13 februari 2007

BLOG NOTES















DE WONDERE WERELD
VAN
BIDSPRINKHANEN &
PERSMUSKIETEN


Jef Anthierens, één van de hoofdredacteuren die mijn journalistiek bestaan kwamen opvrolijken bij Spectator, was behalve een innemend mens zo rechts als de pest van Albert Camus die hij vooral vereerde als auteur van… L’étranger.

Zelf had Jef ‘De Bidsprinkhanen’ gepleegd, een boek waarin hij uitlegde hoe ‘het linkse feministische gespuis van mei ‘68’ gaandeweg eenieder oppeuzelen zou. Zoals wijfjes van bidsprinkhanen doen met hun mannetjes, na de liefdesdaad.

Jef verhief dergelijke en andere gruwelijk incorrecte statements tot één hermetische levenshouding. Hij was een rebelse Breliaan. Een wandelende clusterbom vol foute slagzinnen zoals deze: ‘Wie bescheiden is, heeft daar alle redenen toe’.

Voor wie van taalspelletjes en dubbele bodems hield, had Jef een ondefinieerbare charme. Voor de anderen echter, die zijn pikdonkere Cioran-aforismen niet konden smaken, leek zijn houding vaak onuitstaanbaar.

Op een dag noemde hij me in de lift naar de redactie ziedend een ‘linksche schmeerlap’. Ik had hem gevraagd waarom pro-Palestijnse lezersbrieven steevast in zijn prullenmand verdwenen. Later die nacht zongen we bij een goede collega thuis samen alweer vrolijk Vlaamse liedekens van weleer.

Ik heb heel graag met Jef gewerkt en later ook met zijn broer Karel.
De Anthierensen waren heerlijk onvoorspelbaar en brachten je hun eindeloze liefde voor het welgemikte woord bij. Voor datgene wat hun jongere wonderbroer Johan tot de loepzuivere diamant van een indrukwekkend journalistiek oeuvre brengen zou (nu gebundeld bij uitgeverij Van Halewyck).

Flutcompromissen en Strategische Plannen

‘De Bidsprinkhanen’ dus. Het soort dat Jef bedoelde komt voornamelijk voor in de politieke biotoop. Wat de bidsprinkhanen daar bedreigt, is niet zozeer de macht die - volgens de ouden - eenieder corrumpeert. Noch een gebrek aan rechtschapenheid of oprechtheid. Wat politici vooral ondermijnt is: het compromis. Die beken water in de wijn. Dat almaar toegeven aan en afwijken van. Dat eindeloos opdelen van de macht. Elke politicus start vanuit zijn eigen idealen. Elke mandataris botst vroeg of laat op die van een ander. Deelt dan samen met die ander (in) de brokken.

Dodelijke paringsdans

Het geeft Hertoginnedal en Egmontpacten. Het geeft flutcompromissen en ontoereikende Kyoto-akkoorden. Het geeft al te netjes afgebakende Strategische Plannen.

Het geeft overeenkomsten die dadendrang en creativiteit willen kanaliseren maar die tegelijk wurgen in starre agenda’s en verstikkende regelgevingen.


Ik geloof in de oprechtheid van de politici. Ik hoor mijn hele leven lang al dat ik ongelijk heb. Vooral vanwege de onverbeterlijke zwartkijkers en doemdenkers. Ik geloof in het oprechte engagement van mandatarissen.
Ik geloof echter tegelijk dat de meeste gekozenen gaandeweg met hun mooie initiële idealen verzanden in enge partijspelletjes, in de bekrompenheid van al te pragmatische machtsdeling, kleine afspraakjes, hidden agenda’s.

Om tenslotte, net als bidsprinkhanen, opgepeuzeld te worden door de geldingsdrang van hun partners. Het wordt dan: the survival of the fittest.

Darwin bedoelde daarmee niet de sterksten, wel diegenen die zich zonder al teveel kleerscheuren weten aan te passen aan de grootste gemene deler, aan het compromis, aan de ‘deals’.

Van scoop tot scandalitis

De bidsprinkhanen worden bij hun eindeloze paringsdans in de gaten gehouden door persmuskieten. Het ene soort kan niet zonder het ander. Er is haat en er is liefde tussen beide.

De tweede speelt waakhond voor de eerste. Maar blaffende honden bijten zelden. En wanneer twee honden bijten om hetzelfde been (de publieke opinie) loopt de derde ermee heen: de absolute cynicus.

Kwalen bedreigen persmosquito’s.

De eindeloze rush naar het nieuwste nieuws. De primeur. Het willen scoren met Het Eerste Nieuws. De eerste willen zijn. En als het kan de beste. Liefste beide tegelijk.

Deze primeurkoers leidt soms tot excessen en vergissingen. Zie de onterechte beschuldigingen aan het adres van Elio di Rupo na de affaire Dutroux.
Zie de vooralsnog niet echt hard gemaakte aantijgingen tegen Patrick Lefèvre.

De jacht op dé primeur drijft journalisten steeds verder, soms tot ver over de grenzen van het ‘fatsoen’. Al blijft het ook altijd uitkijken voor fatsoenrakkers die wel de eersten zijn om de pers te verachten, maar inmiddels zelf een ton boter op het hoofd dragen.

Du choc des photos jaillit le scandale

De grootse bedreiging voor zo’n leven op het scherp van het nieuws is het cynisme van het déjà vu. Niks blijft nog overeind in die eindeloze nieuwsjacht. Het kind van Mitterrand, het kind van Albert, het kind van Adamo, het kind van Wendy, het kind van Willy Sommers, de stagiaire van Clinton, de tien hete minuutjes van Chirac stortbad inbegrepen. Het kind met het stortbadwater.

Na Voltaire's ‘du choc des idées jaillit la lumière’ geldt allang de Paris-Match-slogan ‘Le poids des mots, le choc des photos’. En dat is iets totaal anders.

Het maakt dan niet meer uit of iemand er beter van wordt te weten dat prinses Stéphanie’s Daniel in een zwembad bovenop de Castellet stoeit met de stripteaseuse Fili Houteman, onder de alziende megalenzen van paparazzi die voor grof geld muteren van persmuskieten tot mestkevers.

Paso doble

Ik wil ik hier graag alle excessen - ook de mijne - onderkennen van een journalistiek bedrijf dat ik na vijfendertig jaar, beroepsmisvorming incluis, nog steeds met hart en ziel blijf uitoefenen en altijd zal verdedigen.

Eén kritiek vind ik daarbij echter te gek voor woorden. Hij komt uit de hoek van de haantjes onder De Bidsprinkhanen. Dat persmensen nooit voor de kiezer komen, dus geen verantwoordelijkheid zouden dragen.

Ik heb als journalist de afgelopen drie decennia al teveel bladen zien kapot gaan om niet te weten hoe een journalist integendeel dagelijks voor de lezer-kiezer staat met zijn hele huiswerk. Telkens weer opnieuw in zijn eindeloze Sisyphus-arbeid open en bloot door eenieder beoordeeld wordt op zijn nieuwste pennenvrucht, op de kleinste misser.

Het is nog eens wat anders dan om de vier of zes jaar naar de kiezer gaan. De lezer moet je verdienen, dag na dag. Van lezer 1 tot 85.000.

Er is maar één manier om dat te doen. En daarin vinden bidsprinkhanen en persmuskieten elkaar dan weer terug in een sierlijke paso doble van integriteit en rechtschapenheid. Ver weg van het doemdenken en het cynisme.