10 juni 2008

BLUE MOON


27.

Al van in 660. Zo lang draait in ons stadje alles om macht en geld. De deken van Het Vrije versus baljuw van de nieuwe stad errond. Strijden om wie wie aan de galg mag praten. Opknopen aan die grote beuk, achter Sint-Pieters. De knoken verderop achter de kerk: onder de kalk zoals Wolfgang Amadeus. Bengelen zie ik ze, de onverlaten en sukkelaars aan die boom. Als in een eindeloze ballade des pendus van François Villon:

Frères humains qui après nous vivez
N'ayez les coeurs contre nous endurciz,
Car, ce pitié de nous pauvres avez,
Dieu en aura plus tost de vous merciz.
Vous nous voyez ci, attachés cinq, six
Quant de la chair, que trop avons nourrie,
Elle est piéca devorée et pourrie,
Et nous les os, devenons cendre et pouldre.
De nostre mal personne ne s'en rie:
Mais priez Dieu que tous nous veuille absouldre

Klaar voor het kerkhof. Waar nu ons monument der doden staat. Weer andere doden. Gesneuveld voor het vaderland. Na de Romeinen. De Noormannen. De Spanjolen. De Fransen. De Duitsers. De schietspoelen. De aangespoelden. Gesneuveld onder bevel van Albert I. Hier ons bloed, wanneer ons recht?

Albert I: Le Roi Chevalier.
Albert II: Le Roi Cavaleur.

Het monument der doden: bloot als een pompier zonder kleren.

Bloot als Ferdinand Bardamu, op zijn reis naar het einde van de nacht. Verdwaald in de vaart der volkeren. Enkeling. Eén tegen allen. Hij zal doodgaan in de hel. Van Neuengamme. Bevrijd door de Amerikanen maar geveld door tyfus. Op de dag van zijn eenentwintigste verjaardag. Zijn graf vergaat nu aan het oude kerkhof. Zonder concessie, zoals steeds. Zijn laatste verzet. Eerst tegen de barbaren, nu tegen de vandalen. Mort pour la patrie. Ze willen het splitsen. Mort pour deux patries. Mort pour les couilles du pape.

Lodewijk de Vrome doet onze stad cadeau aan zijn vrienden. Hij schenkt onze voorouders weg. Als laten en lijfeigenen zullen ze zijn netwerk van vromen verrijken met penningen en belastingen.

Nu nog, als in het mooiste gedicht van Claus, nu nog draait alles om macht en geld wat hetzelfde is. Nu nog zie je de stille netwerken aan het netwerk. Alles netjes netgewerkt volgens de regels. Zogezegd. Doch achter de schone schijn van het politiek correcte: de verdoken returns, de benoemingen, de vriendendienstjes, de arrangementen. Ons kent ons. Naar buiten het grote verhaal van de idealen voor het klootjesvolk. Achter de schermen de champagne, de kaviaar, de patriciërshuizen en de lofts. De nieuwe patriciërs van het systeem. Wie iets zegt, die doet aan antipolitiek. Maar de grote steuntrekkers zijn niet de arme duivels met hun pepermolen boven de hulpsoep. Vrolijke vrienden dat zijn wij. Horen zien en zwijgen? Horen zien en schrijven. Horen zien en liedjes zingen.

Solidariteit. Schouderklop. Aalmoes. Barmhartigheid. Fooi. Foei. Wafelijzerpolitiek. This land is my land, this land is your land. This land is nomansland. Een scan voor mij. Een scan voor jou. Oh, verdacht vlekje. Adieu vriend. Over de doden niks dan goeds. Maar je was wel een klokkenluider, hé kameraad. Een emmerdeur. Een spelbreker. Ons spel. Onze Winstgevende Vereniging Zonder Doel.

Dwars doorheen de schijn zie je hun snelle verrijking. Hun netwerken zijn vandaag alleen nog veel subtieler. Je moet goed zoeken. Zij goochelen met je belastinggeld, jij googelt met je ontgoocheling. Wie het zegt, moet het zwijgen worden opgelegd. Een paria. Een anarchist. God noch gebod. Ni dieu ni maître. Noch grootmeester, noch meester. Noch Abraham, noch Hiram. Wie dàt doorheeft, wie hun spel van macht en schone schijn doorprikt, gaat aan de kant.

Grote beuk in het park.
Kleine deuk in het netwerk.
Alles kan doorgaan. Kalk erover.

‘Een schrijver moet schrijven’, zegt Kitty, de marraine van onze Snukkende Snaren.

Tussen de Carnegie Hall en het Stade de France door spelen we al eens op de braderie. Pro deo. Sinds ons optreden in het Macarenastadion van Brasilia zijn we onbetaalbaar voor de Unie der Handelaars. Dit doen we dus puur voor het goede doel. Om Kitty als waardin van The Silicon Valley aan het station te plezieren. Sommige dingen in het leven moet je doen. Kitty is de spin in ons netwerk van Snukkende Snaren. Of beter: zij is onze wijfjesbidsprinkhaan. Na de liefdesdaad bijt ze je kop eraf als ze je als bedsprinkhaan niet moet. Je kan Kitty beter in je netwerk houden. Alles is macht.

Toujours sourire et cacher sa peine. Et nous les os, devenons cendre et pouldre.

‘Blue Moon’. Roman.
Illustratie: ‘Morning has broken’.
Copyright Stef Vancaeneghem.
(De personages in deze roman zijn fictief, vertelpersonage incluis.)