OVER LEVEN IN RONSE
Je heel eventjes - tot hij weer voorbij is die mooie zomer- ver weg houden van de beuzelarijen die het politieke wereldje van deze schone stede stofferen: het kan je geestelijke hygiëne ernstige beterschap toebrengen. Je verneemt achteraf wel in je oeverloze stroom Facebook-beuzelarijen(!) hoe de gemeenteraad van Ronse in anderhalf uur 41 punten afhaspelt. Hoe de tarieven van het recyclagepark worden bijgespijkerd vanwege de hier vaker aangeklaagde grote leegloop. Voortaan wordt klein huisvuil dus niet langer bijkomend aangerekend. Het verstand komt na de bezwaren. De opwarming van de planeet heeft haar goede kanten. Oeverloos gezwam in een raadszaal die de gezelligheid heeft van een bidkapel der paters Cisterciënzers met als perorerende oppositiepater de gezelligste knorpot van Ronse: het verdrijft de laatste belangstellende naar zijn kersentuin. Hoewel, uitkijken daarmee.
Zo heb ik een politieker gekend die als partijvoorzitter helemaal de top bereikt had. Op een dag kijkt hij op van zijn paperassen. Wat hij ziet, is verraad en corruptie. Plus op een ochtend een hoop kogels in het lichaam van zijn Waalse compaan. Hij ziet hoe de dood ook al op hem wacht en gewis zijn gevoelig hart breken zal, als hij nog één dag langer rondhangt in dat schijnwereldje van Italiaanse gevechtshelikopters, schimmige partijfinanciering, notoir drankmisbruik, omerta, vendetta, huurdoders. Dus maakte hij dat hij wegkomt, eerst naar Europa, dan naar zijn kersentuin. Daar wacht ze op hem, de dood. Ze komt te vroeg maar wel in het goede seizoen. Le temps des cérises. In zijn boomgaard tijdens de kersenpluk. Doch liever dat nog, dan een kogel in de kop op een parking naast je wagen.
Je kan je als tuinman zo ver wegstoppen als je wil, de dood werkt genadeloos haar lijstje af. De dood is een serial-killer. Zelf wil ik best wel eens dood vallen op mijn jogging-paadje in het bos. Als ik de exacte plek kiezen mag: aan dat houthakkershuisje. Waar al mijn dierbare doden op me wachten. Zo stel ik me dat voor in mijn eigenzinnige variante op de film Blairwitch Project.
Maar je kiest het niet. Kardinaal Danielou bijvoorbeeld, stierf al doende de liefdesdaad. Het meisje onder hem (hij deed het in missionarishouding, wat had je van een kerkprins verwacht?) dacht dat hij aan het komen was. Doch hij was aan het gaan. En dan niet de weg op naar Compostela, die van alle vlees. Ach je kent dag noch uur en misschien is dat beter. Want:
Ze laat je aan een touw hangen, vanwege liefdesverdriet.
Ze haalt je naar Neverland met een cocktail nare pillen.
Ze plukt je als leraar te vroeg weg, op de laatste schooldag.
In afwachting moeten we het maar stellen met dat stroofke simpele wijsheid van Lennon & Macca.
Speaking words of wisdom,
let it be.
Life is very short,
and there's no time
for fussing and fighting,
my friend.
Wat recul nemen van het lokale politieke gewriemel laat je ook ruimte om te luisteren naar andere verhalen dan de gebruikelijke eindeloze politieke tirades.
In de gloriejaren van Club Ronse speelt er een héél getalenteerde jongen op extérieur links. Hij is nog junior en met zijn maats van de jeugdploeg knalt hij op een internationaal voetbaltornooi hier in Ronse tegen de beloften van Anderlecht de ene bal na de andere in de paars-witte muit. Een verbaasde talentscout van de Brusselse topper vraagt daarop aan de Ronsese jongerendélégué naar de naam van dat jonge toptalent. De afgevaardigde geeft hem zonder verpinken bedrieglijk de foute naam door van zijn eigen neefje. Het werkt. Goed voor een kortstondig ticket naar Anderlecht, voor het neefje. Si non e vero e ben trovatto. Dergelijke stoten, ik zweer het je, ik kan ze zelf zo gek niet bedenken. Ien Roonse ees dat iet.
‘Over Leven in Ronse’
Virtueel Dagboek.
(Illustraties: Jasmine & 'Boomgaard in de lente.' Emile Claus)
<< Home