BLUE MOON
23.
Spoedvergadering rond de pietjesbak in ons lokaal The Silicon Valley.
‘Neen Kitty, vandaag geen Wittekes.’
‘Geeft ons een jat van Vera Hoorens.’
‘Wiedadde?’
‘Van Panamarenko zijn vrouwke.’
‘Mee koekskes van de Blauwe Lotus.’
Als groep staan we op een keerpunt. Alles kan kantelen. Het gaat om onze integriteit. Onze geloofwaardigheid wordt zwaar op de proef gesteld. Gaan we in op het aanbod van het Olympisch Comité? Zullen we de opening van de Spelen in China stofferen met een potpourri van ons repertoire? Vanuit de groep borrelen bezwaren op. Om te beginnen logistieke. Recent hebben we dan wel geïnvesteerd in nieuwe staandertjes voor partituren, plus een mengpaneel met vijf uitgangen. Niettemin blijft het de vraag of we met ons huidig materiaal de door ons zo gewenste Wall of Sound zullen kunnen optrekken die Phil Spector haalt in ‘Be my be baby’ van zijn Ronetten. In alle omstandigheden streven we immers naar topkwaliteit. Als die niet wordt gegarandeerd, dan spelen we niet.
Niks laten we daarbij aan het toeval over. Afgelopen zomer staan we als hoofdact geboekt in the middle of the Vlaamse Ardennen. Terwijl we voor de act nog een laatste vork ploffen in de ‘Pomme de la Reine Louise-Marie sautée par le Chef’ in ons verblijfshotel The Shamrock, waarschuwen roadies ons omtrent de aanwezigheid naast het podium van een frietkraam. Prompt laten we de organisatie weten dat we in dergelijke omstandigheden weigeren te spelen vanwege contractbreuk. The Shamrock is ons aanbevolen door onze maats Ronnie Wood en Charlie Watts van een ander, zij het veel minder bekend groepje. Zeer genoeglijk laten we nog een flesje Cuvée de la Reine bezit nemen van onze intiemste geledingen.
In laatste instantie, zo vernemen we van het management, trommelt de organisatie Monza op als vervangact. Monza, bij god! Vinden ze echt niks beters? Monza is niets of niemand in de kosmos! Monza is totaal van god los. In onze galaxie van megagroepen is Monza een scheet van een planeet. Het Plutootje onder de bands. Zelfs in de microcosmos is Monza niet eens een protoontje. Nog geen kwakje quark. Nog niet eens een meerdimensionaal membraansnoertje. Monza weet van zichzelf niet of het de ene keer bestaat als deeltje, de andere keer als straaltje. Als Monza wil spelen in de straling van frietgeur, tot daar. Wij nooit. Wij tekenen daar niet voor. Wij bewaken de kwaliteit van onze optredens. Wij gaan voor perfectie. Altijd en overal. Voor minder doen we het niet.
Neem nu mijn eigen didgeridoo, doorslaggevend instrument voor het welslagen van al onze optredens. Laatst belemmert een restantje bruscetta het bereik van de zuivere fa die ik ermee bereiken wil. Met name in ‘C’est en septembre’, een compositie van mezelf, all over the world gecoverd in driehonderd versies: ondermeer door Gilbert Bécaud. Stop! Optreden stil! Wachten op mijn vervangdidgeridoo uit een van onze veertien World Tour Trucks. Dan pas de act hernemen.
Zo werken wij altijd. Hypergeconcentreerd. Puur professioneel. Alles perfect getimed en geregeld als de Breitling van Mermoz, toen die voor het eerst recht over de Ténéré naar Chili vloog voor de Aéropostale. We zullen een riff altijd gelijk riffen. Een nummer van ons klinkt altijd precies hetzelfde. Op het podium, op Joetjoeb. Pas op. Nu en dan stappen we wel eens weloverwogen vanzelf uit het showbizz-systeem. Voor het goede voetbaldoel spelen we dan graag de avond vol voor armlastige teams die zich al opmaken voor verlokking van langslopende gokchinezen met valiezen vol geld, in hogere voetbalklasse.
‘Van Chinezen mag je het ergste vrezen.’
‘Eer je het beseft, zijn je kinderen wezen.’
‘Als we de Spelen openen dan dekken we Tien An Men.’
‘Zie je die jongen daar nog staan voor die tank?’
‘We moeten het doen, ik vertrouw Jacques Rogge.’
‘Jaak wie?’
‘Rogge. Goeie roeier.’
‘Op het meer van Genève zeker?’
‘Ik dacht dat hij zeildege?’
‘Wie zijn wij om de Chinezen te corrigeren.’
‘Wat zouden we zijn zonder hun spreekwoorden?’
‘Wie de hemel ziet in het water…
…die ziet de vissen in de bomen.’
‘Emotie zonder verstand is ellende….’
‘...Verstand zonder emotie is woestijn.’
‘Goed zwijgen is moeilijker dan goed spreken.’
‘Men kan verstandig zijn een leven lang…
…en toch af en toe dom doen.’
‘Krab niet aan je laars als je voet jeukt’.
‘Grote leugens zijn gemaakt van halve waarheden.’
‘Wie zich laat weggeven is het meenemen niet waard.’
‘Mep de vlieg niet op de kop van een tijger’.
‘Ze pakken ons ondertussen wel de Kongo af.’
‘En onze textiel’
‘Moeten wij ons daar allemaal mee moeien?’
‘Wij, als megaband.’
‘De Dalai Lama is een muilentrekker’.
‘Gelijk al de popen’
‘Staatshoofd in ballingschap mijn oor.’
‘Waar blijven trouwens de vrouwen op zijn Achtvoudige Pad?’
‘Geplooid staan ze . Langs de kant in de velden.’
‘Rijst plukken voor de monniken.’
‘Gebogen en vol mededogen’.
‘Klaar voor de daad’.
‘Met alle Chinezen maar niet met den dezen’, gooit onze drummer als afsluiter in ons crisisdebat. Zonder drummer geen ritme. En zonder ritme geen optreden. We weten het. Er wordt gestemd. We gaan voor de Nukerke Dorpsfeesten. We moeten nu eenmaal keuzes maken.
Kitty zegt dat ze content is dat er geen boel komt in de groep vanwege de Chinezen. Die Rogge heeft ze nog goed gekend in haar etablissement. Meer wil ze daarover niet kwijt. Behalve dat hij bij haar weten niet alleen een goeie roeier is. Als marraine van De Snukkende Snaren trakteert ze ons een rondje Hoegaarden Grand Cru.
Onze chef zal de voorzitter van het Olympisch Comité persoonlijk aanschrijven dat hij wreed wel bedankt wordt, maar dat we passen voor de Games in China. We zijn artiesten. We laten ons niet recupereren. Nog door geen twee miljard Chinezen. We blijven de Olympische Vlam bij dit alles zeer genegen.
We bewaren ze in de pijp. En in de broek.
‘Blue Moon’. Roman.
Illustratie: ‘Morning has broken’.
Copyright: Stef Vancaeneghem.
De personages in deze roman zijn fictief.
Spoedvergadering rond de pietjesbak in ons lokaal The Silicon Valley.
‘Neen Kitty, vandaag geen Wittekes.’
‘Geeft ons een jat van Vera Hoorens.’
‘Wiedadde?’
‘Van Panamarenko zijn vrouwke.’
‘Mee koekskes van de Blauwe Lotus.’
Als groep staan we op een keerpunt. Alles kan kantelen. Het gaat om onze integriteit. Onze geloofwaardigheid wordt zwaar op de proef gesteld. Gaan we in op het aanbod van het Olympisch Comité? Zullen we de opening van de Spelen in China stofferen met een potpourri van ons repertoire? Vanuit de groep borrelen bezwaren op. Om te beginnen logistieke. Recent hebben we dan wel geïnvesteerd in nieuwe staandertjes voor partituren, plus een mengpaneel met vijf uitgangen. Niettemin blijft het de vraag of we met ons huidig materiaal de door ons zo gewenste Wall of Sound zullen kunnen optrekken die Phil Spector haalt in ‘Be my be baby’ van zijn Ronetten. In alle omstandigheden streven we immers naar topkwaliteit. Als die niet wordt gegarandeerd, dan spelen we niet.
Niks laten we daarbij aan het toeval over. Afgelopen zomer staan we als hoofdact geboekt in the middle of the Vlaamse Ardennen. Terwijl we voor de act nog een laatste vork ploffen in de ‘Pomme de la Reine Louise-Marie sautée par le Chef’ in ons verblijfshotel The Shamrock, waarschuwen roadies ons omtrent de aanwezigheid naast het podium van een frietkraam. Prompt laten we de organisatie weten dat we in dergelijke omstandigheden weigeren te spelen vanwege contractbreuk. The Shamrock is ons aanbevolen door onze maats Ronnie Wood en Charlie Watts van een ander, zij het veel minder bekend groepje. Zeer genoeglijk laten we nog een flesje Cuvée de la Reine bezit nemen van onze intiemste geledingen.
In laatste instantie, zo vernemen we van het management, trommelt de organisatie Monza op als vervangact. Monza, bij god! Vinden ze echt niks beters? Monza is niets of niemand in de kosmos! Monza is totaal van god los. In onze galaxie van megagroepen is Monza een scheet van een planeet. Het Plutootje onder de bands. Zelfs in de microcosmos is Monza niet eens een protoontje. Nog geen kwakje quark. Nog niet eens een meerdimensionaal membraansnoertje. Monza weet van zichzelf niet of het de ene keer bestaat als deeltje, de andere keer als straaltje. Als Monza wil spelen in de straling van frietgeur, tot daar. Wij nooit. Wij tekenen daar niet voor. Wij bewaken de kwaliteit van onze optredens. Wij gaan voor perfectie. Altijd en overal. Voor minder doen we het niet.
Neem nu mijn eigen didgeridoo, doorslaggevend instrument voor het welslagen van al onze optredens. Laatst belemmert een restantje bruscetta het bereik van de zuivere fa die ik ermee bereiken wil. Met name in ‘C’est en septembre’, een compositie van mezelf, all over the world gecoverd in driehonderd versies: ondermeer door Gilbert Bécaud. Stop! Optreden stil! Wachten op mijn vervangdidgeridoo uit een van onze veertien World Tour Trucks. Dan pas de act hernemen.
Zo werken wij altijd. Hypergeconcentreerd. Puur professioneel. Alles perfect getimed en geregeld als de Breitling van Mermoz, toen die voor het eerst recht over de Ténéré naar Chili vloog voor de Aéropostale. We zullen een riff altijd gelijk riffen. Een nummer van ons klinkt altijd precies hetzelfde. Op het podium, op Joetjoeb. Pas op. Nu en dan stappen we wel eens weloverwogen vanzelf uit het showbizz-systeem. Voor het goede voetbaldoel spelen we dan graag de avond vol voor armlastige teams die zich al opmaken voor verlokking van langslopende gokchinezen met valiezen vol geld, in hogere voetbalklasse.
‘Van Chinezen mag je het ergste vrezen.’
‘Eer je het beseft, zijn je kinderen wezen.’
‘Als we de Spelen openen dan dekken we Tien An Men.’
‘Zie je die jongen daar nog staan voor die tank?’
‘We moeten het doen, ik vertrouw Jacques Rogge.’
‘Jaak wie?’
‘Rogge. Goeie roeier.’
‘Op het meer van Genève zeker?’
‘Ik dacht dat hij zeildege?’
‘Wie zijn wij om de Chinezen te corrigeren.’
‘Wat zouden we zijn zonder hun spreekwoorden?’
‘Wie de hemel ziet in het water…
…die ziet de vissen in de bomen.’
‘Emotie zonder verstand is ellende….’
‘...Verstand zonder emotie is woestijn.’
‘Goed zwijgen is moeilijker dan goed spreken.’
‘Men kan verstandig zijn een leven lang…
…en toch af en toe dom doen.’
‘Krab niet aan je laars als je voet jeukt’.
‘Grote leugens zijn gemaakt van halve waarheden.’
‘Wie zich laat weggeven is het meenemen niet waard.’
‘Mep de vlieg niet op de kop van een tijger’.
‘Ze pakken ons ondertussen wel de Kongo af.’
‘En onze textiel’
‘Moeten wij ons daar allemaal mee moeien?’
‘Wij, als megaband.’
‘De Dalai Lama is een muilentrekker’.
‘Gelijk al de popen’
‘Staatshoofd in ballingschap mijn oor.’
‘Waar blijven trouwens de vrouwen op zijn Achtvoudige Pad?’
‘Geplooid staan ze . Langs de kant in de velden.’
‘Rijst plukken voor de monniken.’
‘Gebogen en vol mededogen’.
‘Klaar voor de daad’.
‘Met alle Chinezen maar niet met den dezen’, gooit onze drummer als afsluiter in ons crisisdebat. Zonder drummer geen ritme. En zonder ritme geen optreden. We weten het. Er wordt gestemd. We gaan voor de Nukerke Dorpsfeesten. We moeten nu eenmaal keuzes maken.
Kitty zegt dat ze content is dat er geen boel komt in de groep vanwege de Chinezen. Die Rogge heeft ze nog goed gekend in haar etablissement. Meer wil ze daarover niet kwijt. Behalve dat hij bij haar weten niet alleen een goeie roeier is. Als marraine van De Snukkende Snaren trakteert ze ons een rondje Hoegaarden Grand Cru.
Onze chef zal de voorzitter van het Olympisch Comité persoonlijk aanschrijven dat hij wreed wel bedankt wordt, maar dat we passen voor de Games in China. We zijn artiesten. We laten ons niet recupereren. Nog door geen twee miljard Chinezen. We blijven de Olympische Vlam bij dit alles zeer genegen.
We bewaren ze in de pijp. En in de broek.
‘Blue Moon’. Roman.
Illustratie: ‘Morning has broken’.
Copyright: Stef Vancaeneghem.
De personages in deze roman zijn fictief.
<< Home