19 juni 2007

DE BENIEUWDE RONSENAAR (117)











RONSE AAN DE TOP….VAN DE LAGE INKOMENS

NEERGANG EN HEROPSTANDING VAN RONSE

VAN KWALEN EN REMEDIES


Met een fiscaal inkomen van 11.848 euro staat Ronse bovenaan de top 20 van de Oost-Vlaamse gemeenten met het laagste inkomen. De rijkste gemeente is Latem met 19.223 euro. De cijfers slaan op het jaar 2004 en staan buiten kijf. Ze komen van de Algemene Directie voor Statistiek van de Vlaamse Overheid.

‘Dat Ronse de iets minder benijdenswaardige plaats bekleedt als aanvoerder van de top20 van de laagste inkomens, heeft volgens kenners te maken met het statuut van faciliteitengemeente, waardoor veel zogenaamde vierdewereldmensen uit Brussel en Wallonië naar Ronse komen. Ook al zijn ze Nederlandsonkundig, ze worden er begrepen en ze leven in de hoop er makkelijker werk te vinden. Maar vaak gaat het om steuntrekkers en mensen met een laag inkomen die het gemiddelde inkomen naar beneden halen.’

Aldus onze collega Rudy Tollenaere vandaag in Het Nieuwsblad. Zo horen we het ook eens van een ander. Tegenover deze schrijnende cijfers hieronder onze kijk op kwalen en remedies.

VIJF OORZAKEN

1.Verdwijning textielweelde

Vanaf de jaren zestig tast de textielcrisis de Ronsese weelde zwaar aan. Hoge werkloosheid zorgt voor verpaupering. Verkrotting en leegstand geeft goedkope doorverkoop van het woonbestand. La couleur locale change. Les amis du beau langage gaan iets anders ogen en kleuren dan de bourgeois van weleer. Het koopaanbod volgt de koopkracht: in een neergaande spiraal.

2. Faciliteiten

Begin de jaren zestig grendelt het faciliteitenstatuut Ronse af van de omliggende gemeenten. Faciliteiten, nationale voogdij en bijzonder taalstatuut maken van het besturen van Ronse een zoektocht door het labyrinth van bijzondere regels en verspreide bevoegdheden in diverse administraties.

3. Geen fusie

De faciliteiten van de jaren zestig doen Ronse de boot missen van de fusie van gemeenten begin van de jaren zeventig. Zulzeke wordt Kluisbergen, Nukerke wordt Maarkedal, Oudenaarde wordt groot. Ronse blijft geïsoleerd.

De ‘Unitarixen’ van Ronse en hun handlangers banketteren ondertussen vrolijk voort zoals in dat dorpje van Asterix. Alsof er in de rest van het Rijk géén regionalisering bestaat. Ze blijven het valse beeld van Ronse ophangen als tweetalige stad.

4. Eentalige gelukszoekers zwengelen werkloosheid aan

Het gros van de Franstalige burgerij mag dan allang de weg van alle vlees zijn gegaan of weg naar Knokke-Le Zoute en het Brusselse, door hardnekkig te blijven negeren dat Ronse in het nieuwe geregionaliseerde België een Vlaamse stad is, wordt een totaal ander slag Franstaligen aangetrokken dan de zo fiere burgers van weleer: allochtone gelukszoekers uit Brussel, quart mondiens uit Wallonië.

Voor hen, zo denken ze ten onrechte, is Ronse een tweetalige stad waar ze met hun ééntalig Frans wel aan de bak zullen komen. Niet dus. Gevolg: toptwintig van de laagste inkomens en driedubbel hoge werkloosheidscijfers ten overstaan van de rest van de regio.

5. Ontsluiting gaat aan Ronse voorbij

De faciliteiten doen Ronse de ontsluiting missen. De A 8 schuift in Frasnes aan onze neus voorbij. De N60 zien we doodlopen boven de Kruissens. De ontsluiting komt er niet en komt er nu hoe dan ook veel te laat. Ze zal alleen nog van nut zijn als toegangsroute tot de nieuw geplande industriezone van 40 hectare aan de Doornikse Steenweg.

DE RONSESE KWAAL

De Ronsese politici in het parlement falen collectief door onderlinge twist en rivaliteit. Nooit slagen ze er één keer in ‘Tuupe vuir Roonse’ aan één zeel te trekken. Ze willen alleen maar scoren bij hun achterban.

Nooit lukt het hen hun ‘petite politique politicienne’ te overstijgen in het belang van àlle Ronsenaars.

Nu zeggen dat het allemaal de schuld is van politiekers van buiten Ronse kan je alleen als je tegelijk toegeeft dat de Ronsese Kamerleden en Senatoren (en het zijn er een pak geweest, van àlle partijen) dat door hun onderlinge verdeeldheid hebben laten gebeuren.

De politiek van Oudenaarde en Brakel met de stemmen van de Ronsenaars? Het kon alleen door het falen van de Ronsese politiek zelf.


DRIE KANSEN

1.Tuupe vuir Roonse, in Bruussoo.

Het is meer dan een meezingerke. Het is de kerngedachte van de Ronsese Renaixance. Verschillende nog vrij jonge politici komen blijkens de uitslagen van de meest recente bovenlokale verkiezingen vandaag in aanmerking om Ronse in Brussel weer op de kaart te zetten:

Jan Foulon, Erik Tack, Gunther Deriemaker, Nedia Gmati Trabelsi.

Zij worden geacht samen een Strategisch Plan voor Ronse in Brussel op te stellen. Overheen hun onderlinge geschillen, hun diversiteit.

Tuupe vuir Roonse in Brussoo.

Het vraagt moed en het vraagt grandeur. Maar wat met het Strategisch Plan in Ronse zelf mooi aan het lukken is onder impuls van Luc Dupont, moet ook lukken in Brussel. Het is dat of het is de dieperik.


2. Eén identiteit

Ronse moet één duidelijke Vlaamse identiteit krijgen. De Franstaligen moeten er een keer en voor altijd mee ophouden dat te zien als een verschrikking en te verwarren met alles wat het niet is.

Het statuut van Ronse is dat van een Vlaamse stad voor de bestuurders, met faciliteiten voor de Franstalige inwoners die daarom verzoeken. Dat moet correct gespeeld worden.

We moeten echter af van een valse misleidende tweetalige perceptie die de laatste kliekjes van een oudbakken unitarisme van voor de staatshervorming hardnekkig cultiveren.

Zij zwengelen daarmee alleen maar de armoede van Ronse aan. Zij lokken nog meer eentalige armoedezaaiers die Ronse vandaag bovenaan de top twintig van de foute lijstjes duwen.

3. Eurodistrict Lille-Tournai-Ronse-Kortrijk

Parallel met die duidelijke Vlaamse identiteit voor Ronse pleit De Benieuwde Ronsenaar voor de opname van Ronse in het Eurodistrict Lille-Tournai-Ronse-Kortrijk, naar een schitterend idee van Stefaan De Clerck.

We publiceerden hier eerder al een open brief naar De Clerck die ons ook antwoordde dat hij dat met Ronse erbij best ziet zitten.

Het is opmerkelijk dat onze Franstalige Ronsese lezers van hier en elders in Brussel dàt nooit blijken te lezen en al de rest wel. Het zou hen, de verontruste unitarixen, nochtans een keer en voor goed moeten geruststellen.

Als de Franstaligen van Ronse eindelijk eens willen inzien dat ze in de Vlaamse regio wonen, dat zowel de Franstalige inwoners van Ronse zelf als onze Waalse vrienden en buren hier in Ronse kunnen rekenen op de grootste taalhoffelijkheid van alle Ronsenaars, dat de wet hen hoe dan ook alle gewenste faciliteiten garandeert, dan kan Ronse eindelijk die vijf handicaps omzetten in één grote troef.

We zullen doorgaan. In vrijheid en verdraagzaamheid. Tolerant en met respect voor elke gemeenschap van Ronse. We laten met zijn allen ons geliefd Ronse nooit los. Tot we er als Ronsenaars samen uit geraken.

Blijkbaar zijn we niet alleen. Gisteren mocht deze blog zijn 115.000 ste bezoek begroeten.

Tuupe vuir Roonse.