16 juni 2012

BLOGBOEK

STEKEZOT VAN RONSE OF VAN HET GELD?

Dertig jaar geleden kreeg je hier als burgemeester van Ronse een maandverloning van 35.000 toenmalige Belgische frank.

Lokale politiek werd gezien als het dienen van de res publica. Er mocht dan wel een beloning tegenover staan. Maar je diende zelf voor je inkomen te zorgen. Want er werd ervan uitgegaan dat lokale politiek nooit een beroep kon zijn. Advocaat of onderwijzer, het maakte niet uit. Een politiek ambt werd in het slechtste geval gecumuleerd met een sinecure in de ‘bevriende’ aanleunende organisaties van vakbond of mutualiteit.

Gaandeweg werd die verloning echter fors opgetrokken. Ondermeer om politiekers te beveiligen tegen de verlokkingen van allerlei ‘parallelle geldstromen’.

Zodus verdient een schepen van Ronse nu al om en bij de 2.000 euro per maand. Voor de burgemeester mag het nog iets meer zijn.

Dat is geld. Meer dan datgene waarmee heel wat Ronsenaars het maandelijks moeten zien te rooien. Voor sommigen in het huidige Ronsiese bestuurscollege die er geen eigen beroepsactiviteit naast doen, blijkt dat geld bovendien het enige 'beroeps'-inkomen te zijn geworden. Bij heel wat Ronsenaars wekt dat de argwaan van politiek om het geldgewin.

Die Ronsiese zelfverklaarde ‘beroepspolitiekers’ maken er bovendien zelf een punt van dat zij tenminste als ‘professionals van de politiek’ dag en nacht (…) ten dienste kunnen staan van de Ronsiese goegemeente. Lees: terwijl de anderen ernaast nog bezig zijn met hun job of hun studies of wat dan ook. Het klinkt niet echt overtuigend.

Voor anderen die wel een eigen apart beroepsinkomen hebben is lokale politiek op bestuursniveau (lees in het schepencollege) in elk geval meer dan een aardige bijverdienste geworden. Mooi meegenomen om er pakweg het zwembad mee te financieren, dure skivakanties mee te betalen of dure wagens en motoren op na te houden. De Ronsenaars zien die weelde, kijken ernaar en kweken een gevoel van anti-politiek.

De inzet is daarmee verschoven (uitgeschoven) van de res publica naar zichtbaar geëtaleerd geldgewin. Dure huizen. Appartementen. Buitenverblijven. Immo- en andere business. De betere 'tweeverdieners' zijn niet zozeer diegenen die naar de Stadstuin moeten worden gelokt.

De eerste die deze verregaande 'professionalisering' van de lokale politiek open en bloot etaleerde, was ooit een kandidaat voor de gemeenteraadsverkiezingen. In de toenmalige AZ had hij een keer becijferd hoeveel hij als schepen zou krijgen. Hij publiceerde dat bedrag. Zette ernaast hoeveel uren per week hij zich daarvoor wou inzetten. Totally not done natuurlijk. Het werkte ook averechts. Maar hij kwam tenminste uit voor datgene wat sommigen vandaag in de praktijk doen. En dus nu bovendien ook al beginnen uit te spelen als argument: volledige beschikbaarheid.


De sjerp

De hele inzet van de verkiezingen in oktober draait om de sjerp.
Of Luc Dupont hem houdt, dan wel of Gunther Deriemaker hem krijgt.

Het wordt hoogst interessant om zien wat de CD&V gaat doen als blijkt dat Gunther Deriemaker de meeste stemmen krijgt en de SP.A de grootste partij wordt.

Zal de CD&V ook nog langer de - onbetrouwbare- beleidspartner van de socialisten blijven: zonder het burgemeesterschap van Dupont? Ik denk het niet.

Want ook al loopt de CD&V dan het Sint-Hermestorenhoge risico om, zoals de bidsprinkhaan, opgepeuzeld te worden door de nieuwe partner na de liefdesdaad de verlokkingen van de macht zijn niet en nooit te onderschatten. En het zullen Wim Vandevelde, Lieven Dhaeze en Paul Carteus niet zijn die er enig bezwaar zullen tegen hebben dat de ‘vermaledijde socialisten’ uit het bestuur worden gemikt: om dan zelf ten stadhuize hun entree te maken.

Wat de liberalen betreft, het is bij monde van Rudi Boudringhien al gebleken met hoe weinig die hier tevreden zullen zijn. Overigens liet Alexander De Croo het in de Sint-Sebastien naar aanleiding van de hereniging zelf al koeltjes weten: een coalitie in Ronse kan met élke - democratische - partij.

Wat de Groenen van Ronse betreft, die hebben de switch naar de macht (en het geld dat aan een schepenambt hangt) al lang gemaakt.

Gunther Deriemaker zou op die manier wel eens de stemmenkampioen van de grootste partij kunnen worden: in de oppositie en…tegelijk werkloos. Net als de voorzitter van het OCMW.

Ik moet daarbij denken aan wat baron Paul-Henri Gendebien van het Rassemblement Wallon me ooit in het zonnige Warandeperk op een bank van achter zijn pijp toelachte:

‘Garçon, en politique
comme en amour
ni jamais ni toujours.’

En hij blies een wolk toebak ‘vlak’ in mijn wezen.

Tuupe vuir Ronse.