20 februari 2006

DE SCHRIJFHEREN (7.3)

Roman

'Waarom doen jullie niks met Bekende Vlamingen ?’
‘Hun onderlinge relaties ?’
‘Mannekes met meiskes.’
‘Mannekes met mannekes.’
‘Meiskes met meiskes.’
‘Dubbeldekkers.’
‘En In Vitro Fertilisatie?’
‘De staat van het zaad.’
‘Menopauze. Omgaan met vapeurkes.’
‘Midlife crisis. De Nieuwe Man. Penopauze.’

We voelden de polsslag van de tijd niet. Zij, onze schrijfheren van hoofdredacteuren, zouden ons tonen hoe je inhaakt op trends.

‘Een hele markt die voor het grijpen ligt.’
‘En wat doen jullie ?’
‘Hem overlaten aan de concurrentie.’

Wie dachten we dat we waren ? Eigenzinnige intellectuelen die zichzelf boven een eenvoudige lezeres plaatsten. Een lerares van dertig. Zij peilden tenminste eerst naar de lezersverwachtingen. Zij zetten de verlangens van onze lezers via de fijnste onderzoekstechnieken om in duidelijke leespatronen.

‘Hang die lezeres boven uw desk.’
‘Denk eraan, dag en nacht.’
‘Voor haar schrijven jullie.’

De eerste zes maanden van weer zo’n nieuwe hoofdredacteur waren altijd de meest vrijblijvende.

‘Puis, wie ben je, wat doe je hier ?’
‘Hoelang zit je hier al ? Zolang ?’
‘Dat is héél lang. Verdacht lang.’
‘Willen ze je elders niet?’

Het was de tijd van grote plannen voor het blad. De nieuwe hoofdredacteur gedroeg zich als een luisterbereid mens, aanhoorde onze bekommernissen.

‘Mijn deur staat voor iedereen open.’

Dan volgde een periode van stilte. Vergaderingen werden uitgesteld, vooruitgeschoven, afgebeld. De deur, die altijd open stond, bleef dicht.

‘Hij werkt aan een rapport.’
‘Hij wacht op het marktonderzoek.’

De redactie wist niet meer waaraan zich te houden. De ene dag was onze lezer een hooggeschoolde die wat ontspanning wou. De andere dag een huisvrouw die damesbladen kocht. Nog een andere dag een student.

‘Helaas niet zo kapitaalkrachtig.’
‘Wel goed voor onze losse verkoop.’
‘Kunnen we strikken met speciale acties.’
‘Filmtickets. Kinepolis.’
‘Dus film. Belangrijk.’
‘Maar asjeblief geen kritiek.’
‘Onze lezer ziet zelf wel of een film deugt.’
‘Grote publiekfilms.’
‘Titanic. Pretty Woman.’
‘En al de CD’s van Céline Dion.’

De andere dag was onze lezeres een schoonheidsspecialiste.

‘Body Shop.’
‘Beautyfarms.’
‘Zonnekanon.’’
‘Goed gevoel.’
‘Sushi.’

Al onze vaste rubrieken werden overhoop gegooid. Verwarring alom. Ze haalden er een externe adviseur bij. Een zogeheten bladarchitect.

‘Helemaal uit Amerika.’
‘Die de grootste bladen heeft gemaakt.’
‘Zodus.’

Wie waren wij? We zaten daar al zo lang. En de oplage daalde. Zodus. Zij, onze nieuwe schrijfheren, zouden het blad redden. Als we maar luisterden en deden wat ze zegden. Pink op de naad.

(Vervolgt)

Uit : ‘De Schrijfheren’. Roman. Copyright Stef Vancaeneghem.