24 mei 2006

VADER DAG

6. Van de oude magazijnen maken ze nu dure lofts. Voor mij niet gelaten. Het is dàt of finaal afsmijten. De weverij wordt een theaterdecor, de ververij een exporuimte. Alleen in de spinnerij rest er nu nog enige mechanische precisienijverheid, ruik ik de geur van weleer. Stof en smeer. De nieuwe eigenaars tonen me wat ik al ken. De plekjes waar ik me wegstak. Waar ik vruchteloos op je wachtte. Dat je achter een getouw opduiken zou. Als een duivelse Bommel, tronend in een bobijnkarretje. Iedereen heeft een vader. Dood of levend.

7. Voetballen met de neven en de schoolmakkers op de grote binnenkoer van de fabriek. Onze ontdekkingstochten over de kartelende daken, tot aan het klooster van de Arme Klaren. De laatste zuster Coletine is nu weg. Soeur Louis. Ze bidt voor mij het zal nodig zijn. Ze woont nu aan de overkant van mijn lieve tante in Sint Leonard, het rustoord van Louise Marie. Haar kamer daar is ruimer dan de cel die ze me ooit liet zien in het klooster. Geheime gangen onder de fabriek. Grootvader poot een paar fabrieken neer, jij zet zes kinderen op de planeet en dan muis je er zomaar vanonder, op je achtendertigste. Kijk zoiets vind ik nu totaal not done, vaderfiguur of niet het kan me niet schelen ik zeg het je. Verkenningsrondes onder de refter en de smidse. Wat is dat met dat familieverhaal over die onontplofte Amerikaanse bom die hier begraven zou liggen midden in de tuin? Zal ik de Civiele Bescherming waarschuwen? Het Nationaal Rampenplan ontketenen? Was beter gebleven, dan hadden we tenminste geweten wat er echt van aan was.

8. Je kantoor aan de straatkant staat te koop. Krijgt blijkbaar maar geen nieuwe bestemming. Hééft ook maar één echte bestemming. Dat je er bent om me te ondervragen. Vaderlandse Geschiedenis. Boudewijn met de Bijl werd opgevolgd door Karel de Goede. Hij handhaafde het recht, verdedigde de armen, maakte zich aldus vijanden die hem vermoordden terwijl hij in een kapel in Brugge aan het bidden was. Het volk vereerde hem als een heilige en een martelaar.

9. Een martelaar. Stefanus was de eerste martelaar. Waarom noemde je me Stéphane? Dacht je aan Frans Vlaanderen? Aan Rijsel, aan Douai? Stefanus, Vita Fabulosa. Kort na zijn geboorte wordt Stefanus door de duivel ontvoerd. In de wieg blijft een ondergeschoven kind achter. Stefanus wordt door een hinde gevoed en door bisschop Julianus geadopteerd. Als jongeman keert hij terug naar zijn ouders, drijft de duivel uit het ondergeschoven kind. De demon (met hoorns, vleermuisvleugels en lange staart) vlucht weg. Aan tafel verandert Stefanus de wijn in bloed, ten teken van het martelaarschap. Na zijn steniging waken wilde dieren bij zijn lichaam. Zijn stoffelijk overschot wordt op 3 augustus 415 gevonden in Kafar Gamala, op vijftien kilometer van Jeruzalem. Overbrenging naar naar de berg Sion, vandaar naar Istanboel. In 560 weer op reis, nu naar San Lorenzo fuori le Mura, Rome. Op Stefanusdag slaan de knapen van Bohemen met Barbaratwijgen op de rug van meisjes. Wie in Viöl, Sleeswijk als laatste zijn bed verlaat, moet in zijn nachthemd op een hooivork naar de buren. De Stefanusdronk dateert al van de Karolingische periode, is daarmee de oudstre minnedronk. In Württemberg wordt aan armen een Stefanusbrood geschonken. Bloemen die op het Stefanus-altaar gelegd worden, genezen de zieken. De doeken van het Stefanusaltaar zijn geneeskrachtig. Boeren besprenkelen eten, schuren en velden met water dat op Stefanus-dag gewijd is om heksen en boze geesten af te zweren.

Wat moet ik met al die onzin? Had me dan tenminste Werther genoemd, Holden of Stephen. Of Stefan, zoals Stefan Hertmans. Klinkt stukken beter. Terug naar Merelbeke. Nee, terug naar Ronse. Je bent het echt niet ver gaan zoeken, padre padrone. Jij met je stomme Stéphane Mallarmé ook op je boekenplank. Wat voor ontoegankelijke vermaledijde vader denk je wel dat je bent?

10. Misschien vind ik een stroman voor die openbare verkoop, koop ik je kantoor. Daar dan al je boeken weer bijeen. Definitieve vrijwillige ballingschap naar boekenland, onder je groene biblamp. Tot de fabriekssirene voor het laatst loeit, het boek dicht gaat. Samen jij en ik. Voor het eerst, voor het laatst, voor altijd. Stéphane, bedankt voor de naam. Waar haalde je het? De helft van de letters geef ik je terug. Dankjewel, ik brouw mijn naam zelf wel. Heel alleen en zonder jou zoals altijd. Dat onnozel accentje smijt ik weg. Doe ermee wat je niet laten kan. Geef het aan Mallarmé.

Uit 'Vader Dag'. Brievenroman. Copyright Stef Vancaeneghem