EGOSTRIP (82)
In ‘De opstandige mens’ wees Albert Camus het stalinistisch totalitarisme af en viel hij Jean-Paul Sartre in bedekte termen aan omdat hij ermee sympathiseerde, ondermeer in zijn blad Les Temps Modernes. Volgens Camus had ‘de opstandige mens’ een onafhankelijke geest terwijl ‘de revolutionair’ een autoritaire persoonlijkheid was, die het moorden voortdurend rationaliseerde. Camus voerde aan dat geweld nooit te rechtvaardigen was, zelfs niet als middel om een doel te bereiken.
Liever dan het boek van Camus zelf te bespreken, liet Sartre de klus klaren door Francis Jeanson, een nieuwe medewerker van Les Temps Modernes. Het boek van Camus werd door Jeanson gekraakt. Camus voelde zich verraden door Sartre. Hij reageerde met een open brief van zeventien pagina’s, die hij niet adresseerde aan Jeanson maar aan ‘Monsieur le Directeur’. Camus schreef erin dat hij doodmoe werd van studeerkamerintellectuelen die hem voorschreven hoe hij moest denken. Volgens hem had Sartre, door het stalinisme te omarmen, voor dienstbaarheid en onderworpenheid getekend.
Sartre antwoordde deze keer zelf, met een schotschrift van twintig pagina’s.
‘Mijn beste Camus’, begon hij, ‘onze vriendschap was niet eenvoudig, maar ik zal haar missen. Uw combinatie van onaangename eigenwaan en kwetsbaarheid weerhield mensen er altijd van om u onverhulde waarheden te vertellen. Het resultaat is dat u het slachtoffer bent geworden van een deerniswekkende eigendunk, die uw innerlijke problemen verhult…Vroeg of laat had iemand u dit toch wel verteld, dus kunt u het net zo goed van mij horen.’
Het was de definitieve breuk tussen de twee Nobelprijswinnaars Literatuur (prijs die Sartre evenwel zou weigeren). Camus en Sartre wisselden van dan af geen woord meer met elkaar. Volgens Robert Gallimard, de uitgever en vriend van Camus, betekende de breuk tussen de twee zoiets als het einde van een grote liefde.
* ‘Tête-à-Tête. Simone de Beauvoir en Jean-Paul Sartre. Portret van een relatie. Hazel Rowley. Uitgeverij Ambo/Manteau.
* ‘Camus. L’Homme Révolté.’ Pierre-Louis Rey. Découvertes Gallimard. Littératures.
Liever dan het boek van Camus zelf te bespreken, liet Sartre de klus klaren door Francis Jeanson, een nieuwe medewerker van Les Temps Modernes. Het boek van Camus werd door Jeanson gekraakt. Camus voelde zich verraden door Sartre. Hij reageerde met een open brief van zeventien pagina’s, die hij niet adresseerde aan Jeanson maar aan ‘Monsieur le Directeur’. Camus schreef erin dat hij doodmoe werd van studeerkamerintellectuelen die hem voorschreven hoe hij moest denken. Volgens hem had Sartre, door het stalinisme te omarmen, voor dienstbaarheid en onderworpenheid getekend.
Sartre antwoordde deze keer zelf, met een schotschrift van twintig pagina’s.
‘Mijn beste Camus’, begon hij, ‘onze vriendschap was niet eenvoudig, maar ik zal haar missen. Uw combinatie van onaangename eigenwaan en kwetsbaarheid weerhield mensen er altijd van om u onverhulde waarheden te vertellen. Het resultaat is dat u het slachtoffer bent geworden van een deerniswekkende eigendunk, die uw innerlijke problemen verhult…Vroeg of laat had iemand u dit toch wel verteld, dus kunt u het net zo goed van mij horen.’
Het was de definitieve breuk tussen de twee Nobelprijswinnaars Literatuur (prijs die Sartre evenwel zou weigeren). Camus en Sartre wisselden van dan af geen woord meer met elkaar. Volgens Robert Gallimard, de uitgever en vriend van Camus, betekende de breuk tussen de twee zoiets als het einde van een grote liefde.
* ‘Tête-à-Tête. Simone de Beauvoir en Jean-Paul Sartre. Portret van een relatie. Hazel Rowley. Uitgeverij Ambo/Manteau.
* ‘Camus. L’Homme Révolté.’ Pierre-Louis Rey. Découvertes Gallimard. Littératures.
<< Home