27 november 2006

DE BENIEUWDE RONSENAAR (28)

RAVAGE BIJ PEVENAEGE

KIKIE GRATIS TE KOOP


Sinds Uw mij in opperste verwarring en aan diepe wanhoop ten prooi achterliet terwijl de armen der wet gespierd naar mijn appartement beenden, is hier in ons blok de adem van de waanzin gepasseerd. Nochtans was mijn onderhoud met de agenten heel sereen verlopen. Te meer omdat ik Mahieu André, gezegd de Rosten van wege dat hij een heel artistiek geconstrueerde moustache van die kleur onder de neus heeft krullen, noch kende van als hij een klein gastje was aan de hand van zijn moeder De Buysscher Maggy in onze beenhouwerij. En wie zich Maggy noch herinnert met haar lange koperen haren en haar grote groene ogen begrijpt dat haar Andréken plaatsvervangend dan ook één van mijn vaste klanten was voor het poepke van mijn salami. Welnu, de agenten waren naar mijn appartement gekomen omdat ze uit het hysterische gebulder van Madame Van Overmeiren alleen mijn naam hadden kunnen verstaan. Verder scandeerde het Monster ook voortdurend “Kikie”, wat André’s collega, die nieuw is in de brigade en er geen gemakkelijke uitziet, al naar zijn boekske had doen tasten wegens “intentionele belediging aan het adres van een openbare ambtenaar in functie”, zoals dat heet. Bovendien verkeerde het enige zichtbare slachtoffer in de persoon Van Welden Rigobert zich “niet in de fysieke staat om door ons ambt verhoord kunnen te worden”, zoals André’s collega mij geheel vormelijk mededeelde. Het moet niet alle dagen plezant zijn om met zo iemand de baan op te moeten, geloof ik. Enfin, Beerie, zoals Uw het weet, lag in afwachting van de aankomst van de ambulance noch steeds knock-out op het terras van het Nijlpaard. Welnu, na een levenslange carrière in de commerce moet Uw mij niet leren dat men met azijn geen vliegen vangt, zoals het spreekwoord het zegt. En dus heb ik de heren van de wet een druppel ingeschonken. Wat die ene eerst noch weigerde, maar toen Andréken aan zijn derde begon draaide hij toch bij. Ik heb dan kalm en wel overwogen de hele affaire opgebiecht: van het hemeltergende lawijt van de keeshond, over het onverzettelijke karakter van de Potvis tot het Westmalle-offensief. Zelfs na een halve fles Filliers bleef die ene erbij dat hij “mijn versie van de feiten” ook met die van de overige leden van het commiteit ”zou corroboreren”, wat wil zeggen: vergelijken. Maar daar was ik nogal gerust in. Trouwens, de aanwezigheid van de politie had ook een geruststellende uitwerking op de geburen, want toen wij dan gedrieën buiten kwamen op de gang stonden ze allemaal bijeen de toestand te bespreken. En zo was die wantrouwige dan ook snel gefixeerd: allen bevestigden mijn verhaal. Intussen was het 114 kilo wegende corpus delicti van Beerie middels de tussenkomst van vier ambulanciers naar Hogerlucht geëvacueerd. En zo trokken de agenten dan maar schoorvoetend weer naar het appartement van de Mammoet. Wij allen moesten op de gang achterblijven en zodoende weet ik wat volgt slechts uit de tweede hand van André zelf. Het was ermee begonnen dat hare Corpulentie de twee dienders van de wet de huid had vol gescholden wegens dat zijzelve het enige slachtoffer heette te zijn van een kolossale conspiratie tegen haar onschuldig huisdier en dus bij uitbreiding tegen haar zelve. Met een dergelijke aanpak begon ze Dré’s collega al behoorlijk op het gemoed te werken. Ondertussen was Kikie zelf een omstandige studie aan het maken van zijn bottines en broekspijpen. Toen hij daarop echter aanstalten maakte om ook noch tegen het been van de arm der wet aan te gaan rijden was voor de man de maat vol. Met een welgemikte trap vloog Kikie anderhalve meter verder tegen Madame haar console, zodat haar kristallen vaas met droogbloemen aan gruzelementen viel aan haar voeten. Het volgende moment kwam de ware aard van het Beest boven: met bloeddoorlopen ogen, de kop tussen de schouders en de krulspelden vol vooruit, vloog ze de agent aan. Het gegrom dat het Monster daarbij produceerde had niets menselijks meer. Gelukkig was de agent getraind in gevechtstechnieken en in een geoefende reflex van puur lijfsbehoud grabbelde hij een stoel beet waarmee hij, met de poten vooruit, de tanden van het Everzwijn probeerde af te weren. Wanhopig spoot André hierop een halve bus peperspray in één keer in haar wezen, waarop zij even wankelde, en dan resoluut haar tanden in zijn schouder dreef, waar ze, wegens dat ze vals zijn, ook bleven zitten. “Weet gij goed wat dat is, een halve bus peperspray”, vroeg André mij,”gelukkig had ik mijn wintervest aan, want in de zomer dragen wij alleen een polootje”. Het kostte zijn collega nog drie slagen met zijn matrak vol op haar hoofd vooraleer zij, noch altijd grommend, door de poten ging. Wij stonden allen muisstil op het trottoir toen hare Lijfelijkheid even later vastgesnoerd op een brancard afgevoerd werd. De spieren van haar ledematen trokken noch steeds spastisch samen en wit schuim droop vanuit haar mondhoeken langs haar krampachtig vertrokken kaken neer. Plots dacht ik weer aan onze entrevue in haar appartement en hoe ik daar onwetend mijn leven had geriskeerd. Het klamme zweet stond plots op mijn voorhoofd, mijn mond werd kurkdroog en ik probeerde wanhopig het beeld van mijn Germaine zaliger op onze trouwdag voor mijn geestesoog op te roepen. Een gelovig mens zou in zo’n omstandigheid waarschijnlijk uit dankbaarheid verbeten aan het bidden slaan, maar elk zijn remedie, nietwaar? Vandercoilden Coletse, die de pijn in haar onderrug had verbeten om het schouwspel niet te moeten missen, nam mij zachtjes bij de arm en bracht me zo terug naar de werkelijkheid. Toen de combi’s met de ambulance in een orgie van blauwe zwaailichten en snerpende sirenes vertrokken waren kon het hele buurtschap eindelijk opgelucht verademen. De nachtmerrie was voorbij en iedereen zou het gelukkig noch verder kunnen vertellen! De rest zijn details: ons Kevinneken zijn Mama heeft mij een nieuwe fles van Filliers moeten meebrengen, want voor ik die nacht naar bed ging heb ik wat de agenten noch hadden overgelaten in drie grote slokken naar binnen gekwakt. Kwestie van mijn hart… ‘s Anderendaags is Beerie Pense uit de kliniek van Hogerlucht ontslagen. Beetje bij beetje trekken de blauwzwarte plekken nu uit zijn wezen weg. Op dit moment zijn ze noch wat groen, maar ze neigen al naar geel, behalve rond zijn ogen, zodat hij nu iets heeft van een koolmijnder die zich na ’t werk van het douchen vanaf heeft gemaakt . En zijn neus is nu zelfs rechter dan hij voor de feiten was, hoewel dat ook aan de zwelling kan liggen. Door zijn hersenschudding weet hij niet meer wat hem overkomen is, en dat is misschien ook beter. Want hij is in staat om Madame Van Overmeiren te gaan zoeken. Waar ze trouwens gebleven is nadat de politie haar met Manu Militari afvoerde weet hier niemand. Zelfs Rachelleke Desmaele niet. En God weet hoe die haar best heeft gedaan om er achter te komen. Op dit eigenste moment dat ik Uw schrijf hoor ik het gestommel van de verhuizers die haar appartement vakkundig aan het leegmaken zijn. Het lijkt er dus niet op dat die noch terugkomt. En daarom maak ik tevens gebruik van deze rubriek voor een kleine annonce in te lassen:

Gratis te bekomen: Witte keeshond. Reu. Oud omtrent 10 jaren. Luistert naar de naam: “Kikie”. Voor onmiddellijk meename en zulks zonder kosten. Noch goed voor de kweek gezien de staat van mijn kussens. Nachtrust gegarandeerd middels restant bak Trappist Westmalle (bijgeleverd). Zich wenden de redactie van U favoriete virtuoze gazet onder de rubriek P.O.

Pevenaege Omer