08 januari 2007

DE BENIEUWDE RONSENAAR (53)

DE ONSTUITBARE
BAVARDAGE
VAN

OMER PEVENAEGE


Kater

Bent Uw een beetje bekomen van de feesten? Geen indigestie overgehouden van het overvloedige en lekkere eten? Niet te veel U toe vlucht moeten zoeken tot de gebruikelijke oplap middelen als daar zijn Aspirine en andere? Welnu, wat mij zelf betreft, deze Oudejaarsavond is sinds al die jaren dat ik mijn Germaine zaliger heb moeten missen de eerste waar ik met genoegen en tevredenheid aan terugdenk. En de enige kater die ik eraan heb overgehouden is de flink uit de kloten gewassen Adhémar, acht kilo en een oneffen -droog gewogen- en de eigen zinnige huisgenoot van Madame Tembuyse. Toen ik de Zondagavond bij haar binnenkwam stond hij met al de haren van zijn zwarte pels rechtop en een dikke staart op mij te blazen, maar in de loop van de avond hebben we uiteindelijk toch gesympathiseerd middels stukjes gerookte zalm die ik hem achter de rug van zijn bazin toe voerde. En sindsdien komt hij hier bij mij zelfs geregeld aan de deur, waar hij zoveel leven maakt dat ik hem wel moet binnenlaten. Ik ga Kevinneke zijn Mama maar een paar blikken kattenvoer laten meebrengen, want hij komt mij te kostelijk in de zalm! Enfin, toen Madame Tembuyse mij in haar living binnen liet, kon ik mijn ogen niet geloven: Behalve de schone grote Kerstboom was ook de rest van de kamer smaakvol versierd. En in het midden van de eetkamer stond de tafel helemaal bedekt en het kaarslicht spiegelde in het porcelein, in de glazen en in het zilveren bestek. En het geurde daar zo lekker dat het water mij spontaan in de mond kwam. En ik die had gedacht van daar een glazeke of twee te drinken en een eigen gemaakt kadzjaarke te proeven! Gelukkig had ik noch een bad genomen, een vers overhemd aangetrokken en mijn donkergrijze complet veston aangedaan. En mij vers geschoren en een beetje après-rasage aangedaan uit het witte fleske van Old Spyce. Ik was zelfs noch de Zaterdag naar “den Engel” getrokken voor een nieuwe plastron, want al mijn andere had mijn Germaine zaliger noch voor mij gekocht en om één of andere reden vond ik dat ik die voor de okkazie niet kon aandoen. En natuurlijk had ik een kleinigheid meegebracht, wat dacht Uw? Ik was trouwens aangenaam verrast van al die mensen die mij suggesties hebben gedaan voor de keuze van het geschikte geschenk. Vooral Madame D.B. van het Gasmeterstraatje voor de inzage in haar schone boek “Zeg het met Bloemen! – Een Inleiding in de Symboliek van Bloemen, Groenten en Kruiden” van Hanneke Tamsma-Van Der Tulp. Ik kan het één ieder aanbevelen! En geen zorgen, één van dezer dagen bezorg ik het Uw zonder fout terug. Maar ook de Heer J.S. uit de Kleine Marijve die zijn vrouw voor haar Trouwverjaardag elk jaar een pot Vrouwentongen meebrengt, en mij de aanschaf van een cactus stellig heeft afgeraden omdat dat misschien wel een beetje te pikant kon overkomen. En de Heer G.H. op de Stookt die het op een bak Hoge Mote hield want een streekbierken gaat er altijd wel in. Aan allen mijn oprechte dank, maar het bloed kruipt waar het niet gaan kan en ik ben toch maar mijn beenhouwersinstinct gevolgd. En ik moet zeggen, Madame was heel content met mijn mand delicatessen van bij Lejour in de Peperstraat. En al gauw werd de pot aangeschaft. Eerst een glas Champagne met warme en koude hapjes waaronder zelfs oesters. En het was een aangename verrassing om te zien dat Madame haar oesters eet zoals ik dat doe: puur natuur en zeker geen citroen daarop! En daarna was er een ingewikkelde schotel met daarop vooral getruffeerd speenvarken. Daarbij een glas Pommerol van een goed jaar! En noch een zelgemaakte gateau als dessert. Dan koffie met voor mij een Armagnacske. En tussendoor hadden wij wat ze in de politiek en andere “een goed gesprek” noemen. Waarover dat allemaal ging, dat ga ik nu eens niet aan U neus hangen, maar algauw liep het tegen twaalven aan. Wij hebben dan de gebruikelijke drie beezen gegeven en elkaar bij de overschot van de fles Champagne een gelukkig Nieuwjaar toegewenst. En afgesproken dat wij de Zaterdag samen naar de Bommels gaan kijken of het zou moeten sneeuwen of kattejongen spuwen. Wat zegt Uw mij daarvan? Maar lacht het leven mij op dit moment toe, voor anderen is het dan weer kommer en wel! Zo las ik in het Volkske van een paar dagen geleden het trieste verhaal van Madame V. met woonst vlakbij onze Grote Markt en die dagelijks in het week eind een wanhopig gevecht moet leveren tegen het uitgaansleven, dat niet alleen haar voorgevel gebruikt als openbare pissijn, maar ook haar fassade vol kleddert met de overschot van hun pakske frieten. En het toppunt: wat ze van hun portie wel opeten geven ze dan noch eens op haar trorroir over ook! Maar dan ziet Uw natuurlijk geen politie! En de camera van het stad staat ook altijd in de andere richting! Uw zout toch voor minder een depressie doen! En dus neem ik de gelegenheid te baat om haar een speciale riem over het hart te geven. Beste Madame V., niet wanhopen en zelf U lot in de handen gegrepen! Zoals Uw het weet: ook mijn Germaine zaliger moest inder tijd regelmatig het portaal van wijlen onze beenhouwerij in het Spillegrem mits bleekwater en dweil van ongewenste urine reinigen. En nochtans was het pissijn van de Koefeesten nooit ver af! Ten einde hieraan paal en plek te zetten nam ik mijn toevlucht tot volgende list: Ik ontdeed een solide electriekdraad van zijn plastiek en bracht die discreet over de ganse lengte van onze voorgevel aan op een hoogte van ongeveer een halve meter. Bij ons was dat precies de hoogte van de arduinen plinte dus dat was mooi mee genomen. Het ene uiteinde daarvan voorzag ik van een goed geïsoleerde prise. Vervolgens liet ik deze prise door het keldervenster naar beneden en zo voort tot aan het dichtst bij zijnde stop contact. De eerste onverlaat die vervolgens aanstalten maakte om op onze eigendom zijn gevoeg te doen stak ik de prise in. Even knetterde een blauw vlammeke, dan een rauwe schreeuw en Uw had hem moeten zien post pakken! Ik weet het, mijn oplossing vrij waart Uw niet van de tijdelijke opgave van U nacht rust. Maar de genoeg doening als Uw de misdadiger met zijn handen in zijn kruis ziet wegstrompelen doet Uw algauw U vermoeidheid vergeten!... Het probleem van de Frituurprodukten op en naast U venster banken is minder evident om aan te pakken. Uw kunt toch moeilijk vanop U eerste verdieping kokend rundsvet naar beneden storten, meen ik. Wat het overgeefsel op U trottoir betreft, Madame Tembuyse vertelde mij dat haar Adhémar, toen hij noch klein was, wel eens op haar tapijten durfde zijn gevoeg te doen. Zij heeft hem dat kunnen afleren door hem telkens bij zijn schabbernak te pakken en hem er met zijn neus in te wrijven. Misschien bent Uw hier iets mee. Ik hoop Uw in elk geval met deze troostende woorden van dienst te kunnen zijn geweest in U moedige strijd tegen de natte criminaliteit.

Pevenaege Omer

(Ingezonden tekst).