TEGEN DE STERREN OP
I. SEASONS IN THE SUN
‘Je vous parle d’un temps
que les moins de vingt ans
ne peuvent pas connaître.’
(‘Ma Bohême’. Charles Aznavour).
Dezelfden die hij, lang erna, schichtig extra muros schuiven zag. Dezelfden die hij in hun vorige leven had gekend, toen ze nog almachtig waren. We hadden het recht om het volkomen met hen eens te zijn.
‘Want alles staat al lang geschreven. Nee geen vragen. Wie dat niet gelooft, die is verdoemd.’
Maagd en Moeder. Onbevlekt Ontvangen. Het Lichaam van Christus; Dogma’s. Nee, geen vragen.
‘Wie dàt niet aanvaardt, is een ongelovige en gaat naar de hel. Zo simpel is dat.’
Er is niks meer aan toe te voegen. Wat denken we wel? Dat wij het als snotneuzen al beter zouden weten dan de Heilige Kerkvaders?. Dit alles is nu definitief en volmaakt in der eeuwen der eeuwen amen. Eeuwenlang heeft het gerijpt in de vaten van de kerkelijke eruditie, vanuit het Boek der Openbaring. Al vele malen met mon-ni-ken-ge-duld herschreven. Het staat er nu allemaal. Als gebruiksklare handleiding, voor een bestaan in navolging van Christus. Of hebben we misschien nog nooit gehoord van Thomas a Kempis? Waar hebben onze ouders het over, thuis?
‘Over Toni Corsari, zeker! Over Rocco Granata ? Wat voor zondig provinciestadje is dit hier dan wel? Zuilen van zout!’
Het staat er nochtans allemaal, voor eens en voor altijd. Gebeiteld in geboden.
(Bij twijfel over hoe je te gedragen wil je het eeuwig leven verwerven: zie het schoolreglement vooraan in je agenda).
Nee. Wie godvrezend is, hoeft voor de rest helemaal niet bang te zijn voor Pietje de dood.
‘Zie dat hebben we nu voor op de ongelovigen. Er is leven na de dood. Dit hier is pas het, heu… voorspel. We trekken samen met het uitverkoren Godsvolk door de poort naar het ware paradijs.’
(‘Wie een extra tandje bij wil steken om het helemaal zeker te weten en vrij te blijven van zonde en verderf, die kan altijd Ridder van de Kruistocht worden en toetreden tot de Heilige Broederschap van priester Wardje Poppe. Bijeenkomst in de kapel op dinsdag na het middagmaal. Inschrijvingen bij mij na de les. De leden van de broederschap krijgen een mooi borstspeldeke.’)
Dezelfde mensen, die hem na schooltijd in hun priester-lerarenmansarde onder de groene leeslamp van hun werktafeltje vragen naar die meisjes. Hij is ook gesignaleerd in de buurt van de Verboden Cinema’s ‘Concordia’, ‘Ritz’ en het vermadelijde ‘Feestpaleis’.
‘Wie? Wat? Met wie? Namen noemen! En hoe vaak alreeds?
Strafstudie dreigt. Hij kan de baskettraining van het schoolteam, zijn bevrijding met de maats nu al vergeten.
Dezelfden die hem voor onduidelijke na-schoolse activiteiten naar hun kamertje in het schemerduister lokken. Dezelfden die, achterhaald door de tijd en hun snel wegschuivende, schuldig verzuim en bescherming biedende referentiekaders, ongemoeid in hun andere latere levens zullen kunnen duiken. Die dan ook nog eens zullen doen alsof dit alles nooit heeft plaatsgegrepen. Met ongestrafte schaamteloosheid.
Concerto voor hoorn en trompet van Haydn.
‘Sigaartje?’
‘Nee dankuwel, eerwaarde.’
Shit van Peter, Paul & Mary.
‘Glaasje port?’
‘Nee dankuwel, eerwaarde.’
Maar zie je, hij is - dan al – net iets te stout gebekt om de georkestreerde gezelligheid niet te doorzien en te doorprikken. Hij wil en zal hun zoveelste anoniem en argeloze slachtoffer niet worden.
‘Blijf van mijn lijf, eerwaarde.’
Horen, zien en schrijven zal hij het. Veel later. Heilige Schrift. Heilige Plicht. Denkend aan de andere jongens, die wat minder mondig zijn vanwege thuis geen uitgesproken debatcultuur aan tafel. Die voor altijd getekend door de saters van het gezag het leven in worden gestuurd. Met hun geknakte trots, hun voor immer verknoeide identiteit, hun verknald gevoelsleven. In het kruis gepakt, letterlijk en figuurlijk.
Oh Heilige Maagd
van Wittentak en Lorette,
omdat gij lijden
en droefheid beleefd hebt,
weest de troost van diegenen die wenen…
'Verzonnen Journaal in Spiegelschrift.’
Copyright Stef Vancaeneghem.
‘Je vous parle d’un temps
que les moins de vingt ans
ne peuvent pas connaître.’
(‘Ma Bohême’. Charles Aznavour).
Dezelfden die hij, lang erna, schichtig extra muros schuiven zag. Dezelfden die hij in hun vorige leven had gekend, toen ze nog almachtig waren. We hadden het recht om het volkomen met hen eens te zijn.
‘Want alles staat al lang geschreven. Nee geen vragen. Wie dat niet gelooft, die is verdoemd.’
Maagd en Moeder. Onbevlekt Ontvangen. Het Lichaam van Christus; Dogma’s. Nee, geen vragen.
‘Wie dàt niet aanvaardt, is een ongelovige en gaat naar de hel. Zo simpel is dat.’
Er is niks meer aan toe te voegen. Wat denken we wel? Dat wij het als snotneuzen al beter zouden weten dan de Heilige Kerkvaders?. Dit alles is nu definitief en volmaakt in der eeuwen der eeuwen amen. Eeuwenlang heeft het gerijpt in de vaten van de kerkelijke eruditie, vanuit het Boek der Openbaring. Al vele malen met mon-ni-ken-ge-duld herschreven. Het staat er nu allemaal. Als gebruiksklare handleiding, voor een bestaan in navolging van Christus. Of hebben we misschien nog nooit gehoord van Thomas a Kempis? Waar hebben onze ouders het over, thuis?
‘Over Toni Corsari, zeker! Over Rocco Granata ? Wat voor zondig provinciestadje is dit hier dan wel? Zuilen van zout!’
Het staat er nochtans allemaal, voor eens en voor altijd. Gebeiteld in geboden.
(Bij twijfel over hoe je te gedragen wil je het eeuwig leven verwerven: zie het schoolreglement vooraan in je agenda).
Nee. Wie godvrezend is, hoeft voor de rest helemaal niet bang te zijn voor Pietje de dood.
‘Zie dat hebben we nu voor op de ongelovigen. Er is leven na de dood. Dit hier is pas het, heu… voorspel. We trekken samen met het uitverkoren Godsvolk door de poort naar het ware paradijs.’
(‘Wie een extra tandje bij wil steken om het helemaal zeker te weten en vrij te blijven van zonde en verderf, die kan altijd Ridder van de Kruistocht worden en toetreden tot de Heilige Broederschap van priester Wardje Poppe. Bijeenkomst in de kapel op dinsdag na het middagmaal. Inschrijvingen bij mij na de les. De leden van de broederschap krijgen een mooi borstspeldeke.’)
Dezelfde mensen, die hem na schooltijd in hun priester-lerarenmansarde onder de groene leeslamp van hun werktafeltje vragen naar die meisjes. Hij is ook gesignaleerd in de buurt van de Verboden Cinema’s ‘Concordia’, ‘Ritz’ en het vermadelijde ‘Feestpaleis’.
‘Wie? Wat? Met wie? Namen noemen! En hoe vaak alreeds?
Strafstudie dreigt. Hij kan de baskettraining van het schoolteam, zijn bevrijding met de maats nu al vergeten.
Dezelfden die hem voor onduidelijke na-schoolse activiteiten naar hun kamertje in het schemerduister lokken. Dezelfden die, achterhaald door de tijd en hun snel wegschuivende, schuldig verzuim en bescherming biedende referentiekaders, ongemoeid in hun andere latere levens zullen kunnen duiken. Die dan ook nog eens zullen doen alsof dit alles nooit heeft plaatsgegrepen. Met ongestrafte schaamteloosheid.
Concerto voor hoorn en trompet van Haydn.
‘Sigaartje?’
‘Nee dankuwel, eerwaarde.’
Shit van Peter, Paul & Mary.
‘Glaasje port?’
‘Nee dankuwel, eerwaarde.’
Maar zie je, hij is - dan al – net iets te stout gebekt om de georkestreerde gezelligheid niet te doorzien en te doorprikken. Hij wil en zal hun zoveelste anoniem en argeloze slachtoffer niet worden.
‘Blijf van mijn lijf, eerwaarde.’
Horen, zien en schrijven zal hij het. Veel later. Heilige Schrift. Heilige Plicht. Denkend aan de andere jongens, die wat minder mondig zijn vanwege thuis geen uitgesproken debatcultuur aan tafel. Die voor altijd getekend door de saters van het gezag het leven in worden gestuurd. Met hun geknakte trots, hun voor immer verknoeide identiteit, hun verknald gevoelsleven. In het kruis gepakt, letterlijk en figuurlijk.
Oh Heilige Maagd
van Wittentak en Lorette,
omdat gij lijden
en droefheid beleefd hebt,
weest de troost van diegenen die wenen…
'Verzonnen Journaal in Spiegelschrift.’
Copyright Stef Vancaeneghem.
<< Home