glooiende tuinen van barones Angèle Manteau)en ik hoorde hem bezig over zijn recente terugkeer naar het land van Matsombo en zijn Black Venus:
'Alles naar de vaantjes.'
'Hopeloos verloren.'
Omdat ik dat definitieve oordeel van de voormalige 'assistent-resident' Geeraerts graag nog ‘s wil toetsen aan andere getuigenissen dan die van een ‘Oude Man en zijn Heimwee’ graaide ik in jouw boekentempel ook ‘Een geschiedenis van Congo’ van David van Reybrouck van de rekken. Zo zie je maar wat E-books niet en nooit vermogen zullen: altijd weer nieuwe stapstenen aanreiken op de eindeloze tocht naar jezelf.
Dat je het mooie Beatrijs-verhaal van je mama, dat nu al veertig jaar duurt, aldus een nieuw leven schenkt, siert je mijn goede boekenmaat. Als redactiechef cultuur bij de krant heb ik 'Mama Beatrijs' jaar na jaar aan het werk gezien op de boekenbeurs van Antwerpen. Strijdend om haar stekje in dat gigantische kluwen. En zie. Haar wilskracht deed me steeds weer denken aan iemand die ik in een roman gemakshalve ‘Madame Valentine’ heb genoemd. Wat je dus met zo’n - papieren- boek al niet kan. Je diepste zieleroerselen neerpennen. En, als je wat geluk hebt één lieve lezeres of één hardnekkige verwoede lezer vinden die zich daarin zelf herkent.
Alle succes gewenst, we zien elkaar volgende week voor alweer een ander nieuw boek: ‘Bruin’. Het ga je goed! Dikke kus aan al de lieve dames daar.
(Aan Jan Van Damme)
‘Ongefrankeerde Correspondentie’
Copyright Stef Vancaeneghem.
<< Home