TUUPE VUIR RONSE
OPEN VLD-VOORZITTER ALEXANDER DE CROO:
'STOMVERBAASD EN GESCHOKT WAS IK'
Open VLD-Voorzitter Alexander De Croo mengt zich in het debat omtrent de (on)veiligheid in Ronse, schrijft een opmerkelijke brief getiteld 'Tuupe vuir Ronse' en kijkt onderwijl terug op zijn wonderjaren in Ronse. Hieronder de brief die inmiddels op zijn beurt vanop zijn site de weg heeft gevonden naar Facebook. Hij zal geen enkele Ronsenaar, die oprecht van deze stad houdt, ontgaan.
Stomverbaasd en geschokt. Dat was precies wat ik gisteren voelde toen ik de brandbrief las van Simon Demeulemeester over de geweldcultuur” in Ronse, de stad van mijn jeugd. Stomverbaasd en geschokt over het rauwe verhaal van jeugdbendes, groepsverkrachting, over jongeren die zich niet veilig voelen in de straten van hun eigen stad. Maar nog meer stomverbaasd omdat de jonge Knack-journalist een stad beschrijft die er de voorbije twintig jaar niet in geslaagd is het tij te keren. De tijd is er blijkbaar blijven stilstaan.
Van 1986 tot 1993 liep ik in Ronse school op het Koninklijk Atheneum. Elke dag trok ik met de bus van het brave Brakel naar de grote stad. Zoals dat gaat heeft intussen het gros van mijn Ronsese jeugdherinneringen een romantische ‘couche’ gekregen. Ik geniet nog steeds van de vriendschappen voor het leven die er geboren werden, proef de bitterheid van mijn eerste pint in café The Jump en zie de plek waar ik mijn eerste lief kuste.
Something rotten in Ronse.
Toch heb ik ook nog een andere herinnering aan Ronse, eentje die nooit is opgeleukt door de slijtage van de jaren. Het is de herinnering aan een oude textielstad die langzaam verloederde omdat ze worstelde met de mix van sociale achterstand en stadsvlucht, van werkloosheid en het gebrek aan echt samenleven.
Het is het Ronse waar het voor mij en mijn vrienden steeds minder fijn werd om onbezorgd te feesten zoals alleen tieners dat kunnen. Het was geloof ik in mijn vierde jaar dat de schoolfuiven van het Atheneum – voor de jeugd van Ronse en omgeving hét evenement – plots niet meer toegankelijk waren voor jongeren die niet bij ons op school zaten. Reden: de massale vechtpartijen van de jaren daarvoor die het fuifplezier vergalden.
Ook toen al was er ‘something rotten’ in Ronse. De kreet ‘Tuupe vuir Ronse’ werd wel geroepen, maar was nooit van enige ironie verstoken. Uit het verhaal van Simon onthoud ik vooral dat de neerwaartse spiraal niet is doorbroken. Erger nog: hij heeft het over een “degoutante geweldcultuur”. Het lijkt alsof het alleen maar van kwaad naar erger is gegaan.
Maar wat nu gedaan? Eerst en vooral, don’t shoot the messenger. Ik hoor dat de burgemeester van Ronse niet opgezet is met de brandbrief. Toch heeft het geen enkele zin om de briefschrijver met de vinger te wijzen. Ik ben ervan overtuigd dat de jonge journalist de stille woede verwoordt van een grote groep mensen die Ronse koesteren – Ronsenaars maar evengoed mensen als mezelf die er een stuk van hun verleden en hun hart hebben. Erkennen is eerste stap, dan opbouwen.
De brief van Simon Demeulemeester is geen j’accuse. Het is een cri de coeur, een rebels schrijven van een auteur die weigert te aanvaarden en vraagt om een falend beleid de wacht aan te zeggen. Hoe moeilijk het ook is om dat falen te erkennen, het is de eerste noodzakelijke stap naar het doorbreken van die neerwaartse spiraal.
Pas dan kan de échte opbouw beginnen. En ook al bestaan er geen mirakelrecepten en koestert best niemand de illusie dat je met een vingerknip rechttrekt wat jarenlang is krom gegroeid, Ronse kan altijd te rade gaan bij centrumsteden die er in het verleden wel in geslaagd zijn om op een succesvolle manier de neerwaartse spiraal van stadsvlucht, sociale achterstand en onveiligheid te doorbreken. Denk maar aan Gent, Oostende en Mechelen, maar ook Hasselt of Lokeren.
Blauw op straat is, zoals de brandbrief suggereert, zeker een deel van zo’n succesvolle aanpak. Camerabewaking wat mij betreft ook. Maar repressie alleen is niet zaligmakend. Responsabilisering van jongeren en ouders is wellicht nog veel belangrijker. Maak van het OCMW meer dan een uitbetalingsloket, neem jongeren bij de arm en leidt ze naar een zinvolle tijdsbesteding, best van al een job. Spreek ook ouders actief aan op hun ouderlijke verantwoordelijkheid.
Ronse prijst zichzelf aan met de baseline ‘stad met uitzicht’. Alleen als ze haar eigen jongeren dat uitzicht geeft, zal ze die ambitie ook écht waarmaken en zo voor een stukje de stad van mijn geromantiseerde jeugdherinneringen worden.
Alexander De Croo.
Nu ook nog de Ronsese liberalen 'Tuupe vuir Ronse' tsjegoere met de neuzen in dezelfde richting Ronse krijgen, Alexander...
'STOMVERBAASD EN GESCHOKT WAS IK'
Open VLD-Voorzitter Alexander De Croo mengt zich in het debat omtrent de (on)veiligheid in Ronse, schrijft een opmerkelijke brief getiteld 'Tuupe vuir Ronse' en kijkt onderwijl terug op zijn wonderjaren in Ronse. Hieronder de brief die inmiddels op zijn beurt vanop zijn site de weg heeft gevonden naar Facebook. Hij zal geen enkele Ronsenaar, die oprecht van deze stad houdt, ontgaan.
Stomverbaasd en geschokt. Dat was precies wat ik gisteren voelde toen ik de brandbrief las van Simon Demeulemeester over de geweldcultuur” in Ronse, de stad van mijn jeugd. Stomverbaasd en geschokt over het rauwe verhaal van jeugdbendes, groepsverkrachting, over jongeren die zich niet veilig voelen in de straten van hun eigen stad. Maar nog meer stomverbaasd omdat de jonge Knack-journalist een stad beschrijft die er de voorbije twintig jaar niet in geslaagd is het tij te keren. De tijd is er blijkbaar blijven stilstaan.
Wonderyears in The Jump
Van 1986 tot 1993 liep ik in Ronse school op het Koninklijk Atheneum. Elke dag trok ik met de bus van het brave Brakel naar de grote stad. Zoals dat gaat heeft intussen het gros van mijn Ronsese jeugdherinneringen een romantische ‘couche’ gekregen. Ik geniet nog steeds van de vriendschappen voor het leven die er geboren werden, proef de bitterheid van mijn eerste pint in café The Jump en zie de plek waar ik mijn eerste lief kuste.
Something rotten in Ronse.
'Ronse, de stad van mijn jeugd'.
Toch heb ik ook nog een andere herinnering aan Ronse, eentje die nooit is opgeleukt door de slijtage van de jaren. Het is de herinnering aan een oude textielstad die langzaam verloederde omdat ze worstelde met de mix van sociale achterstand en stadsvlucht, van werkloosheid en het gebrek aan echt samenleven.
Het is het Ronse waar het voor mij en mijn vrienden steeds minder fijn werd om onbezorgd te feesten zoals alleen tieners dat kunnen. Het was geloof ik in mijn vierde jaar dat de schoolfuiven van het Atheneum – voor de jeugd van Ronse en omgeving hét evenement – plots niet meer toegankelijk waren voor jongeren die niet bij ons op school zaten. Reden: de massale vechtpartijen van de jaren daarvoor die het fuifplezier vergalden.
Ook toen al was er ‘something rotten’ in Ronse. De kreet ‘Tuupe vuir Ronse’ werd wel geroepen, maar was nooit van enige ironie verstoken. Uit het verhaal van Simon onthoud ik vooral dat de neerwaartse spiraal niet is doorbroken. Erger nog: hij heeft het over een “degoutante geweldcultuur”. Het lijkt alsof het alleen maar van kwaad naar erger is gegaan.
Maar wat nu gedaan? Eerst en vooral, don’t shoot the messenger. Ik hoor dat de burgemeester van Ronse niet opgezet is met de brandbrief. Toch heeft het geen enkele zin om de briefschrijver met de vinger te wijzen. Ik ben ervan overtuigd dat de jonge journalist de stille woede verwoordt van een grote groep mensen die Ronse koesteren – Ronsenaars maar evengoed mensen als mezelf die er een stuk van hun verleden en hun hart hebben. Erkennen is eerste stap, dan opbouwen.
'De brief van Simon is een cri de coeur'
De brief van Simon Demeulemeester is geen j’accuse. Het is een cri de coeur, een rebels schrijven van een auteur die weigert te aanvaarden en vraagt om een falend beleid de wacht aan te zeggen. Hoe moeilijk het ook is om dat falen te erkennen, het is de eerste noodzakelijke stap naar het doorbreken van die neerwaartse spiraal.
Pas dan kan de échte opbouw beginnen. En ook al bestaan er geen mirakelrecepten en koestert best niemand de illusie dat je met een vingerknip rechttrekt wat jarenlang is krom gegroeid, Ronse kan altijd te rade gaan bij centrumsteden die er in het verleden wel in geslaagd zijn om op een succesvolle manier de neerwaartse spiraal van stadsvlucht, sociale achterstand en onveiligheid te doorbreken. Denk maar aan Gent, Oostende en Mechelen, maar ook Hasselt of Lokeren.
'Maak van het OCMW meer dan een uitbetalingsloket'
Blauw op straat is, zoals de brandbrief suggereert, zeker een deel van zo’n succesvolle aanpak. Camerabewaking wat mij betreft ook. Maar repressie alleen is niet zaligmakend. Responsabilisering van jongeren en ouders is wellicht nog veel belangrijker. Maak van het OCMW meer dan een uitbetalingsloket, neem jongeren bij de arm en leidt ze naar een zinvolle tijdsbesteding, best van al een job. Spreek ook ouders actief aan op hun ouderlijke verantwoordelijkheid.
Ronse prijst zichzelf aan met de baseline ‘stad met uitzicht’. Alleen als ze haar eigen jongeren dat uitzicht geeft, zal ze die ambitie ook écht waarmaken en zo voor een stukje de stad van mijn geromantiseerde jeugdherinneringen worden.
Alexander De Croo.
Nu ook nog de Ronsese liberalen 'Tuupe vuir Ronse' tsjegoere met de neuzen in dezelfde richting Ronse krijgen, Alexander...
<< Home