TEGEN DE STERREN OP
Zelfverzekerd zingt hij voor de klasgenoten van de poësis de lof van zijn American hero John Fitzgerald Kennedy. Achteraan in de klas wordt meer dan hoorbaar gemompeld, door de jongen in oranje hemd met Mao-kraag met wie hij op zaterdag in de Jeugdclub De Kobbe achter de meiden aanzit, op muziek van Richie Valens. Kusjesdans. Slow.
Ondanks deze rebellie der achterste banken houdt hij hardnekkig vol in de verdediging van zijn stelling dat de Amerikanen de bevrijders zijn. De vrijheidsgedachte laat zich door niks of niemand kooien.
(En al helemaal niet door een jongen uit Louise-Marie die zijn ziel verkocht heeft aan de duivels van het Warchau-pact. Die trouwens daarnet op de schoolkoer nog stond te brullen dat hij allemaal beestjes ziet, in zijn eigen bierstemmige interpretatie van Ronnie & The Ronnies).
Thuis brengt hij De Avonden door op de kamer van zijn nieuwe maat Franky, een inwonende Amerikaanse marinier uit Montana. Franky zorgt er in de wat verderop gelegen Amerikaanse basis van Flobecq voor dat de Russen achter het Ijzeren Gordijn blijven en geen kilotons atoombom op onze kop afschieten, met fall-out tot in de Kluis en de gewisse vernietiging van alle bosanemoontjes voor wel duizend jaar.
De chef van Franky is een zwarte Amerikaanse kolonel met overal Stars & Stripes. Die komt Franky ‘s ochtends oppikken in een flesgroene Chevrolet met rode nummerplaat en links erop kleine heel on-Belgische cijfertjes. Rijden ze dan samen richting D’Hoppe. Russen tegenhouden.
Met zijn sigaar in de mond, zijn stoer kaki-uniform en zijn legerpet (waarop hijzelf dra als would be beatnik het 'make love not war' embleem zal stiften) lijkt zijn maat Franky op Fidel Castro. De zware legerlaarzen laat hij ’s nachts luid op het balatum knallen in de lange gang naar zijn kamer, als hij weer eens beschonken landt na een nacht pokeren in de Rami Bridge aan het station.
Franky is altijd relax-max. Hij toont hem waar Montana ligt: links boven op de immense Amerikaanse landkaart die hij boven zijn bed heeft gespijkerd. Speldekopjes op de plekken waar al zijn lieven wonen.
(Franky verdedigt de veelwijverij, na zijn legerdienst wil hij in een sekte waar polygamie behoort tot de zedelijke verplichtingen van de gelovigen).
Hij vertelt hem over wekenlange jachtpartijen in Montana, het opensnijden en roosteren van roofdieren. De beren, de kou, de berekou, het Deliverance-gevoel van wilde rivieren, de gevaren van loslopende zonderlingen, outlaws en Dr. Kimble, gezocht door Highway Patrol, FBI en CIA.
Als hij niet al te dronken is, spreekt hij hem ook over Ralph Waldo Emerson, Henry David Thoreau, de Fireside Poets, de Lost Generation , John Dos Passos, de Black Mountain Poets, de Beat Poets. Pas op, geen achterlijke.
Franky weet ook alles van mustangs af. Je moet een paard knuffelen en ertegen fluisteren, gene zever.
Op dezelfde mooie studeertafel in Bretonse stijl waarop hij tot vorig jaar zijn Griekse woordjes nog instudeerde, heeft zijn maat Franky nu corned-beefdozen opgestapeld. En hele stapels Camel, stinkstokken zonder filter.
Ze spreken af dat hij Franky ooit opzoeken zal in Montana zodra hij meerderjarig is. Eenentwintig maar dat zou kunnen zakken tot achttien, ze hadden het er vanmiddag over in de Journal Parlé. Dan zullen ze als twee cowboys de bergen in trekken.
(In de Stock Américain aan de Kruissens heeft hij daartoe al een drinkbeker op de kop getikt en een gamel).
Het verheven wereldbeeld dat hij op zijn klasgenoten loslaat is dat van Time-Life en Paris-Match. Law and order. Amerika is de politie van de wereld. The United States of America bekampen overal de duistere krachten van het kwade. Het westen gaat alle onderdrukte volkeren van de wereld bevrijden van het communistische juk. Santo Domingo, Panama, China, Cuba, Angola en Vietnam. Het communistisch gevaar bedreigt de wereld.
(Even later ziet hij in een krant de foto van het naakte vluchtende Napalm-kind, schaamt hij zich diep voor de goede punten van zijn spreekbeurt en scheurt hij zijn verhandeling).
Op een nacht komt Franky in zijn blote flikker in majestueuze staat van oprichting de gang op gewandeld. Luid lallend van ‘Long Tall Sally’. Het Amerikaanse heir staat immer pal.
’s Anderendaags staat zijn plunje op straat, voor de deur. Hij kan beschikken. De grenzen van de welvoeglijkheid en die van het huisregelement zijn bij deze definitief overschreden, vindt zijn moeder.
(Zijn kamer wordt snel bezet door een radioloog. Telkens hij hem op de gang ontmoet, krijgt hij het gevoel dat de man dwars door zijn knoken kijkt).
‘Tegen de sterren op’.
‘Verzonnen Journaal in Spiegelschrift.’
Copyright: Stef Vancaeneghem.
Ondanks deze rebellie der achterste banken houdt hij hardnekkig vol in de verdediging van zijn stelling dat de Amerikanen de bevrijders zijn. De vrijheidsgedachte laat zich door niks of niemand kooien.
(En al helemaal niet door een jongen uit Louise-Marie die zijn ziel verkocht heeft aan de duivels van het Warchau-pact. Die trouwens daarnet op de schoolkoer nog stond te brullen dat hij allemaal beestjes ziet, in zijn eigen bierstemmige interpretatie van Ronnie & The Ronnies).
Thuis brengt hij De Avonden door op de kamer van zijn nieuwe maat Franky, een inwonende Amerikaanse marinier uit Montana. Franky zorgt er in de wat verderop gelegen Amerikaanse basis van Flobecq voor dat de Russen achter het Ijzeren Gordijn blijven en geen kilotons atoombom op onze kop afschieten, met fall-out tot in de Kluis en de gewisse vernietiging van alle bosanemoontjes voor wel duizend jaar.
De chef van Franky is een zwarte Amerikaanse kolonel met overal Stars & Stripes. Die komt Franky ‘s ochtends oppikken in een flesgroene Chevrolet met rode nummerplaat en links erop kleine heel on-Belgische cijfertjes. Rijden ze dan samen richting D’Hoppe. Russen tegenhouden.
Met zijn sigaar in de mond, zijn stoer kaki-uniform en zijn legerpet (waarop hijzelf dra als would be beatnik het 'make love not war' embleem zal stiften) lijkt zijn maat Franky op Fidel Castro. De zware legerlaarzen laat hij ’s nachts luid op het balatum knallen in de lange gang naar zijn kamer, als hij weer eens beschonken landt na een nacht pokeren in de Rami Bridge aan het station.
Franky is altijd relax-max. Hij toont hem waar Montana ligt: links boven op de immense Amerikaanse landkaart die hij boven zijn bed heeft gespijkerd. Speldekopjes op de plekken waar al zijn lieven wonen.
(Franky verdedigt de veelwijverij, na zijn legerdienst wil hij in een sekte waar polygamie behoort tot de zedelijke verplichtingen van de gelovigen).
Hij vertelt hem over wekenlange jachtpartijen in Montana, het opensnijden en roosteren van roofdieren. De beren, de kou, de berekou, het Deliverance-gevoel van wilde rivieren, de gevaren van loslopende zonderlingen, outlaws en Dr. Kimble, gezocht door Highway Patrol, FBI en CIA.
Als hij niet al te dronken is, spreekt hij hem ook over Ralph Waldo Emerson, Henry David Thoreau, de Fireside Poets, de Lost Generation , John Dos Passos, de Black Mountain Poets, de Beat Poets. Pas op, geen achterlijke.
Franky weet ook alles van mustangs af. Je moet een paard knuffelen en ertegen fluisteren, gene zever.
Op dezelfde mooie studeertafel in Bretonse stijl waarop hij tot vorig jaar zijn Griekse woordjes nog instudeerde, heeft zijn maat Franky nu corned-beefdozen opgestapeld. En hele stapels Camel, stinkstokken zonder filter.
Ze spreken af dat hij Franky ooit opzoeken zal in Montana zodra hij meerderjarig is. Eenentwintig maar dat zou kunnen zakken tot achttien, ze hadden het er vanmiddag over in de Journal Parlé. Dan zullen ze als twee cowboys de bergen in trekken.
(In de Stock Américain aan de Kruissens heeft hij daartoe al een drinkbeker op de kop getikt en een gamel).
Het verheven wereldbeeld dat hij op zijn klasgenoten loslaat is dat van Time-Life en Paris-Match. Law and order. Amerika is de politie van de wereld. The United States of America bekampen overal de duistere krachten van het kwade. Het westen gaat alle onderdrukte volkeren van de wereld bevrijden van het communistische juk. Santo Domingo, Panama, China, Cuba, Angola en Vietnam. Het communistisch gevaar bedreigt de wereld.
(Even later ziet hij in een krant de foto van het naakte vluchtende Napalm-kind, schaamt hij zich diep voor de goede punten van zijn spreekbeurt en scheurt hij zijn verhandeling).
Op een nacht komt Franky in zijn blote flikker in majestueuze staat van oprichting de gang op gewandeld. Luid lallend van ‘Long Tall Sally’. Het Amerikaanse heir staat immer pal.
’s Anderendaags staat zijn plunje op straat, voor de deur. Hij kan beschikken. De grenzen van de welvoeglijkheid en die van het huisregelement zijn bij deze definitief overschreden, vindt zijn moeder.
(Zijn kamer wordt snel bezet door een radioloog. Telkens hij hem op de gang ontmoet, krijgt hij het gevoel dat de man dwars door zijn knoken kijkt).
‘Tegen de sterren op’.
‘Verzonnen Journaal in Spiegelschrift.’
Copyright: Stef Vancaeneghem.
<< Home