SPIEGELSCHRIFT
DE KOPBREKER
VAN DE CRYPTE
Komt er een senioor – zonder Venetiaanse das - de crypte binnen gesukkeld. Vraagt of ze hier bij gelegenheid misschien eens kunnen vloeren?
‘Een mens zou zich nog een malheur terten’.
‘Ik geef uw vraag door aan de bevoegde instanties’, hoor ik de zaalwachter repliceren. Zonder verpinken. Dan, de rechter wenkbrauw iets omhoog:
‘Wil ik tegelijk vragen dat ze ook de zuilen wegpakken.Voor het zicht?’
Ien Ronse ees dat iet.
In het kader van het prachtige Textielfestival ‘Touching Textiles’ op diverse locaties en in (ondermeer ) onze onwaarschijnlijk mooie crypte vergaap ik me aan ‘De Kopbreker’, pronkstuk van Thierry De Cordier.
Hermetisch Zwarte monoliet. Ik heb zin om te krabben met mijn Zwitsers pennenmeske. Zien of er alchemie mee gemoeid is, een hart van goud misschien. De Cordier is een magicien. Werkt vreselijk op de zenuwen van eenieder die vindt dat kunst je niet op het verkeerde been zetten mag en helemaal al niet op deze onzekere kerkvloeren.
Prima op zijn plaats is Thierry De Cordier in dit mysterieus ondergronds heiligdom van Hermes zijne heilige knoken. Op deze miraculeuze plek waar in het verleden een – godbetert Oudenaardse - lingerieshow voor kopbrekens zorgde in hoofde van onze wereldlijke en kerkelijke overheden.
Meer bepaald bij de schepen van lingerieshows die zich hiervoor naderhand in deze zelfde crypte openlijk (naar aanleiding van Armand Demeulemeesters ‘Kruisweg’) verexcuseerde bij de heer deken. Al was het me toen bij dat monkellachje van de schepen niet duidelijk of hij het wel echt meende, dan wel veeleer nog nagenoot.
Want de geheimen van de crypte laten zich maar mondjesmaat kennen. En dat zal Thierry De Cordier niet tegenspreken met zijn Kopbreker. Naast de nis van de Heilige Stefanus (zoals eenieder weet die van zijn pen leven moet: de eerste martelaar) werden eerder al hermetische rituelen opgezet waarbij de waanzin zonder lingerie in al haar middeleeuwse volslanke naaktheid langdurig werd belezen en gretig besprenkeld. Tot genoegen van de botergeile kanunniken.
Thierry De Cordier is een in Ronse onbekend wereldberoemd kunstenaar. Niveau Thuymans, Fabre, Panamarenko. Met in sommige werken een knipoog naar Leonardo. Met iets van Hitchcock (in ‘Birds’). Laat Ronse hem vervloeken, vermaledijden in vele generaties zoals het de brave Baruch de Spinoza overkwam, laat Ronse hem vooral koesteren en altijd weer verwelkomen.
‘De Cordie zeede?’
‘Noejt van g’huurd.’
Ien Ronse ees dat iet (bis). Biënnale van Venetië. New York. Oostende, lang voor Claus (wel nà Ensor al had hij met hem best op de zwier gekund naar het Bal du Rat Mort). En nog voor Oostende of all places: een boomhut in Schorisse.
De Cordier is de neef van wijlen Albert. Voor Ronsenaars zouden deze antecedenten alleen al de definitieve garantie horen te betekenen voor gegarandeerde onvoorspelbare extravaganza. Mèt vloek.
‘Kopbreker’ dus. Breek er je kop niet op waarom en probeer De Cordier in de crypte vooral niet te plaatsen. Kunst is het zeker. Dit kan je krijgen met kunstenaars die buiten alle kaders kleuren, zoals Fabre zuilen behangen met plakjes ham, kevers aan paleishemels kleven en voor kopbrekens zorgen bij de verbouwereerde zondagse toeschouwer die een nieuwe vloer voor de crypte wil.
Leo Copers, eveneens present in deze ‘Touching Textiles’ is ook zo’n speciale. In de Ververij (Starting Point van dit festival) lokt hij je de trappen op, laat hij in de verte van lokaal 105 zijn licht schijnen op jouw vraagtekens. De toegankelijkheid van zijn werk gaat erop vooruit vind ik. Jaren geleden zag ik van hem een mitrailleur met zandzakskes ervoor. Ik was toen al blij dat de toeschouwer niet werd neergemaaid. Voor de rest veel mooie tissus gezien in Ronse vandaag.
En dan dat lied der oude getouwen dat mijn wonderjaren ritmeerde tussen de lieve warme mensen die mijn jeugd bevolkten, nu allemaal in een kaderke met hun decoratie naast mijn altijd al dode papa aan de muur van het Must plakken, er mij doen aan denken dat Ronse een stad is en blijft van vele netwerken en weefsels. Ees't azuu niet, professeur Hendrik Vuye?
SPIEGELSCHRIFT
Losse blognoten over Ronse.
(Nog op 5-6 oktober/12-13 oktober. 11-18 u).
VAN DE CRYPTE
Komt er een senioor – zonder Venetiaanse das - de crypte binnen gesukkeld. Vraagt of ze hier bij gelegenheid misschien eens kunnen vloeren?
‘Een mens zou zich nog een malheur terten’.
‘Ik geef uw vraag door aan de bevoegde instanties’, hoor ik de zaalwachter repliceren. Zonder verpinken. Dan, de rechter wenkbrauw iets omhoog:
‘Wil ik tegelijk vragen dat ze ook de zuilen wegpakken.Voor het zicht?’
Ien Ronse ees dat iet.
In het kader van het prachtige Textielfestival ‘Touching Textiles’ op diverse locaties en in (ondermeer ) onze onwaarschijnlijk mooie crypte vergaap ik me aan ‘De Kopbreker’, pronkstuk van Thierry De Cordier.
Hermetisch Zwarte monoliet. Ik heb zin om te krabben met mijn Zwitsers pennenmeske. Zien of er alchemie mee gemoeid is, een hart van goud misschien. De Cordier is een magicien. Werkt vreselijk op de zenuwen van eenieder die vindt dat kunst je niet op het verkeerde been zetten mag en helemaal al niet op deze onzekere kerkvloeren.
Prima op zijn plaats is Thierry De Cordier in dit mysterieus ondergronds heiligdom van Hermes zijne heilige knoken. Op deze miraculeuze plek waar in het verleden een – godbetert Oudenaardse - lingerieshow voor kopbrekens zorgde in hoofde van onze wereldlijke en kerkelijke overheden.
Meer bepaald bij de schepen van lingerieshows die zich hiervoor naderhand in deze zelfde crypte openlijk (naar aanleiding van Armand Demeulemeesters ‘Kruisweg’) verexcuseerde bij de heer deken. Al was het me toen bij dat monkellachje van de schepen niet duidelijk of hij het wel echt meende, dan wel veeleer nog nagenoot.
Want de geheimen van de crypte laten zich maar mondjesmaat kennen. En dat zal Thierry De Cordier niet tegenspreken met zijn Kopbreker. Naast de nis van de Heilige Stefanus (zoals eenieder weet die van zijn pen leven moet: de eerste martelaar) werden eerder al hermetische rituelen opgezet waarbij de waanzin zonder lingerie in al haar middeleeuwse volslanke naaktheid langdurig werd belezen en gretig besprenkeld. Tot genoegen van de botergeile kanunniken.
Thierry De Cordier is een in Ronse onbekend wereldberoemd kunstenaar. Niveau Thuymans, Fabre, Panamarenko. Met in sommige werken een knipoog naar Leonardo. Met iets van Hitchcock (in ‘Birds’). Laat Ronse hem vervloeken, vermaledijden in vele generaties zoals het de brave Baruch de Spinoza overkwam, laat Ronse hem vooral koesteren en altijd weer verwelkomen.
‘De Cordie zeede?’
‘Noejt van g’huurd.’
Ien Ronse ees dat iet (bis). Biënnale van Venetië. New York. Oostende, lang voor Claus (wel nà Ensor al had hij met hem best op de zwier gekund naar het Bal du Rat Mort). En nog voor Oostende of all places: een boomhut in Schorisse.
De Cordier is de neef van wijlen Albert. Voor Ronsenaars zouden deze antecedenten alleen al de definitieve garantie horen te betekenen voor gegarandeerde onvoorspelbare extravaganza. Mèt vloek.
‘Kopbreker’ dus. Breek er je kop niet op waarom en probeer De Cordier in de crypte vooral niet te plaatsen. Kunst is het zeker. Dit kan je krijgen met kunstenaars die buiten alle kaders kleuren, zoals Fabre zuilen behangen met plakjes ham, kevers aan paleishemels kleven en voor kopbrekens zorgen bij de verbouwereerde zondagse toeschouwer die een nieuwe vloer voor de crypte wil.
Leo Copers, eveneens present in deze ‘Touching Textiles’ is ook zo’n speciale. In de Ververij (Starting Point van dit festival) lokt hij je de trappen op, laat hij in de verte van lokaal 105 zijn licht schijnen op jouw vraagtekens. De toegankelijkheid van zijn werk gaat erop vooruit vind ik. Jaren geleden zag ik van hem een mitrailleur met zandzakskes ervoor. Ik was toen al blij dat de toeschouwer niet werd neergemaaid. Voor de rest veel mooie tissus gezien in Ronse vandaag.
En dan dat lied der oude getouwen dat mijn wonderjaren ritmeerde tussen de lieve warme mensen die mijn jeugd bevolkten, nu allemaal in een kaderke met hun decoratie naast mijn altijd al dode papa aan de muur van het Must plakken, er mij doen aan denken dat Ronse een stad is en blijft van vele netwerken en weefsels. Ees't azuu niet, professeur Hendrik Vuye?
SPIEGELSCHRIFT
Losse blognoten over Ronse.
(Nog op 5-6 oktober/12-13 oktober. 11-18 u).
<< Home