22 december 2006

VADER DAG

121.

Liefste papa,

De meester zegt dat ge mij van in de hemel kunt zien ik ben er vet mee. Waarom zwijgt ge dan als vermoord als ik u onder de lakens oproep elke avond van mijn leven? Ziet ge mij niet graag misschien? Kan ik er iets aan doen dat ge dood zijt?

Ik weet het, ik ben een zaag. Maar zakgeld moet ik u al niet vragen. Ge kunt het mij toch niet leveren. Zelfs niet met de camion van Edmond Depaire. Seraphin, de magazijnier, zegt het ook. En de grote en de kleine Lucie van de Comptabilité. En meneer Oscar van de Expédition.

Allemaal hebben ze mij verteld dat het geen avance is van het u te vragen. Als dode hebt ge geen afzendersadres meer waarop dat ge ingeschreven staat. Ge zijt afgeschreven op het stadhuis. Daarmee.

Aan de buitenkant kan de meester het niet zien dat ik u deze nieuwjaarsbrief schrijf. Hij denkt dat ik Zonneland lees. ‘Houd gij u maar bezig’, zei hij. Terwijl hij op alle andere schoolbanken onbeschreven nieuwjaarsbrieven legde, met mooie sneeuwlandschappen en sneeuwpeties erop.

‘Gij hebt dat niet nodig, uw vader is toch dood’. Hij heeft ferm chance dat hij meester is. Ik zou hem anders eens goed op zijn muile geven op de koer. Om uw eer te redden, als dode papa.

Ik schrijf u dus zonder brief, zonder pen en uit mijn hoofd. Ik zie u graag maar hoe moet ge iemand graag zien die ge niet kent? De anderen lopen hier te stoefen dat hun vader bij Reddy Kilowatt werkt. En over hoeveel drinkgeld ze gaan oprapen voor hun brief.

Ik zou u simpel willen vragen of ge in den duik eens mijn Meccanokraan wilt maken, ik geraak niet wijs uit al die vijzen. En om eerlijk te zijn, weet ik voor de rest niet wat verteld omdat ik geen gezicht op u kan plakken. Ik ken u feitelijk alleen van die foto in de veranda.

Mama heeft u laten inkaderen door Studio Deknudt. Ge steekt nu in een kader van gerimpeld kalfsleer. Ge vindt het toch niet erg van in een kalf gewrongen te zitten?

Bon, ik ga het u wensen. De anderen zijn de inkt uit de fles van Gilbert de knecht al droog aan het blazen op hun brieven, ge moet ze hier bezig zien.

En daarom bied ik u, liefste papa, mijn beste wensen aan. Ik wens u een jaar vol voorspoed, een goede gezondheid en een heel lang leven.

Al blijft ge natuurlijk dood, ik 'n kan daar ook niets aan doen.

Uw zoon,

Stéphane.’


Uit: ‘Vader Dag’. Brievenroman. Copyright Stef Vancaeneghem.