DE BENIEUWDE RONSENAAR (131)
Beste Stef,
Op het ogenblik dat ik jou deze brief schrijf, is het nog 13 keren slapen. Dan is het Fiertel. ‘k Heb het net geteld in mijn agenda. Nog 13 keren slapen en dé hoogdag is weer aangebroken. ’t Bloed begint te stromen. Bij jou ook?
Maar, beste Stef, deze mens is bezorgd. Op 3 juni gaan we op stap. Met z’n allen. Ieder volgens zijn eigen inzichten. Ver voor het schrijn. Of, de hele tijd rond het schrijn. Doet er niet echt toe. Die dag voelen alle Ronsenaars hetzelfde. De verbondenheid en de fierheid Ronsenaar te mogen zijn. Iedereen gelijk voor de wet. Die van onze patroonheilige: afzien om te genezen. Het is nu eenmaal ons lot.
Ik zei dus dat ik bezorgd ben. Want, één week later staan er federale verkiezingen voor de deur. Ze hebben ons dat al eens gelapt. Toen ook stonden ze er.
De politici.
Enkele jaren geleden haalden De Croo en De Gucht het in hun hoofd hun ontbijt te komen nuttigen bij enkele fans. Op de Ommegangstraat. Net een passage waar onze ploeg de eerste keer moet dragen. Hebben ze even geluk gehad. Die twee heren. ‘k Wou Sint-Hermes niet in de steek laten. Maar had het even gekund, dan liet ik de bellen zwijgen en zou ik toch een poging hebben gedaan om aan die twee heerschappen uit te leggen dat we ze even niet hoeven die dag.
Dat zou echter teveel eer geweest zijn. De Fiertel doen zwijgen voor de heren die hun eigen ijdelheid niet kunnen wegstoppen. Zelfs al moeten ze daarvoor bijna provocatief hun croissant en koffie nuttigen terwijl dragers en belders voorbij komen met de echte Fiertelaars in hun kielzog.
Het was duidelijk dat de excellenties zichzelf een paar uurtjes “in the picture” wouden plaatsen. We kijken daar dwars door. Hun pokerface verraadde toch enig onbegrip voor zoveel authenticiteit. Stond daar trouwens geen Ronsenaar uit de liberale familie bij? Zou die man het hen niet uitgelegd hebben? Zal wel niet. Hoe laag kan je vallen als Ronsenaar? Enfin, ze waren gezien en daar was het hen om te doen. Zij gelukkig, wij veel minder.
Zouden ze het opnieuw doen? Kan iemand van de lokale politici aan die heren meedelen dat ze van harte welkom zijn? Maar dan wel om met ons op stap te gaan. Niet om op “le gazon m’as-tu vu?” te paraderen ter ere van het kiesvlees.
Tijdens de Fiertel hebben wij geen campagne nodig. Zouden ze het vatten? Ik denk het wel. Ze zijn verstandig genoeg. Maar kunnen ze hun ijdelheid die dag in bedwang houden?
Je weet dat de Fiertel me zeer diep naar het hart gaat, beste Stef. Maar, ben je ook zo bezorgd over het feit dat “oeze fietol” zo af en toe misbruikt wordt? Maak ik me zorgen om niets? Of, ken je iemand die aan die heren politici, eigenlijk aan alle politici, kan duidelijk maken dat ze die dag geen campagne moeten voeren. Ze krijgen zomaar een rustdag van hun kiezers. Kiezers kunnen mild zijn.
Dat ze ons gerust laten. Wij alleen met iedereen. En met Sint-Hermes.
Ronse op zijn best.
Genegen groeten,
Wim Vandevelde
Fierteldrager
<< Home