04 februari 2008

BEAU MONDE


1. Waw, vier spontane bezekes van Moeder Katarakt Chris Lomme. Mijn enige verdienste daartoe is dat ik, na haar performance in de Ronsese Muziekacademie op Gedichtendagavond, naast Linda Vandekerkhove en Luc Dupont wat sta te socializen. Nu weet ik dus ook waarom Walter Grootaers om ‘Marieke’ kreunt. Een bom charisma daalt over ons neder. Ai Marieke Marieke, le ciel Flamand, entre Bruges et Gand..

Daar gaat ze
en zoveel gratie
heb ik nooit gezien
de bisschop zegt
dit is gods werk
buigt zijn grijze hoofd
en dankt de Heer

2. Op de zolder van het OCMW wordt me pas helemaal klaar duidelijk hoe de Ronsese Cultuurraad hier eigenlijk al enkele jaren echt grenzenverleggend bezig is. Nog niet zozeer omdat de onvermoeibare ploeg van voorzitter Marc De Turck erin slaagt om van Gedichtendag telkens weer een culturele top te maken. Nog niet zozeer omdat de auteurs van de alreeds gelauwerde stadsgedichten (Catherine Van Ongevalle, Paul Baekeland, Tine Mortier) stuk voor stuk meer dan één vaste drager voor hun poëzie in het Ronsese stadsbeeld verdienen. Maar ook en vooral omdat ze jaar in jaar uit heerlijk eigenzinnig blijven voortstreven naar onvoorspelbare verrassende locaties (de Sint-Martens, Canfijn), naar verrukkelijke creaties en combinaties (schoonheid met woorden in de sneeuw, op water) én naar niet altijd zo evidente interdisciplinaire verruiming (woord en kunst en woordkunst).

Het vaak zo pronkerige Ronsese verenigingsleven met zijn ‘markante madammen’ en genoegzaam tafelende heerkens van vermeende stand schiet hier dan ook schromelijk tekort in creativiteit om hierin op in te haken en hun reuzegommen der middelmaat eens een - voorzichtig - schopke onder de calorieweelderige kont te serveren. Het moet niet altijd monnik Mathieu Richard zijn of, god beware me, Jef Vermassen.

Hen eens te tonen ‘hoe schuune da Roonse zuive tooch ka zoan’ in dergelijke verdienstelijke, opmerkelijke initiatieven die een jaar zware arbeid en creatief denken betekenen van Ronsese doemensen die het nièt doen voor de glorie van een foto van henzelve in de gazet. Aan hen zal het dan ook alvast niet liggen dat die gapende kloof tussen schoonheid en ingedommelde zelfgenoegzaamheid hier zo groot blijft. Want het hele jaar door vergaderen ze, brainstormen ze om dan te gaan poetsen op een kille OCMW-zolder, te timmeren, te verhuizen, weer te vergaderen, weer te brainstormen enz.

En de enkele Ronsese kunstenaars die hier aldus andermaal een open kans krijgen om hun werk te tonen aan ‘eigen volk!’ zijn het aan zichzelf verplicht om volgende keer mee hun grenzen te verleggen. In anders dan al te voorspelbaar werk dat déjà vu is. Op het dak en in de hall van het ziekenhuis. Een ladder kan ook een opstap zijn naar hogerop.

3. Op een dag zitten schrijver Bart Plouvier en zijn vriendin de kunstenares Anne Vernimmen (onze illustratie) op het strand van Saint-Malo. De dag duurt eeuwig, van pure schoonheid. Dan biept de gsm: mama Plouvier dood.

Bart Plouvier schrijft er een subliem gedicht over. Je ziet het strand, hoort de meeuwen, de golven, je voelt de zon en vooral: je ziet de scheur in het hart van Plouvier. Je hoort de barst in zijn warme mooie stem, in de schittering van zijn taal.

Zeven zeeën moet je allicht hebben bevaren. Met Ferre Gignard jarenlang zijn opgetrokken als muzikant. Op tournee door Vlaanderen moet je getrokken zijn met Elsje Elewaut, Dirk Van Esbroek, Wigbert van Lierde. Door alle hete vuren moet je zoals Bart Plouvier gegaan zijn om dergelijk afscheid in woorden te kunnen vatten. Om die ‘Eiffelbrug’ van Temse te schilderen zoals hij dat doet.

Van Bart Plouvier ligt nu ‘Dorpers’ in de boekhandel (Manteau). Zijn beste roman, zo antwoordt hij me op mijn vraag op de vernissage van zijn werk en dat van Anne Vernimmen in Art Center Beukenhof.‘Dorpers’ dus, zeker als het erom gaat met taal werelden op te roepen.

Brusselmans vindt deze Bart Plouvier Vlaanderens derde beste schrijver. Na Lanoye op twee. En hijzelf: op één. Geef Brusselmans voor één keer gelijk. Wat de nummers twee en drie betreft.

4. In de eivolle bib van Brakel overtreffen Pat Donnez van Radio 1 en Bart Stouten van Klara elkander met de schoonheid van hun gedichten en met die van anderen. ‘Tiens, is de wereldburger er niet vandaag?’ vraagt de schalkaard Donnez zich af, omtrent Herman De Croo. Nee, alleen god is op àlle plaatsen tegelijk. Met Ierse en Schotse liederen voert de harpiste ons naar haar zevende hemel op aarde.
Donnez, Stouten en god (in die volgorde) zien haar, horen haar.
En beamen samen dat de schepping zeer welgeschapen is.

Donnez zijn stem is jazz. Doet me denken aan John Coltrane, ‘While my lady sleeps’. En Stouten die Blaise Cendrars voordraagt, je treint mee. Ik moet dringend in de file,tussen vijf en zeven om naar hem te luisteren op de radio. Zo te horen verhoogt het contrast tussen de wereld van staal en die van taal nog het luistergenot.

Met hun wedstrijd ‘Dichter bij de Vlaamse Ardennen’ scoren de bibliothecarissen van Brakel, Oudenaarde, Ronse, Maarkedal, Kluisbergen en Wortegem-Petegem in hun samenwerkingsverband hoog. Eerste laureaat is André Van Steenbrugge, directeur van het Koninklijk Atheneum, alias Bucolicus. Zijn kijk op de Vlaamse Ardennen mag er zijn. Er was dan ook unanimiteit bij de jury.

Hier heeft Vlaanderen
de ruggen gekromd
waar de boeren
hun lemen voeten
aan de taal vegen

Voor zo’n versregel krul ik mijn groenige Pelikan helemaal leeg.


'Beau Monde'. Blog Boek.
Copyright Stef Vancaeneghem.
Illustratie: Anne Vernimmen. (Pentekening volgens middeleeuwse techniek
).