TUUPE VUIR RONSE
LUC DUPONT IN DE HOEK
WAAR DE KLAPPEN KOMEN
Luc Dupont zal zich zijn fin de carrière allicht anders hebben voorgesteld. De burgemeester zit in de hoek waar de klappen worden uitgedeeld. Allesbehalve leuk om aan te zien. Zeker als je beseft dat heel Ronse meedeelt in die klappen.
Burgemeester Dupont heeft echt hard zijn best gedaan en geprobeerd het tij voor Ronse ten goede te doen keren. Met wat nu bij veel Ronsenaars gepercipieerd wordt als ‘prestigeprojecten’ wou hij het imago van Ronse opkrikken. Hij wou Ronse op de kaart zetten bij de zogeheten ‘betere tweeverdieners’. Hij wou het sociaal-weefsel aansterken van een stad die haar identiteit als Koningin der Vlaamse Ardennen kwijt was aan een foute perceptie van vermeende tweetaligheid met als rampzalig gevolg een dubbele instroom van Nederlandskundige werkloze aangespoelden: uit Brussels allochtonë en uit Wallonië.
De bedoeling van Dupont om Ronse uit dat niemandsland tussen Vlaanderen en Wallonië te halen was goed de manier waarop blijkt vandaag helaas mislukt. Er kwam een Strategisch Plan. Ronse als parel middenin het groen der Vlaamse Ardennen. Stad Met Uitzicht. Groene Vingers vanuit de binnenstad. Met als pronkstuk De Stadstuin. Wanneer je je echter als burgemeester waagt aan zo’n megaproject met meer dan 200 huizen, moet je vooral zien dat je als stuurman zelf helemaal het roer in handen houdt. Niet dus.
Oui mais les Hollandais sont arrivés.
De redders van Ronse. Euforie. Er werd zelfs Bourgondisch mee geluncht in villa Carpentier. Ondertussen liet men de verbouwereerde Ronsenaars die vanuit hun Ronsiese roots opkwamen voor het aloude erfgoed van de Vrijheid antichambreren ten stadhuize. Om ze dan totaal ongeïnteresseerd wandelen te sturen.
(Schaamtelijk om mee te maken hoe je dan een deken die opkomt voor zijn kerkschatten aan zijn lot overlaat binnen de gesloten stadhuispoorten. Als een vreemde…opgesloten ten stadhuize.)
Van wat de Stadstuin worden moest, werd inmiddels met veel poeha zoals ze in Holland zeggen een power point-presentatie opgezet in de Cultuurfabriek: aan één van die groene vingers van de stad jawel. Met peptalk en een virtueel bezoek werd daar een soort veredeld Marakesj op de pers en de schaarse nieuwsgierigen losgelaten.
Et puis les Hollandais sont repartis.
In plaats van een Stadstuin lieten ze Luc Dupont zitten bovenop een hoop Stadspuin. Leedvermaak ware hier echter totaal uit den boze. Want zoals gezegd lach je in dat geval als Ronsenaar met jezelf en de miserie van je eigen geliefde stad. Het is ook makkelijk om achteraf te zeggen hoe het dan wel had gemoeten. Maar aan één vaker gehoorde kritiek kan niemand vandaag voorbij. Dat je als stuurman van een stad nooit de uitvoering van zo’n monsterproject uit handen geven mag. Niet Dupont is nu failliet. Maar het failliet van die privé-ondernemer haalt wel het pronkstuk van zijn voluntaristisch beleid helemaal onderuit. Pech is dat. Brute Pech. Het was riskant. Nu is het vooral heel ambetant.
Ronse & Renaix
De tweede parallelle poging van Dupont om wat te doen aan het imago van Ronse pakte al even faliekant uit. Met zijn brief aan Leterme waarin hij een Vlaamse identiteit voor Ronse claimde, legde hij vooral de diepe kloof bloot binnen zijn eigen bestuur. Twee totaal verschillende visies op Ronse. De ene voluit voor Vlaanderen. De andere voor het status quo. Het was zo pijnlijk dat Dupont voor zijn brief achteraf zowaar in eigen stadhuis een wisselmeerderheid diende te gaan sprokkelen bij zijn eeuwige rivaal Erik Tack van Vlaams Belang, met als minicuriosum Open VLD.
Voor wie de diepe onenigheid nog niet duidelijk was, kwam er nog die vaudeville bovenop omtrent de straatnaamborden. Cyprianus de Rore in het Vlaams of in de twee talen.
Als je het al niet eens kan worden over je identiteit als stad op je eigen straatnaamborden, hoe kan je dan hopen Vlaanderens monument ‘De Ronde van Vlaanderen’ naar hier te halen?
Ik bespaar de Ronsenaar de onsmakelijke verhalen van hoe onze bestuurders in de aanloop naar deze kandidatuur voor de Ronde mekaar vooral het licht van de glorie niet gunden met het oog op de verkiezingen alreeds. Men doet er goed aan bij deze vooral nooit te vergeten dat het tussen Luc Dupont en zijn challenger schepen van Sport Gunther Deriemaker maar 2 (twee) stemmen scheelde.
Luc Dupont vangt van dit alles nu de builen. Dat is allesbehalve fair. Maar zo gaat het nu eenmaal in politiek. Hij wordt ten onrechte geviseerd. Hij, die het als geen ander allemaal zo anders wou voor deze stad. Aan zijn inzet en zijn dossierkennis twijfelt niemand. Aan zijn laag charismatisch gehalte, zeker na Terzake, ook niet. Maar mag dat nog in de politiek: bescheidenheid? Nee dus. Ook daar heeft Dupont een probleem. Zijn bedeesdheid wordt gepercipieerd als stugheid. Zijn bedaardheid als gebrek aan guts. Niet zo voor wie hem echt bezig ziet voor Ronse. Maar we leven dus in een wereld van snelle mediastunts. Twintig minuten riooltelevisie en het imago van Ronse ligt voor jaren aan diggelen.
Ik weet niet of hij nu welles of nietes nog doorgaat. Hij kan de eer aan zich houden en stoppen. Of hij kan (nog even) doorgaan. Ook dat is zijn volste recht. Al is het maar zeer de vraag of hij van de kiezer nu nog echt loon naar werk voor Ronse krijgt na de mediagekte en de zoveelste vermaledijding van Ronse de afgelopen weken.
Luc Dupont zit dus in dat verdomhoekje. Hij moet daar zo snel mogelijk uit weg. Voor zichzelf en voor Ronse. Want zoiets doet wat met een mens. Je wenst het niemand toe. Als Ronse zondag opkomt voor Ronse en er één man mag voorop lopen, dan wel Dupont. Al zal hij daar allicht voor bedanken. Die bescheidenheid siert hem persoonlijk. Ook al werkt ze dus voor Ronse als burgemeester soms contraproductief.
Hoe dan ook Luc Dupont verdient als burgemeester respect van elke Ronsenaar. Ook van de jonge Ronsenaars die hem bestoken met brieven in de media. Hij heeft alleen zijn ploegje niet mee. Dat we bijvoorbeeld in de hele controverse na die Terzake-uitzending noch wat van zijn grote uitdager en eerste Schepen Deriemaker hebben gehoord, noch enig statement van de Schepen van Jeugd en Integratie Nedia Gmati-Trabelsi maar wel een vlammende repliek van OCMW-voorzitter Pol Kerckhove in deze blog aan het adres van Alexander De Croo zegt genoeg over het hele plaatje dat Ronse in de verlammende greep van de individuele politieke carrièreplannings houdt. De waarheid is dat Ronse geen eensgezinde bestuursploeg heeft. Wie steekt zijn nek uit en wie niet? Wie laat het Dupont uitzweten en stopt zich weg achter zijn smile?
Tuupe Vuir Ronse is ten stadhuize niet meer dan een slogan die er naar goeddunken gebezigd wordt voor de eigen egotrip van sommige slimmekes. Tuipe Vuir Ronse bestaat alleen echt in het hart van Ronsenaars zelf. Die met de moed der wanhoop, zoals gisteren Boa De Poeters met Dreitie Woof uit alle kelen ‘Ien Roonse Ee dat iet’ blijven schreeuwen.
WAAR DE KLAPPEN KOMEN
Luc Dupont zal zich zijn fin de carrière allicht anders hebben voorgesteld. De burgemeester zit in de hoek waar de klappen worden uitgedeeld. Allesbehalve leuk om aan te zien. Zeker als je beseft dat heel Ronse meedeelt in die klappen.
Burgemeester Dupont heeft echt hard zijn best gedaan en geprobeerd het tij voor Ronse ten goede te doen keren. Met wat nu bij veel Ronsenaars gepercipieerd wordt als ‘prestigeprojecten’ wou hij het imago van Ronse opkrikken. Hij wou Ronse op de kaart zetten bij de zogeheten ‘betere tweeverdieners’. Hij wou het sociaal-weefsel aansterken van een stad die haar identiteit als Koningin der Vlaamse Ardennen kwijt was aan een foute perceptie van vermeende tweetaligheid met als rampzalig gevolg een dubbele instroom van Nederlandskundige werkloze aangespoelden: uit Brussels allochtonë en uit Wallonië.
De bedoeling van Dupont om Ronse uit dat niemandsland tussen Vlaanderen en Wallonië te halen was goed de manier waarop blijkt vandaag helaas mislukt. Er kwam een Strategisch Plan. Ronse als parel middenin het groen der Vlaamse Ardennen. Stad Met Uitzicht. Groene Vingers vanuit de binnenstad. Met als pronkstuk De Stadstuin. Wanneer je je echter als burgemeester waagt aan zo’n megaproject met meer dan 200 huizen, moet je vooral zien dat je als stuurman zelf helemaal het roer in handen houdt. Niet dus.
Oui mais les Hollandais sont arrivés.
De redders van Ronse. Euforie. Er werd zelfs Bourgondisch mee geluncht in villa Carpentier. Ondertussen liet men de verbouwereerde Ronsenaars die vanuit hun Ronsiese roots opkwamen voor het aloude erfgoed van de Vrijheid antichambreren ten stadhuize. Om ze dan totaal ongeïnteresseerd wandelen te sturen.
(Schaamtelijk om mee te maken hoe je dan een deken die opkomt voor zijn kerkschatten aan zijn lot overlaat binnen de gesloten stadhuispoorten. Als een vreemde…opgesloten ten stadhuize.)
Van wat de Stadstuin worden moest, werd inmiddels met veel poeha zoals ze in Holland zeggen een power point-presentatie opgezet in de Cultuurfabriek: aan één van die groene vingers van de stad jawel. Met peptalk en een virtueel bezoek werd daar een soort veredeld Marakesj op de pers en de schaarse nieuwsgierigen losgelaten.
Et puis les Hollandais sont repartis.
In plaats van een Stadstuin lieten ze Luc Dupont zitten bovenop een hoop Stadspuin. Leedvermaak ware hier echter totaal uit den boze. Want zoals gezegd lach je in dat geval als Ronsenaar met jezelf en de miserie van je eigen geliefde stad. Het is ook makkelijk om achteraf te zeggen hoe het dan wel had gemoeten. Maar aan één vaker gehoorde kritiek kan niemand vandaag voorbij. Dat je als stuurman van een stad nooit de uitvoering van zo’n monsterproject uit handen geven mag. Niet Dupont is nu failliet. Maar het failliet van die privé-ondernemer haalt wel het pronkstuk van zijn voluntaristisch beleid helemaal onderuit. Pech is dat. Brute Pech. Het was riskant. Nu is het vooral heel ambetant.
Ronse & Renaix
De tweede parallelle poging van Dupont om wat te doen aan het imago van Ronse pakte al even faliekant uit. Met zijn brief aan Leterme waarin hij een Vlaamse identiteit voor Ronse claimde, legde hij vooral de diepe kloof bloot binnen zijn eigen bestuur. Twee totaal verschillende visies op Ronse. De ene voluit voor Vlaanderen. De andere voor het status quo. Het was zo pijnlijk dat Dupont voor zijn brief achteraf zowaar in eigen stadhuis een wisselmeerderheid diende te gaan sprokkelen bij zijn eeuwige rivaal Erik Tack van Vlaams Belang, met als minicuriosum Open VLD.
Voor wie de diepe onenigheid nog niet duidelijk was, kwam er nog die vaudeville bovenop omtrent de straatnaamborden. Cyprianus de Rore in het Vlaams of in de twee talen.
Als je het al niet eens kan worden over je identiteit als stad op je eigen straatnaamborden, hoe kan je dan hopen Vlaanderens monument ‘De Ronde van Vlaanderen’ naar hier te halen?
Ik bespaar de Ronsenaar de onsmakelijke verhalen van hoe onze bestuurders in de aanloop naar deze kandidatuur voor de Ronde mekaar vooral het licht van de glorie niet gunden met het oog op de verkiezingen alreeds. Men doet er goed aan bij deze vooral nooit te vergeten dat het tussen Luc Dupont en zijn challenger schepen van Sport Gunther Deriemaker maar 2 (twee) stemmen scheelde.
Als je het al niet eens kan worden over je identiteit als stad op je eigen straatnaamborden, hoe kan je dan hopen Vlaanderens monument ‘De Ronde van Vlaanderen’ naar hier te halen?
Luc Dupont vangt van dit alles nu de builen. Dat is allesbehalve fair. Maar zo gaat het nu eenmaal in politiek. Hij wordt ten onrechte geviseerd. Hij, die het als geen ander allemaal zo anders wou voor deze stad. Aan zijn inzet en zijn dossierkennis twijfelt niemand. Aan zijn laag charismatisch gehalte, zeker na Terzake, ook niet. Maar mag dat nog in de politiek: bescheidenheid? Nee dus. Ook daar heeft Dupont een probleem. Zijn bedeesdheid wordt gepercipieerd als stugheid. Zijn bedaardheid als gebrek aan guts. Niet zo voor wie hem echt bezig ziet voor Ronse. Maar we leven dus in een wereld van snelle mediastunts. Twintig minuten riooltelevisie en het imago van Ronse ligt voor jaren aan diggelen.
Ik weet niet of hij nu welles of nietes nog doorgaat. Hij kan de eer aan zich houden en stoppen. Of hij kan (nog even) doorgaan. Ook dat is zijn volste recht. Al is het maar zeer de vraag of hij van de kiezer nu nog echt loon naar werk voor Ronse krijgt na de mediagekte en de zoveelste vermaledijding van Ronse de afgelopen weken.
Luc Dupont zit dus in dat verdomhoekje. Hij moet daar zo snel mogelijk uit weg. Voor zichzelf en voor Ronse. Want zoiets doet wat met een mens. Je wenst het niemand toe. Als Ronse zondag opkomt voor Ronse en er één man mag voorop lopen, dan wel Dupont. Al zal hij daar allicht voor bedanken. Die bescheidenheid siert hem persoonlijk. Ook al werkt ze dus voor Ronse als burgemeester soms contraproductief.
Hoe dan ook Luc Dupont verdient als burgemeester respect van elke Ronsenaar. Ook van de jonge Ronsenaars die hem bestoken met brieven in de media. Hij heeft alleen zijn ploegje niet mee. Dat we bijvoorbeeld in de hele controverse na die Terzake-uitzending noch wat van zijn grote uitdager en eerste Schepen Deriemaker hebben gehoord, noch enig statement van de Schepen van Jeugd en Integratie Nedia Gmati-Trabelsi maar wel een vlammende repliek van OCMW-voorzitter Pol Kerckhove in deze blog aan het adres van Alexander De Croo zegt genoeg over het hele plaatje dat Ronse in de verlammende greep van de individuele politieke carrièreplannings houdt. De waarheid is dat Ronse geen eensgezinde bestuursploeg heeft. Wie steekt zijn nek uit en wie niet? Wie laat het Dupont uitzweten en stopt zich weg achter zijn smile?
Twintig minuten riooltelevisie en het imago van Ronse ligt voor jaren aan diggelen.
Tuupe Vuir Ronse is ten stadhuize niet meer dan een slogan die er naar goeddunken gebezigd wordt voor de eigen egotrip van sommige slimmekes. Tuipe Vuir Ronse bestaat alleen echt in het hart van Ronsenaars zelf. Die met de moed der wanhoop, zoals gisteren Boa De Poeters met Dreitie Woof uit alle kelen ‘Ien Roonse Ee dat iet’ blijven schreeuwen.
<< Home