27 november 2007

DE BENIEUWDE RONSENAAR














Ignatius I

Jan Foulon onderbrak het gepalaver over de vraag of ge best een slot koopt om op uw container te zetten tegen het sluikstorten per kilo op uw kosten en nam het woord.

‘Ge kunt zien dat ge hier sebiet twee geschikten vindt, anders kunt ge mijn rug op.’

(Als het erop aan komt, kan de raadsvoorzitter uit de hoek komen gelijk een Fiertelkanunnik in schapenvacht).

Het ochtendgloren tekende romantieke sterrekens tegen de ramen van de raadszaal. Zowel de geluidsinstallatie als de chauffageketel hadden het laten afweten. De leden van de Persbond hadden dekens gekregen van het Rode Kruis. De Vrolijke Kring had bouillonsoep gebracht en de televisie opgetrommeld om de toestand aan te klagen met een airke accordeon.

Luc Dupont had naar Peter Vandermeersch, hoofdredacteur van De Standaard en de ‘Marketeer van het Jaar’ gebeld om te horen hoe hij het imago van Ronse kon opkrikken.

Jan Foulon zijn patience geraakte op. Sebiet werd hij ten paleize verwacht om er als nieuwe Koninklijke Commissaris een doorbraak te forceren in de formatie.

Aan Adelin Devos, vertrouweling van het paleis, had Foulon gevraagd wat hij moest meepakken want ge kunt daar niet toekomen met lege handen. Een ballotin pralinekes voor Albert, had Adelin hem geadviseerd. Plus een halve kilo mélange-déssertkoffie voor Paola. Meer moet dat niet zijn.

Foulon was als redder des vaderlands in het vizier van koning Albert gekomen via Ignace Michaux, koning van de Bommels.

‘Sire’, had Koning Ignatius I Koning Albert II op het Belvèdere ingefluisterd bij de Flan au caramel, ‘ik ken daar iemand in mijn geliefd Ronse die al die pipo’s in één gebaar van goede wil met hun wezen tegen de tatami gaat pletsen zie.’

‘Klapte gij nu serieus, cher Ignace?’ had Albert opgekeken van zijn ‘Soir Illustré’.

‘Al zo serieus gelijk of dat ge het van mijn wezen kunt aflezen. Als ge mijn goeie raad opvolgt, kunde gij volgende week al in Châteauneuf- sur- Grasse uw Savon de Marseille kopen voor op ’t poepke van Paola. De staatshervorming in de zak van Sinterklaas. Brussel-Halle-Vilvoorde de kerstboom in. Gij kent gij Foulon niet zekers? Als die zijn dubbele daikiri plus zijn gestrekte ritamitsouko uitvoert, liggen ze te janken op uwen parkee eer ze het zelf beseffen’.

‘Bon allons pour ton ami Foulon’ had koning Albert zijn ambtsgenoot Ignatius I toegezucht.

In afwachting dat Foulon opdagen zou, liet hij zijn Belgische lievelingschanteuse Axelle Red via de nieuwe dolby-surround-boxen door het paleis galmen:

‘Je t’attends, je t’attends, je t’attends’.

Ignace Michaux schoof zijn witte handschoenen van de vingers, verdween naar zijn kantoortje en smste sebiet Foulon:‘Jan godverdomme waar blijfde gij? Den baas is al bijkans door zijnen Story.’

Doch de Ronsese de raadsleden moesten nog beslissen welke schilderijen ze boven hun hoofd zouden hangen, in de plaats van de Edelman van Hamale en de onbekende kanunnik.

Alle voorstellen werden systematisch afgewezen. (Trommel& Fluitje, Kannunik Dewolf & Magdaleen, Tavi & Madeleeneki). Het was al dag toen de kwestie werd doorgeschoven naar een Commissie van Drie Wijzen, doch eerst zou er een werkgroep worden aangesteld om ze te zoeken, die wijzen.

Jan Foulon repte zich met zijn pralines naar Brussel. Luc Dupont haastte zich naar huis om er het vers zwerfvuil van zijn trottoir te vegen tot bij de buur.

En toen klaarde het in Ronse.

Walter Ego.

Copyright Stef Vancaeneghem /Walter Ego & Passe-Partout