08 juni 2009

FEESTBOEK

ONCE UPON A TIME IN RONSE









Gaan kiezen op de Fiertel. De eerste kiezer aan stembureau 18 is een pompier met blinkende helm en pluim. Onwezenlijk zicht. Een nieuw schilderij voor folk art-kunstenaar Michel Provost.

Achter het schrijn stappen zonder de kanunnik erbij, het is als de Santa Maria onderweg naar Amerika zonder Columbus. Niet dat dragers hun best niet doen om de alreeds gebroken knoken van onze patroonheilige ook zonder hun geestelijke stuurman veilig die lastige Kraai naar boven te tillen. Maar de weggevallen megafoonmysteriën van onze Ronsese kerkprins nemen een stuk Fiertelmagie weg.

Alsof de echoknop op stil is gezet. Als we niet uitkijken wordt dit binnen de kortste keren nog de Omloop van Ronse, plekke van de Ommegang. Met overal Aquarius-standjes in de plaats van de pateen in de kapellen. Gesakker en geschreeuw vervangt de gebeden van kanunnik Dewolf. Horen we daar - god beware ons – zowaar niet vloeken onder en rondom de relieken?

Bovenop de Kruissens is de kanunnik er weer. Hij komt recht af op mijn schrijfbroeder Geertjen en mezelf. Ik vrees al een kerkelijke reprimande omwille van een of ander goddeloos geschrift, maar neen gij. Of we het misschien zien zitten om voor hem tegen het najaar eens een mis in het Ronsies te schrijven: ‘voer in de Poeterskierke’. Tja waarom niet eigenlijk? Hier alvast een Ronsies weesgegroetje als probeerselke, om er al wat in te komen.

Saluu Marietse kariekaule, hoe ees dat noog mai oa?
Dju waten zoade goa tooch schuune mien kind!
Ge zoat ’t scheunste bloomekie va geu de wieroord.
En waaten daater ien oa boakske bougeirt, ees noog scheunder. Hoe zit dat foatelaik mei de peire van dienen klienen? Loet hie hem noa keenen oof trekt ie ziene stiert ien? Marietse mien kind, kuinde goa doer ’n wuirdekie placairen voer moa ien oa Paradaoas? Anders goe ‘k iek joeren en joeren moeten crepairen ien d’heele boa den duuvoo van Heermees. Ieke mai mien voale peene ôltuus. Allai, tot ien den droei doet de complimenten an oa kindsie Zeizus!


Schepen van Integratie Nedia Gmati-Trabelsi (zeg nooit Nedia Trabelsi of er zwaait wat) doet voor het eerst de Fiertel helemaal achter het schrijn. Aan Châlet de la Cruche: ‘Niks nie moe en geen blaren of niks en mijn leukste Fiertel ooit’ . Het levert Nedia meer sympathie op dan zeven weldoordachte integratieplannen. Ze krijgt zelfs de felicitaties van de zeer gesloten genootschap der bellemannen en dragers. En dat wil wat zeggen.

Agnes van Altijdurende Bijstand

Mijn kameraad deken Tjoen is zo ziek als een verlaten straathond in de Hof van Olijven maar hij houdt manmoedig stand. Fiertelschepen Agnes Van Crombrugge wijkt geen moment van zijn zijde. ‘Agnes van Altijddurende Bijstand’.

Praatje met Willy Naessens in Louise-Marie. Ja hij gaat die hoek aan het station opsmukken met flats en een restaurant maar geen hotel. Die sanering van de grond heeft wel heel wat olie in de aarde. Je houdt niet voor mogelijk wat er zoal bij komt kijken. Sympathieke mens Naessens. Ronse ziet hem graag komen met zijn peirden en koetsen (vooral met zijn investeringen). Die koetsiers van hem, ze hebben iets van ‘Once upon a time in Ronse’.

Gunther ees getrouwd

Mijn besluit staat vast. Vanochtend neem ik voor goed afscheid van alle anonieme comments in deze blog. Wie hier voortaan nog zijn freedom of speech ventileren wil, zal daar in alle openheid moeten voor uitkomen. Geen tegenargument weegt nog op tegen onze gezamelijke positieve openhartige droom van een Renaixance voor àlle Ronsenaars tuupe.

De vijftigjare Bommels (zeg nooit ‘Bommels’ zei de stichter Delmotte, ‘dites plutôt Bonmoss’) mogen dan net zoals de meer dan duizendjarige Fiertel uitgeroepen zijn tot Vlaams Cultureel erfgoed, Tuupe vuir Roonse is iets dat we met zijn allen best zonder maskers op betrachten. Die openheid kan het wederzijds respect voor malkander alleen maar bevorderen.

Van Bommels gesproken: Gunther & zijn Anne zijn dus vrijdag met stijl getrouwd. Pas op minuutje: mét de honneurs van de Bommelsraad in groot ornaat. Zelfs Bruno Tuybens van Zwalm en Kurt de Loor van (Rock) Zottegem zagen dat het goed was. Ien Ronse ees dat iet.

‘Feestboek’.
(Over Leven in Ronse.)