29 april 2008

DE BENIEUWDE RONSENAAR

















BRIEF VAN EEN FIERTELDRAGER

Beste Stef,

18 mei nadert snel. Fiertel. Ronse op zijn best. Authenticiteit in alle glorie. Een keizerlijke traditie in en voor onze stad. Kijk toch maar uit. Zonder dat we het beseffen, staan ze er straks weer. Die mensen die vanuit een onmetelijke vorm van ijdelheid leven in de waanidee dat de Fiertel er is voor hen. Een ideale manier om zich te profileren.

Het zijn die mensen die ons de jongste maanden al lang niet meer omver doen vallen van de bochten die ze nemen om te beloven en een poosje later te poneren dat ze niets hebben gezegd. Laat staan dat ze zich herinneren dat we bij hen zijn langsgegaan in hun kabinet. Laat staan dat ze nog weten dat ze zeer enthousiast reageerden.

Het zijn ondermeer die mensen die cartoonisten tekeningen laten maken over dragers en belders die met ‘t keerie” voor een moskee stappen. Misbruik van een fantastische traditie uit eigenbelang. Hoe zielig kan het zijn. Het blijft maar duren. Ook al wordt de tekening een beetje aangepast.

Ondanks het feit dat heel wat Ronsenaars zielsveel van hun Fiertel houden, zou het niet slecht zijn indien wij, burgers, de heren van het bewind bewust maken van het onnoemelijke mooie erfgoed dat deze Fiertel wel is. Sommige mensen doen dit nu al. Maar, hoe meer krachten er worden gebundeld, hoe meer ons project weerklank vindt.

Buiten onze stadsgrenzen legden we contacten om na te gaan in welke mate “oeze fietol” in aanmerking zou kunnen komen als werelderfgoed. Het enthousiasme daar is groot. Natuurlijk komt deze eeuwenoude traditie in aanmerking.

Jonge universitairen willen iets terug doen voor hun geliefde stad. Deze hoog opgeleide geschiedkundigen willen koste wat het kost werk maken van het ontsluiten van het erfgoed en daarbij speelt de Fiertel een zeer belangrijke rol. Zij willen het dossier opmaken dat als basis moet gelden om de erkenning als werelderfgoed binnen te halen. Zij botsen echter op weerstanden die niets van doen hebben met inhoudelijke argumenten, wel met het slaafse gedrag aan broodheren.

Jammer genoeg zitten we in een verhaal van wij en zij. Ondanks de inspanningen van al de mensen van de Werkgroep Hermes Belevingscentrum, worden we geconfronteerd met de overjaarse en beschimmelde gedachte dat mensen die zich willen inzetten om de erkenning als werelderfgoed te veroveren, in het ene kamp behoren.

God mag weten wat het andere kamp dan wel zou mogen zijn. Ik heb nooit aangevoeld in onze Werkgroep dat er een “ander kamp” bestaat. Iedereen ijvert met volle overtuiging voor deze erkenning. Wars van overtuiging of ideologie.

De rotte gedachte van de twee kampen is ontstaan in de wandelgangen van de macht. De lokale macht. Blijkbaar is niet iedereen in staat om op een correcte en nuchtere wijze om te gaan met een mandaat. Een paar stemmen verschil is niet veel, maar levert blijkbaar een wereld van verschil op als het gaat over de wijze waarop nu met de burger, die vanuit een oprecht engagement “iets” wil bijdragen voor zijn stad, wordt omgegaan.

Ik heb plaatsvervangende schaamte voor politici die voorbij gaan aan een schitterende opportuniteit voor Ronse. Hij of zij die de andere kant opkijkt voor dit project, zou zich moeten afvragen of hij of zij over de juiste capaciteiten beschikt om een mandaat in te vullen. Sommigen gaan ervan uit dat je enkel over de juiste familienaam moet beschikken.

Laten we toch even ernstig blijven. Waarover gaat het? Het gaat poepsimpel over een oproep van een Werkgroep, die pluralistisch is samengesteld en waarin op een open en transparante wijze wordt gepraat, om nu voor eens en voor altijd te beseffen dat de Fiertel de diepste vezels van iedere Ronsenaar beroert.

Deze eeuwenoude en schitterende traditie is zo mooi en zo uniek dat het voor de buitenstaanders (lees: geschiedkundigen en politici van buiten deze stad) evident is te ijveren voor de erkenning als werelderfgoed voor deze eeuwenoude traditie. Die mensen kijken met stijgende verbazing toe hoe dit mooie Ronsese project in een politiek vaarwater terecht komt.

Daar waar elders over veel minder waardevolle tradities met veréénde krachten wordt gewerkt om erkenningen en dus ondersteuningen los te krijgen, zijn er in onze stad mensen die erin slagen om vanuit een eng eigenbelang, op een bijna perverse wijze, om te springen met een traditie die de ziel (of voor zij die eerder het woord “roots” prefereren, bij deze…) van onze stad en haar inwoners bloot legt.

Enfin, wij gaan er in ieder geval onze Fiertel niet door laten vergallen. Maar ik kijk al uit naar het gedrum net achter het schrijn bij het dragen van het schrijn door de stadsstraten. Ik zal me eventjes omdraaien en in sommige mensen hun ogen kijken.

Op een dag moeten er weer stemmen worden geteld. Een rendez-vous zonder veel woorden.

Ik wens je, beste Stef, een zeer aangename Fiertel toe. Op 1 mei dragen we voor het eerst de relieken rond in de Sint-Hermeskerk. Daarna worden ze uitgestald. Kan de datum symbolischer zijn? Wat mij betreft is iedere Ronsenaar er van harte welkom.

Ook zij.

Genegen groeten,


Wim Vandevelde
Fierteldrager