23 januari 2009

JOURS DE FRANCE














2.

Menton. Aan de waterkant, op de hete keien. Allicht zijn er betere manieren om aan je eind te komen dan je vrijwillig te laten oppeuzelen door de toekomstige visschotels met Sancerresaus van Hotel L’Aiglon. Als het wat meevalt, zal het lot me later wel zelf een handje toesteken.

Een levenslustige schoolmaat is verongelukt als passagier van de verkeerde wagen op de verkeerde plek. De vrolijkste jongen van de klas. Zijn glimlach zal me nooit meer loslaten. Bij het zien van diens jongere broers zal ik altijd weer aan mijn maat moeten denken. Waarom uitgerekend hij die zoveel van het leven heeft gehouden, de hele klas altijd aan het lachen heeft gebracht?

Een andere jongen is in de binnenstad met zijn nieuwe Honda in de greppel tussen de aalgladde tarmac en de boord van het voetpad beland. Vandaar als een katapult recht tegen de gevel. Zijn valhelm had hij losjes op de kop staan en voor een keer niet, ondanks alle spijkerharde beloften aan zijn vader, strak aangegespt. De moeite niet. Een laatste kort ritje nog naar het Marktje, dan naar huis. De motor is op hol geslagen, compleet stuurloos geraakt. Bij het bijeenschrapen van restantjes grijze materie op het voetpad hebben de brancardiers moeten kotsen .

In een herberg aan het station heeft een gek met een long rifle het hoofd van de te knappe cafébaas tegen het plafond geschoten, in een vlaag van onterechte jaloersheid omtrent de dienster.

Op nog een andere plek aan de rand van de stad heeft een man zijn hele familie uitgemoord. Zelfs de kanariepiet werd geen kans meer gegund om nog vrolijke deuntjes te fluiten.

*

Ik dien al die doodsgedachten van me af te zetten. Was er tenslotte iets meer beloftevol dan de aanblik, een paar dagen geleden vanuit uit raampje van de Caravelle, dan dat schitterende uitzicht op de Cap Ferrat? De witte sprookjesachtige loveboats voor Beaulieu-Sur-Mer? Met erin, zo beeldde ik me in, misschien wel Charlton Heston, Nathalie Wood. En op het bovendek Ol’ Blue Eyes Sinatra.

Dancing in the dark.
The Moon was yellow.
My Blue Heaven.
East of sun.

Al dat glinsterend zilver van de ondergaande zon op het water. Dat stille glijden van de machtige motoryachts varend onder belastingvrije Panamese vlag.

‘Je n’ai pas demandé la vie’ zingt Salvatore in het transistortje op de blauwwitte handdoek van Nivea. Uit mijn sporttas diep ik ‘Het lijden van de jonge Werther’ en een tube Clearasil.

Dat je dood zou gaan van de afwijzing door een of andere Lotte herken ik wel als gevoelservaring. Maar al bij al zit Werther er zwaar over met zoveel zwaarmoedigheid. Waarom zou je daarom dood moeten? Er is zoveel te doen.

Morgen gaan we fijne lederwaren zoeken in Vintimiglia, misschien wel doorstoten naar San Remo. De Via Roma. De Poggio. Al die plekken die ik om de wanprestaties van zijn idool Nino De Filipis ben gaan vervloeken. En trouwens waar bleef Tuur De Cabooter op de Cipressa?

Tussen twee levens in zit ik. Dat van de mooie buitenkant met alle illusies in volle bloei. En het leven in de binnentuin van het hart. De kop vol onbestemde verlangens. De keel dicht van de late puberromantiek. De zwembroek vol hunker.

Menton is een oersaaie stad vol oude knarren in blauwe blazers met snoeverige écussons van de Yacht Club de Beaulieu, loshangende nepgouden knopen, breed wapperende flanellen pantalons en krokodillenschoenen voor gigolo's en jeannetten. Karikaturen van Curd Jurgens. Met aan hun zijde heavyversies van Mylène Demongeot. Michèle Merciers in verval.

Wat doe ik hier in deze algehele exclusieve beschetenheid van de Maritieme Alpen? Met de genadeloze zon die alle nuances overbelicht? Die immer dreigende wegdrijvende donderwolken boven de bergen? Al die vrijwel lege droompaleizen met hun citrustuinen zonder leven? Sint-Martens-Latem en Het Zoute in het kwadraat. Vierkantswortel van alle wortels in een schijnwereld die ik volmaakt beschreven zie in Sagans ‘Bonjour Tristesse’.

Deze hele Riviera is als een slechte operette van Francis Lopez. Op de dijk tel ik Luis Mariano’s en Dario Moreno’s bij hopen. Uit ‘Le Glacier de La Mer’ klinkt de rauwe stem van Georgette Plana. Mama en tante willen naar Grasse voor een bezoek aan de parfumfabrieken. Het stinkt er verschrikkelijk naar rotte eieren.

‘Jours de France’. Roman.
Illustratie:‘On dirait le sud’.
Copyright tekst en beeld: Stef Vancaeneghem.