21 mei 2006

DE NIEUWE RONSENAAR (91)

Waarde Zuster Magdaleen,

Ik schrik mijn eigen mezelf bijkans naar de spoedafdeling van je kliniek.
Ik vergaap me net aan die Finse carnavalmonsters van de winnende Eurovisiesong Zwartrock Hallelujah, onderwijl in Het Laatste Nieuws een interview lezend met Tom Lanoye die alle gematigden oproept tot revolte tegen rechts-extremisme en moslimextremisme.

Twee goede redenen heb ik om dit interview met meer dan gewone aandacht te lezen. Ten eerste omdat Lanoye er als geen ander telkens weer in slaagt te verwoorden wat elke tolerante Vlaming denkt. Ten tweede omdat ik lang genoeg met de interviewer Jan Segers prettig heb samengewerkt om te weten dat ik hier kopij geserveerd krijg van een van de allerbeste journalistieke pennen van Vlaanderen.

Net op het moment dat ik de krant opzij wil leggen voor de consommatie van een lichte crème brulée (een kleine dagelijkse zonde) schiet mijn wijsvinger door naar een ander paginagroot verhaal: ‘Mijn Ronse door zuster Magdaleen’.

Waarde Zuster Magdaleen, je raakt mijn Ronsies hart in dat verhaal. ‘Ik heb Ronse de voorbije tien jaar positief zien evolueren. Mijn wens is dat de mensen wat positiever gaan denken en ingesteld zijn… Als we dat allemaal een beetje meer hadden, dan zouden we al een flink eind verder zijn.’

Met andere woorden: Tuupe vuir Roonse. Kijk, die keer al toen je naar ‘De Gok van Hermes’ kwam kijken en me na afloop in twee welgemikte zinnen zeer precies wist te vertellen waar het volgens jou allemaal om draaide, werd me duidelijk dat je niet zomaar toevallig de grootste werkgeefster van Ronse bent geworden. Had Ons Here je niet geroepen, dan was je volgens mij vandaag de Albertine Frère van de Belgische business.

Doch je rijk(dom) is niet van deze wereld. De naam die je als zuster koos, zegt wat dat betreft genoeg. Jezus dreef niet voor niks bij Maria uit Magdala niet minder dan zeven demonen uit. Ga er maar van uit dat de duivels van de macht en het geld daar bij waren. Weet je apropos dat, als meisjes op Maria Magdalena-dag hun vlechten inkorten, ze dan mooi lang haar krijgen? ’t Is eens het proberen waard. Overigens geldt die 22 ste juli wel als een regelrechte ongeluksdag waarop je best niet trouwt, reist, zaken doet, klimt of zwemt. Die dag dus gewoon in Oostduinkerke de Hoge Blekker Route met de zussen.

Je raakt mijn hart met je verhaal omdat je vertelt dat je, zelfs als Harelbeekse (mo seg!), gaandeweg van Ronse bent gaan houden. Wil je geloven dat ik je geloof? Je vertelt erbij dat die vijftigste verjaardag van het ziekenhuis samen met de bijkomende vieringen van de nierdialyse, Sint-Leonard in Louise en tweehonderd jaar Glorieux deel uitmaken van je mooiste levensherinneringen. Het is inderdaad ook niet niks, dit alles.

Wat mij betreft verdien je dan ook probleemloos de titel van ereburgeresse van Ronse. Doch ik vermoed dat ijdele aardse titels niet aan jou besteed zijn. Dat je liever gewoon je wandelschoenen aantrekt om je te bezinnen over de kortstondigheid van het bestaan in de schaduw van de kapel van Wittentak.

In hetzelfde gesprek vertel je dat je de prijs van een brood niet kent. Het weze je volkomen vergeven. Jezus heeft bij de vermenigvuldiging der broden ook op geen eurocent meer of minder gekeken. De prijs van een gewoon brood is 1,60 euro. Plus 10 eurocent. Als je het voorgesneden wil. Maar dan kan je er vooraf geen kruis meer over maken, zoals mijn mama deed met haar broodmes. (Ik vond het altijd mooi hoe mama dat deed.)

Beste zuster Magdaleen, je hebt Ronse sinds je komst naar hier in '59, dus in je hart gesloten. Wel, het is vice versa. Als werkgeefster van 1150 mensen zal het voor jou wel niet evident zijn om elk Ronsies hart altijd te overtuigen van Gods barmhartigheid. Want zelfs al staat je deur altijd open voor iedereen, voor sommigen is ze in al die jaren terecht of ten onrechte ook wel eens op de neus dichtgevlogen.

Maar goed, voor alle Ronsenaars, ook degenenen die je schalks Zuster Macht Alleen noemen, is en blijft er maar één Zuster Magdaleen. Als mijn maat Yves Lenoir met zijn Fiertelcomiteit nog een eregaste zoekt voor een koets: voor mij niet gelaten.

Allez vooruit, God zegene en beware je in ons geliefd Ronse.
(Hopelijk vindt God Ronse niet de meest te mijden plek van zijn eigen schepping).

Stefanus.

P.S. In het verhaal vertel je nog dat cafébezoek niet tot je kloosterregel behoort. Jammer. Ik had je graag eens op een Duvel of twee getracteerd in de Local Unique. Just om te zien wat dat geeft, twee duivels in je lijf.